10.4
Specifieke onderhoudswerkzaamheden
Afb.55
Ontstekingselektroden verwijderen
6
7633763 - 01 - 23032017
10.3.5
Bescherming tegen contact
Gevaar voor elektrische schok
Levensgevaar door ontbrekende schokveilige bescherming.
Om een schokveilige bescherming te garanderen, moeten alle vast
te schroeven onderdelen van de ketel - met name de onderdelen
van de ommanteling - correct wordt vastgeschroefd na voltooiing
van het werk.
10.4.1
Ontluchter vervangen
Een defecte ontluchter mag alleen door een origineel reserveonderdeel wor
den vervangen. Dit garandeert een ideale ventilatie.
Opgelet
Tap het ketelwater af.
Het ketelwater moet worden afgetapt voordat de ontluchter wordt
gedemonteerd, want anders lekt er water uit.
10.4.2
Sicherheitsventil tauschen
Ein defektes Sicherheitsventil darf nur durch ein Original-Ersatzteil ausge
tauscht werden. Beim Tauschen des Sicherheitsventils ist zu beachten, dass
der Schlauchanschluss um ca. 10° nach unten gedreht werden muss, damit
das Wasser ungehindert abfließen kann!
Opgelet
Kesselwasser ablassen!
Das Kesselwasser ist vor Demontage des Sicherheitsventils abzulas
sen, da sonst Wasser austritt!
Belangrijk
Vor der Inbetriebnahme des Heizkessels sind die wasserführenden
Geräteteile auf Dichtheit zu prüfen! Bei Undichtigkeiten von Rohr
leitungen sind die Dichtungen zu erneuern. Bei Undichtigkeiten
durch defekte Bauteile sind diese auszutauschen.
10.4.3
Vervanging van de ontstekingselektrode
In de onderstaande stappen wordt beschreven hoe de ontstekingselektro
den moeten worden vervangen:
1. Verwijder de frontmantel van de oliegestookte condensatieketel
2. Verplaats het bovenste gedeelte van de brander in de onderhoudspo
sitie in overeenstemming met hoofdstuk Branderonderhoud
3. Koppel de elektrodekabels los van de elektroden
4. Verwijder de mengeenheid samen met de elektroden in overeenstem
ming met hoofdstuk Branderonderhoud
5. Verwijder de ontstekingselektrodehouder
6. Trek de ontstekingselektroden eruit
7. Plaats nieuwe ontstekingselektroden in omgekeerde volgorde en zet
ze vast met behulp van de houder om te voorkomen dat ze verdraaien
Belangrijk
Er moet worden voldaan aan de montagepositie van de ontste
kingselektroden in overeenstemming met hoofdstuk Instelafmetin
gen van de ontstekingselektroden.
RA-0000170
8. Controleer de afstand tussen de elektroden en hun positie met behulp
van het bijgevoegde afstandssjabloon en wijzig de afstand of positie
indien nodig (zie Afb.43, pagina 144)
9. Sluit de elektrodekabels op de ontstekingselektroden aan
10. Plaats de mengeenheid terug
10 Onderhoud
149