Inhoudsopgave
Advertenties
9 Instellingen
96
Circ pomp cyclus (1661)
Om energie te besparen, wordt de circulatiepomp 10 minuten lang inge
schakeld en 20 minuten uitgeschakeld binnen de vrijgavetijd.
Gew wrde circulatie (1663)
Als sensor B39 in de tapwaterverdeelleiding is geplaatst, wordt circulatie
pomp Q4 ingeschakeld zodra de sensorwaarde onder de ingestelde waarde
daalt. De pomp draait dan gedurende 10 minuten of langer op een vastge
steld debiet totdat de instelwaarde weer is bereikt. Er is altijd een vast ver
schil van 8 K tussen de instelwaarde voor de tapwateropslagtank en de in
stelwaarde voor sensor B39 (programma nr. 1663). De bedoeling hiervan is
ervoor te zorgen dat de circulatie-instelwaarde ook kan worden bereikt en
de circulatiepomp niet voor onbepaalde tijd blijft draaien.
Voorbeeld 1
Tapw-instelwaarde 55 °C (nominale instelwaarde)
Circulatie-instelwaarde: 45 °C
→ De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de sensorwaarde tot onder een
temperatuur van 45 °C is gedaald en de pomp ten minste 10 minuten heeft
gedraaid.
Voorbeeld 2
Tapw-instelwaarde 50 °C (nominale instelwaarde)
Circulatie-instelwaarde: 45 °C
→ De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de sensorwaarde tot onder een
temperatuur van 42 °C (50 °C - 8 °C) is gedaald en de pomp ten minste 10
minuten heeft gedraaid.
Bedrijfskeuzeomschakeling (1680)
Bij een externe omschakeling door de ingang H1 is zichtbaar in welke be
drijfstoestand word omgeschakeld.
Geen: De externe omschakeling heeft geen gevolgen voor de DHW-be
drijfsmodus.
Uit: DHW wordt naar de bedrijfsmodus "Uit" geschakeld.
Aan: DHW wordt naar de bedrijfsmodus "Aan" geschakeld.
9.2.8
Verbruikercircuits/zwembadcircuit
Naast de verwarmingscircuits HK1 tot HK3 en het koelcircuit kunnen extra
verbruikers worden aangesloten of aangestuurd (bijv. luchtgordijnen, zwem
baden etc.). De regelaar kan de temperatuurverzoeken van deze verbruikers
via een Hx-ingang ontvangen en de bijbehorende pompen via een QX-relais
uitgang regelen. Er zijn diverse instellingen voor het verbruikercircuit be
schikbaar. Voor het gebruik van het verbruikerscircuit/zwembadcircuit is een
correct gedefinieerde Hx-ingang op het apparaat of op een uitbreidingsmo
dule (programma nr. 5950, 5960 of 6046, 6054, 6062) nodig. De ingang kan
als volgt worden gedefinieerd:
Gebruikers vrg VK1
Gebruikers vrg VK2
Gebruikers vrg VK1 10V
Gebruikers vrg VK2 10V
Vrijgave zwembad opwekking
De instelling voor het gebruik van het verbruikerscircuit als een verwar
mings- of koelcircuit vindt plaats via programma nr. 5750 en 5751. De pom
pen worden aangesloten op de correct gedefinieerde multifunctionele Qx-
relaisuitgangen. De verbruikerscircuitpompen (Q15/Q18) worden ingescha
keld als er bij de betreffende ingang een vraag naar verwarming of koeling
bestaat of als het systeem vraagt om afvoer van overtollige warmte. Het
zwembadcircuit (Q19) wordt ingeschakeld als er sprake is van een vrijgave
bij de juiste ingang en de zwembadtemperatuur (B13) lager is dan de "in
stelwaarde van de verwarmingsproducent" (programma nr. 2056).
7633763 - 01 - 23032017
Advertenties
Inhoudsopgave
