Afb.22
Stooklijn diagram
°C
100
90
80
70
60
50
40
30
20
AT Buitentemperatuur
7633763 - 01 - 23032017
Steilheid stooklijn (720, 1020, 1320)
Met gebruik van de stooklijn wordt de instelwaarde van de aanvoertempera
tuur gevormd die worden gebruikt om het verwarmingscircuit te regelen af
hankelijk van de buitentemperatuur. De helling geeft aan hoe sterk de aan
voertemperatuur verandert door veranderende buitentemperatuur.
4
3,5
10
0
-10
AT
Bepalen van de helling van de stooklijn
Voer de laagste berekende buitentemperatuur in volgens de klimaatzone
(bijv. 12 °C in Frankfurt) in het diagram (zie afb.) (bijv. verticale lijn op -12 °C).
Voer de maximale aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit in; deze
wordt verkregen door te rekenen met een buitentemperatuur van -12 °C bij
een ruimtetemperatuur van 20 °C (bijv. horizontale lijn bij ca. 55 °C).
Het snijpunt van de beide lijnen levert de waarde op voor de helling van de
stooklijn.
Stooklijn verschuiving (721, 1021, 1321)
Correctie van de stooklijn door parallelle offset als de kamertemperatuur
over het algemeen te hoog of te laag is.
Stooklijn adaptie (726, 1026, 1326)
Automatische aanpassing van de stooklijn aan de actuele omstandigheden
als gevolg waarvan er geen correctie van de hellingsgraad van de stooklijn
nodig is.
Belangrijk
Automatische aanpassing van stooklijn vergt het aansluiten van ka
mertemperatuursensor. De waarde voor Ruimteinvloed (zie prog. nr.
750, 1050, 1350) moet worden ingesteld tussen 1% en 99%. Moch
ten er radiatorkranen in de regelruimte (waar de kamersensor on
dergebracht is) aanwezig zijn, dan moeten deze volledig openge
draaid zijn.
Zomer/Winter verw grens (730, 1030, 1330)
3
2,74
2,5
2,24
-20
-30
VT Aanvoertemperatuur
9 Instellingen
2
1,74
1,5
1,24
1
0,76
0,5
0,24
°C
RA-sRE036B
87