5 Voor de installatie
5
Voor de installatie
5.1
Installatievoorschriften
5.2
Installatie-eisen
24
Opgelet
De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur
worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale
voorschriften.
5.2.1
Corrosiebeveiliging
Opgelet
Gevaar voor schade aan de installatie!
De verbrandingslucht moet vrij zijn van corrosieve elementen - met
name geconstateerde dampen die fluor en chloor bevatten, bijvoor
beeld in oplosmiddelen en reinigingsmiddelen, drijfgassen enz.
Wanneer er warmteproducenten op vloerverwarmingen worden
aangesloten die met plastic leidingen worden toegepast die niet
zuurstofdicht zijn conform DIN 4726, moeten er warmtewisselaars
worden gebruikt om de systemen te scheiden. In het geval van ge
sloten verwarmingssystemen hoeft het water in normale gevallen
niet tegen corrosie te worden behandeld. Dit is voor de respectieve
lijke keteltypes afhankelijk van de waterhardheid en het systeemvo
lume van het verwarmingssysteem. VDI-richtlijn 2035-2 geeft aan
dat een pH-waarde van 9 nooit mag worden overschreden. De pH-
waarde kan op grond van CO
verwarmingssysteem en gecombineerd met de kalkafzetting veran
deren en moet eenmaal per jaar tijdens het onderhoud worden ge
controleerd. Voor verwarmingssystemen en leidingen die niet on
doordringbaar zijn voor zuurstof, moet een systeemscheiding tus
sen de ketel en andere systeemcomponenten die bloot staan het
corrosie worden toegepast.
5.2.2
Luchttoevoeropeningen
Opgelet
Houd de instroomzone vrij.
Blokkeer of sluit nooit ventilatieopeningen af. De instroomzone voor
verbrandingslucht moet vrij worden gehouden.
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging.
De oliegestookte condensatieketel mag alleen worden opgesteld in
ruimten met schone verbrandingslucht. Vreemde voorwerpen mo
gen nooit de inlaatopeningen passeren en het binnenste van de in
stallatie bereiken. De ketel mag niet worden gestart als er sprake is
van een zware stofontwikkeling, bijv. tijdens bouwwerkzaamheden.
De ketel zou beschadigd kunnen worden
Bij gebruik van de BOB op basis van ventilatie moet er een correct bemeten
opening voor verbrandingslucht ter plaatse van de installatie aanwezig zijn.
De operator moet ervan op de hoogte worden gebracht dat de opening niet
mag worden afgesloten of geblokkeerd en dat de luchtinlaatopeningen voor
de verbrandingslucht vrij moeten worden gehouden.
-vorming tijdens de werking van het
2
7633763 - 01 - 23032017