8.3
Uitschakelen
7633763 - 01 - 23032017
4. Vraag de parameter Handbedrijf (prog. nr. 7140) op.
5. Druk op OK.
6. Selecteer de parameter Aan.
7. Druk op OK.
8. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de
verwarmingsmodus in te drukken.
De instelwaarde voor de noodwerking instellen
In de bedrijfsmodus "Handmatige werking" kunt u hiervoor een nominale
temperatuurwaarde voor aangeven:
1. Druk op de informatietoets.
2. Druk op OK.
3. Stel de nominale waarde in met behulp van de draaiknop.
4. Bevestig de instelling met OK.
8.2.9
Schoorsteenvegerfunctie
Met de schoorsteenvegertoets wordt de schoorsteenvegerfunctie geacti
veerd resp. gedeactiveerd.
1. Druk op de schoorsteenvegertoets .
De geactiveerde speciale functie wordt door middel van het sym
bool
in het display weergegeven
8.2.10
Fabrieksinstellingen terugzetten
De fabrieksinstellingen worden als volgt teruggezet:
1. Druk op de toets OK
2. Selecteer het instelniveau Installateur
3. Selecteer de parameter Basisinstelling activeren (prog. nr. 31)!
4. Zet de instelling op "Ja" en wacht tot de instelling terugkeert naar
"Nee"
5. Druk op de toets ESC
De fabrieksinstellingen zijn nu teruggezet.
8.3.1
De ketel uitschakelen
1. Schakel de ketel uit met de werkschakelaar.
2. Sluit de olieafsluiter
3. Sluit de afsluiters van de vertrek- en retourleidingen van de verwar
ming
Belangrijk
Vorstbeveiliging is niet ingeschakeld!
8 Werking
57