Tr [°C]
F2=100
F1=0
U1=0V
0,15V
7633763 - 01 - 23032017
ters of volumestroommeters. De puls wordt ingeschakeld op de multi
functionele laagspanningsingangen H1 en H3.
De configuratie van de Hx-ingang in het menu Configuratie is beperkt tot
de activering van de telfunctie: Hx-ingangsfunctie = pulsteller.
In de toepassing, t.w. het menu Stroommeter, moet worden geparametri
seerd voor welke teller (elektrisch, warmte) de ingang zal worden ge
bruikt. De Hx-contactrichting van de toepassingsparameter heeft geen be
tekenis voor de pulsteller.
Ketel retour thermostaat: Een aangesloten ketelretourthermostaat sluit
het contact, waarbij aan de regelaar wordt doorgegeven dat de vereiste re
tourtemperatuur niet is bereikt. Hierdoor wordt de ketelomlooppomp ge
start.
Debietmeting Hz: Er kan hier een stromingssensor worden aangesloten die
het stromingsvolume via een frequentie aangeeft.
Verbruikersvraag VK1/2 10 V: Het knooppunt van de applicatie extern la
den x ontvangt een spanningssignaal (DC 0-10 V) als warmtevraag. De li
neaire kromme wordt vastgelegd via twee vaste punten (spanningswaar
de 1/functiewaarde 1 en spanningswaarde 2/functiewaarde 2).
Ruimte temp 10V: De regelaar ontvangt een spanningssignaal (0 - 10 V
DC) als een signaal voor de ruimtetemperatuur. Dit signaal in combinatie
met de relatieve ruimtevochtigheid worden hoofdzakelijk gebruikt voor de
berekening van het dauwpunt voor het koelcircuit. Als er geen ruimtether
mostaat met ruimtesensor is aangesloten voor het verwarmings-/koelcir
cuit 1, wordt de bij Hx gemeten ruimtetemperatuur ook gebruikt voor de
ruimteverwarming-/koeling 1 (regelvariant en omgevingstemperatuur
compensatie). De bijbehorende ruimtetemperatuur wordt berekend via de
lineaire kromme, die wordt vastgelegd via twee vaste punten (ingangs
waarde 1/functiewaarde 1 en ingangswaarde 2/functiewaarde 2).
Contact type H1 (5951), Werkingsrichting contact H3 (5961)
Met deze functie kan het contact worden ingesteld als een rustcontact (con
tact gesloten, moet worden geopend voor het activeren van de functie) of
als een maakcontact (contact geopend, moet worden gesloten voor het acti
veren van de functie).
Input waarde 1 H1 (5953) - Functiewaarde 2 H1 (5956) and
Ingangs wrde 1 H3 (5963) - Functiewaarde 2 H3 (5966)
Voorbeeld: Ruimtetemperatuur 10 V
Tr
Kamertemperatuur
Hx
Ingangswaarde naar Hx
U1
Invoerwaarde 1
F1
Functiewaarde 1
U2
Invoerwaarde 2
F2
Functiewaarde 2
De regelaar ontvangt een spanningssignaal (0 - 10 V DC) als een signaal voor
de kamertemperatuur. Dit signaal in combinatie met de relatieve kamer
U2=10 V
Hx [V]
vochtigheid worden hoofdzakelijk gebruikt voor de berekening van het
RA-0000925
dauwpunt voor het koelcircuit. Als er geen ruimtethermostaat met ruimte
sensor is aangesloten voor het verwarmings-/koelcircuit 1, wordt de bij Hx
gemeten ruimtetemperatuur ook gebruikt voor de ruimteverwarming-/
koeling 1 (regelvariant en omgevingstemperatuurcompensatie). De bijbeho
rende ruimtetemperatuur wordt berekend via de lineaire kromme, die wordt
vastgelegd via twee vaste punten (ingangswaarde 1/functiewaarde 1 en in
gangswaarde 2/functiewaarde 2).
Voorbeeld: Stromingsmeting Hz
9 Instellingen
121