Inbedrijfstelling
5
Inbedrijfstelling
5.1
De terminal monteren
1. De console (Afb. 11/1) trillingsvrij en
elektrisch geleidend rechts van de
bestuurder in de tractorcabine in zicht- en
greepbereik van de terminal (Afb. 11/2)
aanschroeven.
De afstand tot de radio resp. de
radioantenne moet ten minste 1 m
bedragen.
De terminal moet via de console een
leidende verbinding met het
tractorchassis hebben!
Hiervoor de verf voor de montage van
de console aan de montagepunten
verwijderen!
2. De terminal met het tegenstuk (Afb. 11/3)
uitrusten.
5.2
De terminal aansluiten
1. Het tegenstuk (Afb. 12/1) in de console
steken en met de vleugelschroef (Afb. 12/2)
vastklemmen.
18
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de ingebruikneming van de
boordcomputer
Afb. 11
Afb. 12
.
AMALOG BAH0017.0 07.07