Instellingen
Zaaimachine met twee markeursensoren (Afb.
16/1).
Zaaimachine met een markeursensor (Afb. 17/1)
aan het hydraulische ventiel.
Zaaimachine met een markeursensor (Afb. 18/1)
aan de schakelautomaat.
Afb. 19
22
Afb. 16
Afb. 17
Afb. 18
Aanwijzing bij modus 2, code 2 tot 99 [zie (Afb. 15), op pagina 21]
Bij zaaimachines zonder markeur en zonder markeursensoren
komen de getallen 2 tot 99 met de tijd (seconden) tussen stoppen
(stilstand van het drijfwerk) en het verder tellen van de rijpadenteller
overeen.
Bij zaaimachines zonder markeursensor wordt de rijpadenteller
doorgeschakeld zodra de ingestelde tijd na stilstand van het
drijfwerk verstreken is, bijv. na het optillen van de zaaimachine bij
het keren aan het einde van het veld.
Bij een korte stop binnen de ingestelde tijd telt de rijpadenteller niet
verder.
AMALOG BAH0017.0 07.07