9 Instellingen
102
De instelling "- - -" zorgt ervoor dat de omschakeling van de bronvolgorde
wordt uitgeschakeld. De hoofdketel kan onder programmanr. 3544 worden
ingesteld. De resterende ketels worden aangesloten en losgekoppeld in over
eenstemming met de volgorde van hun LPB-apparaatadressen
Auto opw volgorde uitgrens (3541)
De instelling voor de uitsluiting van de warmteproducent wordt alleen ge
bruikt in verband met de geactiveerde warmteproducentvolgorde (program
manr. 3540). De uitsluiting van de warmteproducent kan worden gebruikt
om de eerste en/of laatste ketel uit te sluiten van de automatische omscha
keling.
Geen: De ketelvolgorde verandert na het verstrijken van de tijd die is inge
steld in pro. nr. 3540.
Eerste: De eerste ketel in de adressering fungeert als de hoofdketel; voor
alle overige ketels wordt de ketelvolgorde gewijzigd na het verstrijken van
de tijd die ingesteld is in pro. nr. 3540.
Laatste: De laatste ketel in de adressering blijft altijd de laatste ketel; voor
alle overige ketels wordt de ketelvolgorde gewijzigd na het verstrijken van
de tijd die ingesteld is in pro. nr. 3540.
Aktief opwekker (3544)
De instelling van de hoofdproducent wordt alleen gebruikt in combinatie
met de vaste volgorde van de reeks producenten (prog. nr. 3540). De produ
cent die als hoofdproducent vastgelegd is, wordt altijd het eerst in bedrijf
gesteld en als laatste uitgeschakeld. De andere producenten worden in de
volgorde van het apparatuuradres in- en uitgeschakeld.
Min gew wrde retourtemp (3560)
Als de retourtemperatuur onder de retourinstelwaarde daalt die hier inge
steld is, wordt het retour-onderhoud actief. Het retour-onderhoud maakt in
vloed op de gebruikers of het gebruik van een retourregelaar mogelijk.
Retour invloed verbruiker (3562)
Als de cascaderetourtemperatuur tot onder de ingestelde minimumtempe
ratuur daalt terwijl de ketels worden vrijgegeven, wordt er een vergrende
lingssignaal berekend. De verbruikerspompen in pompcircuits (verwar
mingscircuitpomp, tapwaterlaadpump, externe belasting) worden uitge
schakeld. De aanvoerinstelwaarde voor verwarmingcircuits van mengers
wordt verlaagd.
Min dT (3590)
Deze functie voorkomt te hoge cascade-retourtemperaturen en verbetert
het uitschakelgedrag van de cascade. Als het temperatuurverschil tussen de
cascadeaanvoer en de retoursensor kleiner is dan de minimale temperatuur
spreiding die hier ingesteld is, wordt er zo snel mogelijk een warmteprodu
cent onafhankelijk van de ingestelde besturingsstrategie uitgeschakeld. Zo
dra het temperatuurverschil weer voldoende is, wordt het systeem weer
overgeschakeld naar de ingestelde besturingsstrategie.
9.2.13
Zonne-energie
Als er voldoende zonne-energie beschikbaar is, kan het zonnesysteem het
zwembad, de tapwateropslagtank en de bufferopslagtank verwarmen. De
prioriteit voor het verwarmen van de afzonderlijke opslagtanks kan hier wor
den ingesteld. Het systeem is voorzien van een vorstbeveiligingsfunctie en
een functie voor beveiliging tegen oververhitting.
7633763 - 01 - 23032017