6 Installatie
Afb.19
Open het menu
3
6.5
Elektrische aansluitingen
44
3. De rookgaspijp wordt van boven af in de aansluiting ingebracht. Hier
voor wordt een touw aan de steun aangebracht, waarna de pijpen stuk
voor stuk van de bovenkant worden ingebracht. Om te voorkomen dat
de componenten wegglijden tijdens de montage, moet het touw onder
spanning worden gehouden tot aan de eindmontage van de rookgas
pijp. Als er afstandhouders nodig zijn, dienen deze ten minste om de 2
m aan de buis te worden bevestigd.
Kant de afstandhouders in de juiste hoek af en plaats het geheel in het
midden van de aansluiting. Pijpen en vormstukken dienen zo te worden
gemonteerd dat de aansluitingen in tegenovergestelde richting van het
condenswater worden aangebracht.
Nadat de pijpen ingebracht zijn, plaatst u de steunpoot in het steunrail
en richt u deze (vloeiend en zonder spanning). De afdekking van de aan
sluiting aan de schoorsteen moet zo worden gemonteerd dat er geen re
gen in de ruimte tussen rookgaspijp en aansluiting kan binnendringen
en dat de lucht voor ventilatie vrij kan stromen.
Opgelet
Bij vervanging moeten nieuwe pakkingen worden aangebracht!
Wanneer de rookgaspijpen gedemonteerd zijn, moeten er nieuwe
afdichtingen worden gebruikt voor de remontage!
RA-0000158
6.5.1
Elektrische aansluiting (algemeen)
Gevaar
Gevaar door ondeskundige uitvoering!
Alle werkzaamheden in verband met de installatie mogen uitslui
tend uitgevoerd worden door een gediplomeerd elektricien.
Elektrische aansluiting AC 230 V +6% -10%, 50 Hz
In Duitsland moeten de VDE 0100 en plaatselijke regels tijdens de installatie
worden nageleefd; in alle andere landen gelden de plaatselijke regels.
De elektrische aansluiting moet met de correcte en niet verwisselbare pool
aansluiting worden uitgevoerd. In Duitsland kan de aansluiting worden uit
gevoerd als stekker en doos-verbinding met niet verwisselbare poolaanslui
ting of als vaste aansluiting. In alle overige landen moet dit een vaste aan
sluiting zijn.
Voor de voedingsspanning moet de aan de ketel bevestigde stroomkabel
worden gebruikt of het kabeltype H05VV-F 3 x 1 mm
aardingskabel moet bij de aansluiting langer zijn, om zo te garanderen dat
deze aansluiting de laatste kabel is die in geval van een risico kan breken.
Wij adviseren het installeren van een meerpolige hoofdschakelaar vóór de
BOB. Deze moet alle polen isoleren en een contactscheiding van ten minste
3 mm bieden.
Alle aangesloten componenten moeten voldoen aan VDE-richtlijnen. Pas al
tijd een trekontlasting toe bij aansluitkabels.
Kabeltypes
2
2
of 3 x 1,5 mm
. De
7633763 - 01 - 23032017