7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Checklist voor inbedrijfstelling
Tab.11
Checklist voor inbedrijfstelling
1.
Systeemlocatie
2.
Klant
3.
Keteltype/benaming
4.
Serienummer
5.
Zijn alle pijpleidingen en aansluitingen op dichtheid gecontroleerd?
6.
Is het rookgassysteem gecontroleerd?
7.
Zijn de olietoevoerleidingen gecontroleerd?
8.
Verwarmingsinstallatie vullen
9.
Gebruikte wateradditieven
10. Afleverdruk
11. Rookgastemperatuur
12. CO
-percentage bij deellast
2
13. CO-percentage bij deellast
14. CO
-percentage bij vollast
2
15. CO-percentage bij vollast
16. Rookgasverliezen q
A
17.
Verwarmingsmodus
Functietest
18.
Tapwatermodus
19.
Tijd / Datum
20.
Comfort instelwaarde verwarmingscircuit 1/2
21.
Programmering:
Instelwaarde tapwater
22.
Automatisch tijdregelprogramma
23.
Stooklijn gecontroleerd?
24. Dichtheid van het rookgassysteem gecontroleerd in bedrijf (bv. CO
spleet)?
25. Klant ingelicht?
26. Documenten overhandigd?
7633763 - 01 - 23032017
Gevaar
De inbedrijfstelling mag alleen door een erkend installateur worden
uitgevoerd. De installateur controleert de bevestiging van de bui
zen, de correcte werking van alle regel-, besturings- en veiligheids
voorzieningen en meet de verbrandingswaarden. Als deze werk
zaamheden niet correct worden uitgevoerd, bestaat er een aanzien
lijk gevaar voor persoonlijk letsel, milieu- en materiële schade.
-test in ringvormige
2
7 Inbedrijfstelling
□
□
□
□
Pa
°C
%
ppm
%
ppm
□
□
□
°C
°C
Klok
□
□
□
47