Pagina 1
Bedieningshandleiding boordcomputer AMATRON voor pneumatische zaaimachines AD-P og AVANT Voor in gebruik nemen de MG1562 gebruiksaanwijzing en de DB2030-4 NL 07.06 veiligheids-aanwijzingen lezen Printed in Germany en opvolgen!
Pagina 2
Geachte klant, de boordcomputer AMATRON is een kwaliteitsproduct uit het omvangrijke leveringsprogramma van de AMAZONEN-WERKE, H. Dreyer GmbH & Co. KG. Om de voordelen van uw nieuw aangeschafte boordcomputer in combinatie met de zaaimachines AD-P und Avant volledig te kunnen benutten, adviseren wij u de bedieningshandleiding zorgvuldig te lezen en de aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Gegevens over het apparaat en het gebruiksdoel ................5 Fabrikant ............................5 Conformiteitsverklaring ........................5 Gegevens bij informatie en bestellingen..................5 Doelgericht gebruik ........................5 Identificatie............................. 5 Veiligheid ..............................6 Gevaren bij het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen ..........6 Kwalificatie van de bedienende persoon ..................
Pagina 4
Inhoudsopgave Avant met aandrijfkast ......................40 Display werkmenu Avant met aandrijfkast..............40 6.3.1 6.3.2 Werkvolgorde tijdens het zaaien ..................40 6.3.3 Betekenis van de toetsen in het werkmenu Avant met aandrijfkast ......41 6.3.4 Functies van de multifunctiehendel.................42 Avant met elektrische voldosering ..................43 6.4.1 Display in het werkmenu Avant met elektrische voldosering........43 6.4.2 Werkvolgorde tijdens het zaaien ..................43...
De computer mag uitsluitend worden ingezet voor Fabrikant het normale gebruik in de landbouwmechanisatie als weergave-, controle- en regelapparaat, in combinatie AMAZONEN-WERKE met de AMAZONE zaaimachines AD-P og Avant. H. DREYER GmbH & Co. KG Elke andere toepassing geldt als niet doelgericht. Postfach 51, D-49202 Hasbergen-Gaste,...
Veiligheid Veiligheid Deze handleiding bevat zeer belangrijke Aanduiding van aanwijzingen in aanwijzingen, aanbouw, bediening de bedieningshandleiding onderhoud moeten worden opgevolgd. Daarom bevelen beslist deze 2.3.1 Algemeen gevarensymbool bedieningshandleiding zorgvuldig door te lezen en de u met de inhoud vertrouwd te maken De veiligheidsaanwijzingen die in deze Alle veiligheidsaanwijzingen in deze bedieningshandleiding zijn beschreven...
Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen voor het Veiligheidsaanwijzingen bij repa- achteraf installeren van elek- ratiewerkzaamheden trische of elektronische apparaten en / of componenten Voor werkzaamheden aan de elektrische installatie evenals bij alle De machine is met elektronische componenten en laswerkzaamheden aan de trekker of onderdelen uitgerust, waarvan de functie kan aangekoppelde machine, alle stekker- worden beïnvloed door elektromagnetische straling...
Inbouwhandleiding Inbouwhandleiding Terminal bevestigen De basisuitrusting voor de trekker (Fig. 1/1) (console en verdeler) moeten in het zichtveld en binnen handbereik rechts van de bestuurder, trillingsvrij en met een goede massaverbinding in de cabine worden gemonteerd. De afstand tussen mobilofoon, gsm of zendantenne moet minstens 1 meter bedragen..
Inbouwhandleiding Stekkerverbindingen De terminal (Fig. 3/2) is een universeel apparaat en kan op alle AMAZONE-machines met AMATRON jobcomputer worden aangesloten. De terminal (Fig. 3/2) of de console (Fig. 3/1) als volgt aansluiten: de zaaimachine met de machinestekker (Fig. 3/3) aansluiten de stroomverzorgingskabel (Fig.
Inbouwhandleiding Voedingskabel De vereiste accuspanning bedraagt 12 V en moet rechtstreeks van de accu. Voor het aansluiten van de AMATRON op een tractor met meerdere accu’s, moet aan de hand de bedieningshandleiding of navraag bij de tractordealer worden vastgesteld, aan welke accu de boordcomputer mag worden aangesloten! De voedingskabel vanuit de trekkercabine naar de accu aanleggen en vastzetten.
Productbeschrijving Productbeschrijving Met de AMATRON kunnen de zaaimachines - AMAZONE AD-P - AMAZONE AVANT comfortabele worden bediend en gecontroleerd. De AMATRON bestaat uit de terminal (Fig. 7), de basisuitrusting (bevestigingsmateriaal) en de jobcomputer op de machine. Eventuele optredende storingen worden optisch en/of akoestisch weergegeven.
Productbeschrijving Beschrijving van de toetsen De functies, die aan de rechterzijde van het display door een functiekader (vierkant Fig. 8/1 of diagonaal gescheiden vierkant kader Fig. 8/2) worden aangegeven, worden met de beide rijen toetsen rechts naast het display aangestuurd. Fig.
Productbeschrijving Cursor op het display naar boven Strooihoeveelheid tijdens het strooien in procentuele stappen verhogen (bijv.:+10%) (Instellen van de stappen zie hfdst.5.2.1) Cursor op het display naar beneden Strooihoeveelheid tijdens het strooien in procentuele stappen verlagen (bijv.:+10%) (Instellen van de stappen zie hfdst.
Productbeschrijving Menu opbouw van de AMATRON Hulp menu Werkmenu Menu opdracht Menu machine afdraaien • Display Invoer Invoer: zaaimachine met aandrijfkast • • naam invoeren opdrachtnummer • • gewenste afgifte • opmerking toevoegen naam van de opdracht (kg/ha of K/m2) •...
Productbeschrijving Invoeren in de AMATRON Voor bediening van de AMATRON geeft deze bedieningshandleiding de functiekaders aan om te verduidelijken, dat met welke toets het betreffende functiekader moet worden bevestigd. Voorbeeld: functiekader Omschrijving: Aandrijfkast op een lagere stand zetten. Fig. 13 Actie: De chauffeur bedient de toets (Fig.
Productbeschrijving 4.5.1 Keuze van de opties Keuzepijl (Fig. 15/1) met positioneren. De keuze bevestigen (Fig. 15/2). Fig. 15 4.5.2 Toggle functies In- en uitschakelen van functies, bijv. niveausensor aan / uit: Functietoets (Fig. 16/2) een keer indrukken de functie niveausensor is ingeschakeld (Fig. 16/1).
In bedrijf nemen In bedrijf nemen Startdisplay Na het inschakelen van de AMATRON indien de machinestekker is aangesloten, verschijnt het startmenu en geeft de terminal het nummer van de softwareversie. Na ongeveer 2 seconden springt de AMATRON automatisch naar het hoofdmenu. Wordt na het inschakelen van de AMATRON gegevens van de machinecomputer geladen, bijv.
In bedrijf nemen 5.2.1 Machinegegevens invoeren Bladzijde een in menu machinegegevens (Fig. 19): Invoer het gewenste ritme van de rijpadenschakeling (zie tabellen Fig. 20 tot Fig. 22). Invoer van de intervalschakeling (zie hfdst. 5.2.1.1). Invoer van de grootte van de stappen in % (waarde voor de procentuele verandering van te Fig.
Pagina 19
In bedrijf nemen ritme van rijpadensc hakeling Fig. 21 dubbele rijpadenschakeling Fig. 22 AMATRON DB2030-4 07.06...
Pagina 20
In bedrijf nemen Bladzijde twee in menu machinegegevens oproepen (Fig. 23): actuele turbinetoerental (1/min.) tijdens het zaaien als toerental invoeren, wat moet worden bewaakt. invoer turbinetoerental (1/min.), wat bewaakt moet worden. invoer actuele niveau (kg) in de zaadtank. Fig. 23 invoer van de bij te vullen hoeveelheid (kg) invoer van de resterende minimale...
In bedrijf nemen Aantal slangen voor de Aanbevolen procentuele Werkbreedte Aantal zaaikouters rijpaden reductie van de zaaihoeveelheid tijdens het aanleggen van rijpaden 3,0 m 4,0 m 4,5 m 6,0 m Fig. 25 5.2.1.1 Invoer van de gezaaide en ongezaaide strook (m) bij de interval rijpadenschakeling Invoer van de gezaaide strook (m) bij ingeschakelde intervalschakeling.
In bedrijf nemen 5.2.1.2 Wielsensor kalibreren Voor het instellen van de afgifte en de berekening De waarde Imp./100m moet worden vastgesteld: van de bewerkte oppervlakte of voor berekening van voor het in bedrijfstellen de rijsnelheid is het aantal impulsen nodig die door het aangedreven wiel van de zaaimachine worden op wisselende grondsoorten (wielslip) afgegeven op een meettraject van 100 m.
Pagina 23
In bedrijf nemen AD-P Het kalibratiegetal AD-P03 AD-P03 AD-P02 RP-AD-P02 "Imp./100m" is Super Special Profi Profi afhankelijk van het vanaf 03.2006 pneumatische type zaaimachine zaaimachines zonder zonder en de bodem! voldosering voldosering kalibratiegetal „Imp./100m“ theoretische waarde 1575 1623 1409 1623 1052 1175 veld 1...
In bedrijf nemen 5.2.2 Opdracht invoeren Wanneer opdracht menu wordt geopend verschijnt eerst de laatst gestarte (laatst bewerkte) opdracht. Er kunnen maximaal 20 opdrachten (oopdrachtnr.1- 20) worden opgeslagen. voor invoeren van een nieuwe opdracht; een opdrachtnummer (Fig. 30/1) kiezen. Naam invoeren Aantekening invoeren Gegevens van de gekozen opdracht wissen...
In bedrijf nemen Met ingedrukte Shift-toets (Fig. 31): opdrachten vooruit bladeren. opdrachten terug bladeren Fig. 31 5.2.3 Externe opdracht Met een PDA-computer kan een externe opdracht op de AMATRON worden overgedragen en opgestart. Deze opdracht krijgt altijd het opdrachtnummer 21. De gegevensoverdracht gebeurt via de seriële poort.
In bedrijf nemen 5.2.4.1 Machines met afstandbediende verstelling van de zaaihoeveelheid afdraaien De zaadtank met voldoende zaad vullen. De opvangemmers, zoals beschreven in de bedieningshandleiding van de zaaimachine, onder de doseerunit(s) zetten en de injectiesluizen open zetten. Gewenste afgifte controleren/invoeren. Advies: Deze waarde kan ook in het opdrachtmenu (hfdst.
Pagina 27
In bedrijf nemen indrukken en de aanwijzingen op het display opvolgen: Aandrijfwiel met slinger, zoals in de bedieningshandleiding staat beschreven, ronddraaien tot een waarschuwingssignaal klinkt. Indien u langer doordraait, neemt de AMATRON bij de berekening de aanvullende signalen mee. om het afdraaien te beëindigen, na het waarschuwingssignaal, de toets indrukken.
In bedrijf nemen 5.2.4.2 Machines met elektrische voldosering afdraaien Zaadtank met voldoende zaad vullen. Opvangemmers, zoals beschreven in de bedieningshandleiding van de zaaimachine, onder de doseerunit(s) zetten en de injectiesluis(en) open zetten. gewenste afgifte controleren/invoeren. Advies: Deze waarde kan ook in het opdrachtmenu (hfdst. 5.2.2) worden ingevoerd.
Pagina 29
In bedrijf nemen De AMATRON berekent de vereiste afdraaifactor met behulp van de ingevoerde gegevens uit de afdraaiproef en stelt de elektromotor op het juiste toerental in. Om de juiste instelling te controleren, de afdraaiproef herhalen. AMATRON DB2030-4 07.06...
In bedrijf nemen 5.2.5 Service Setup In het Setup menu gebeurt de invoer en uitgave van diagnosegegevens voor de servicedienst bij onderhoud of oplossen vqan storingen het veranderen van de instellingen op het display het uitkiezen en invoeren van de basisgegevens van de machines of het toevoegen of uitschakelen van extra toebehoren (uitsluitend voor de servicedienst)
Pagina 31
In bedrijf nemen Op afstand bediende verstelling van de zaaihoeveelheid configureren: geen afstandbediende verstelling zaaihoeveelheid met Vario-aandrijfkast voldosering (= elektr. aandrijving doseerrollen). De laatst getoonde waarde wordt opgeslagen. Aantal doseerunits opgeven. Aandrijfkast kalibreren (zie hfdst. 1.1). Fig. 37 Bladzijde 2 Basisgegevens (Fig.
Pagina 32
In bedrijf nemen Bladzijde 3 Basisgegevens (Fig. 39): Invoer alarmtijd doseerrollen Invoer alarmtijd rijpadensysteem Invoer alarmtijd tussenas (alleen mogelijk bij nokkenradzaaimachines) Invoer looptijd (seconden) van de Fig. 39 voordoseerrollen. Bladzijde 4 Basisgegevens (Fig. 40): Invoer van de werkbreedte (m) Keuze vooropkomstmarkeur: geen hydr.
In bedrijf nemen 5.2.6 Terminal Setup In setup-menu Om de instelling van het display te veranderen de toetsen voor: doorbladeren Shift tegelijk indrukken • Roep met het functiekader de invoer "Display instellingen op. • Fig. 42 Weergave van de apparaten die aan de bus- verbinding zijn gekoppeld.
Pagina 34
In bedrijf nemen Blad 2 Terminal set-up Invoer van de tijd Invoer van de datum Invoer snelheid voor gegevensoverdracht Fig. 45 Blad 3 Terminal set-up Programma wissen: Programma kiezen. Programma wissen. Fig. 46 AMATRON DB2030-4 07.06...
Inzetten op het veld Inzetten op het veld Voor begin van het zaaien moet de AMATRON volgende gegevens ontvangen hebben: Opdracht invoeren (hfdst. 5.2.2) machinegegevens invoeren (hfdst. . 5.2.1) Afdraaiproef invoeren (hfdst. 5.2.4). Met de drukknoppen kan de strooihoeveelheid tijdens het strooien naar believen worden veranderd. met een druk op de knop wordt de strooihoeveelheid met een vastgelegde stap (hfdst.
Inzetten op het veld AD-P met aandrijfkast 6.1.1 Display in het werkmenu AD-P met aandrijfkast rijsnelheid (km/u). Interval- vermoedelijke actuele stand op rijpadenschakeling afstand (m) tot het rijpadenteller, bijv. 5 geactiveerd navullen van de zaadtank turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is bediend, het bewerkte doorschakelen van...
Inzetten op het veld 6.1.3 Betekenis van de toetsen in het werkmenu AD-P met aandrijfkast Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 48): Intervall-rijpadenschakeling aan- of uitzetten Rijpadenteller uit- of inschakelen (Stop-toets) Rijpadenteller terugzetten Rijpadenteller verder schakelen Fig. 48 Invoeren van de bij te vullen hoeveelheid zaad (kg).
Inzetten op het veld AD-P met elektr. voldosering 6.2.1 Display in werkmenu AD-P met elektr. voldosering rijsnelheid (km/h). Interval- vermoedelijke actuele stand rijpadenschakeling afstand (m) tot het rijpadenteller, bijv .: ingeschakeld navullen van de zaadtank sectie ingeschakeld turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is geactiveerd, het...
Inzetten op het veld 6.2.3 Betekenis van de toetsen in het werkmenu AD-P met elektr. voldosering Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 51): Intervall-rijpadenschakeling aan- of uitzetten rijpadenteller uit- en inschakelen (Stop- toets) rijpadenteller terug zetten rijpadenteller vooruit zetten Fig. 51 Invoeren van de bij te vullen hoeveelheid zaad (kg) voordosering starten (zie ook Fig.
Inzetten op het veld Avant met aandrijfkast 6.3.1 Display werkmenu Avant met aandrijfkast rijsnelheid (km/h). vermoedelijke actuele stand Interval- afstand (m) tot de rijpadenteller, bijv.: rijpadenschakeling zaadtank moet geactiveerd worden bijgevuld turbinetoerentall weergave 1: (1/min.) STOP-toets is ingedrukt, het bewerkte verder schakelen oppervlakte (ha) van het rijpad is...
Inzetten op het veld 6.3.3 Betekenis van de toetsen in het werkmenu Avant met aandrijfkast Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 54): sectie links in- of uitgeschakeld sectie rechts in- of uitgeschakeld Bediening van het hydr. stuurventiel vrijgeven voor bedienen van markeur Bediening van het hydr.
Inzetten op het veld Avant met elektrische voldosering 6.4.1 Display in het werkmenu Avant met elektrische voldosering rijselheid(km/u). Interval- vermoedelijke Aktueller rijpadenschakeling afstand (m) tot het Fahrgassenzähler, ingeschakeld navullen van de bijv.: 5 zaadtank turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is geactiveerd, het bewerkte verder schakelen...
Inzetten op het veld 6.4.3 Betekenis van de toesten in het werkmenu voor Avant met elektrische voldosering Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 58): sectie links in- en uitschakelen sectie rechts in- en uitschakelen Bediening van het hydr. stuurventiel vrijgeven voor bedienen van markeur Bediening van het hydr.
Multifunctiehendel Multifunctiehendel Montage De multifunctiehendel (Fig. 61/1) wordt met 4 bouten op onder handbereik in de cabine van de tractor bevestigd. Voor het aansluiten de stekker van de basisuitrusting polige sub-D-aansluiting multifunctiehendel (Fig. 61/2) bevestigen. De stekker (Fig. 61/3) van de multifunctiehendel in de middelste Sub-D-aansluting van de AMATRON steken..
Onderhoud Onderhoud Aandrijfkast instellen (niet nodig bij machines met voldosering) De machines die met een aandrijfkast zijn uitgerust moeten worden gekalibreerd, voor de eerste keer in bedrijfstellen, indien de AMATRON niet af fabriek met de zaaimachine is geleverd en nadien pas werd geïnstalleerd bij afwijkingen tussen de weergave op het display van de terminal en de schaalverdeling op de...
Hulpmenu Hulpmenu Het hulpmenu (Fig. 66) wordt in het hoofdmenu opgestart: hulpmenu: Hulp bij de bediening Hulp bij foutmeldingen Hulp bij het aanleggen van rijpaden. Fig. 66 AMATRON DB2030-4 07.06...
Notizen Storingen 10.1 Alarm Geen gevaarlijk alarm: Een foutmelding (Fig. 67) verschijnt in het onderste gedeelte van het display en er klinkt drie keer een pieptoon. Indien mogelijk fout herstellen. Voorbeeld: Niveau van het zaad in de tank is te laag. Oplossing: Zaaigoed bijvullen.
Storingen 10.2 Uitval van de sensor voor de afgelegde weg Bij uitvallen van de wielsensor (Imp./100m), die aan de aandrijfkast of bij voldosering aan het stapwiel is bevestigd, kan na het invoeren van een gesimuleerde rijsnelheid, verder worden gezaaid. Het uitvallen van de sensor voor de afgelegde weg wordt op het display aangegeven met “zaaimachine opgeheven”...