Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019
AMAPAD
Deze bedieningshandleiding is geldig vanaf softwareversie: 3.23
Originele bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Amazone AMAPAD

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019 AMAPAD Deze bedieningshandleiding is geldig vanaf softwareversie: 3.23 Originele bedieningshandleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    3.5 Software-teksten Overzicht functiemenu 3.6 Oriëntatiepaden Overzicht kaartweergave Uw mening is belangrijk Overzicht dashboard B Montagehandleiding Overzicht Universal Terminal C Overzicht AmaPad F AmaPad instellen Aansluitingen en toetsen Setup-menu gebruiken Basisknoppen en LED's Gebruikersinstellingen uitvoeren 2.1 Regio-instellingen uitvoeren D Basisbediening 2.2 Lichtbalk configureren...
  • Pagina 4 | INHOUDSOPGAVE | 4.6 Stuurapparaat instellen Opdrachtgegevens importeren Werktuig instellen Taakgegevens exporteren 5.1 Assistent voor werktuigdetectie Taak kiezen gebruiken 10 Taken filteren 5.2 Nieuw werktuig aanmaken 5.3 Werktuig kiezen 11 Taken sorteren 5.4 Werktuiggegevens importeren 12 Taak wissen 5.5 Werktuiggegevens kopiëren 13 Taak bewerken 5.6 ECU-instellen 5.7 Overlapping instellen...
  • Pagina 5 | INHOUDSOPGAVE | 8.1 Spoorafwijking met lichtbalk Automatische sectieregeling gebruiken controleren Regelmodus configureren 8.2 Spoorafwijking met dashboard 3.1 Regelmodus voor buitenste segmenten controleren instellen Leidsporen corrigeren 3.2 Overlappingstolerantie voor veldgrens vastleggen L GPS-ontvangst corrigeren Grenswaarden instellen GPS-driftcompensatie uitvoeren Q Hoeveelheidsregeling gebruiken 1.1 GPS-drift met GPS-driftcompensatie corrigeren 1.2 GPS-drift met vlagpunt corrigeren...
  • Pagina 6 | INHOUDSOPGAVE | T Screenshots maken U Storingen oplossen Storingscodes toekennen LED-indicatie evalueren Systeemdiagnose oproepen Softwareversie bepalen Indexen VERKLARENDE WOORDENLIJST INDEX MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 7: A Over Deze Bedieningshandleiding

    A | Over deze bedieningshandleiding | Over deze bedieningshandleiding CMS-T-00000344-A.1 Betekenis van de bedieningshandleiding CMS-T-00000180-B.1 De bedieningshandleiding is een belangrijk document en onderdeel van het elektronische product. 1. Voor de werkzaamheden de desbetreffende hoofdstukken van de bedieningshandleiding in acht nemen. 2.
  • Pagina 8: Handelingsinstructies

    A | Over deze bedieningshandleiding | Gebruikte weergave 3.2 Handelingsinstructies CMS-T-00000473-A.1 Genummerde handelingsinstructies CMS-T-005217-A.1 Handelingen, die in een chronologische volgorde moeten worden uitgevoerd, zijn als genummerde handelingsinstructies opgenomen. Houd u aan de volgorde van de aangegeven bedieningsinstructies. Een pijl geeft de reactie op de betreffende handeling aan. 1.
  • Pagina 9: Lijsten

    A | Over deze bedieningshandleiding | Gebruikte weergave 3.3 Lijsten CMS-T-00000350-A.1 LIjsten worden bijvoorbeeld gebruikt voor het weergeven van verschillende keuzemogelijkheden. Posities in lijsten worden voorafgegaan door een punt. Voorbeeld: Positie 1 Positie 2 Positie 3 3.4 Positienummers CMS-T-00000351-A.1 Positienummers in de tekst of in de legenda hebben betrekking op de positienummers in de daarnaast of daarboven staande afbeeldingen.
  • Pagina 10: Uw Mening Is Belangrijk

    Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. Stuur uw opmerkingen per brief, fax of e-mail naar ons toe: AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Fax: +49 (0) 5405 501-234 E-mail: td@amazone.de MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 11: B Montagehandleiding

    B | Montagehandleiding | Montagehandleiding CMS-T-001829-A.1 MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 12: C Overzicht Amapad

    C | Overzicht AmaPad | Overzicht AmaPad CMS-T-00000471-A.1 Aansluitingen en toetsen CMS-T-000181-B.1 USB-aansluiting, aan zijkant AmaPad Luidspreker Aan/uit-toets Resettoets USB-aansluiting Seriële poort 2, standaard voor GPS-uitgang Seriële poort 1, standaard voor GPS-ontvanger en voedingsspanning Netwerkaansluiting Basisknoppen en LED's CMS-T-000123-A.1 Lichtbalk...
  • Pagina 13: D Basisbediening

    CMS-T-00000019-A.1 AmaPad inschakelen CMS-T-000837-B.1 1. Groene aan/uit-toets 1 aan de achterzijde van de AMAPAD indrukken en vasthouden tot de lichtbalk begint te branden. De AMAPAD wordt opgestart. De taal van de waarschuwingen en de gebruikersinterface kan direct na het starten van de AMAPAD worden veranderd.
  • Pagina 14: Amapad Uitschakelen

    D | Basisbediening | AmaPad uitschakelen Nadat de AMAPAD is gestart verschijnt een waarschuwing met de gebruiksvoorwaarden. De gebruiksvoorwaarden moeten worden bevestigd voordat de AMAPAD kan worden gebruikt. 6. Gebruiksvoorwaarden lezen. 7. Gebruiksvoorwaarden bevestigen met "JA". Bij de volgende talen moeten de...
  • Pagina 15: Amapad Resetten

    D | Basisbediening | AmaPad resetten AmaPad resetten CMS-T-000207-B.1 Wanneer de AmaPad wordt gereset, gaan niet opgeslagen gegevens verloren. De AmaPad alleen resetten, wanneer deze vastloopt of niet normaal kan worden uitgeschakeld. De rode resettoets 1 aan de achterzijde van de AmaPad indrukken.
  • Pagina 16: Basisknoppen Gebruiken

    D | Basisbediening | Basisknoppen gebruiken Basisknoppen gebruiken CMS-T-00000379-A.1 Help oproepen CMS-T-000738-A.1 1. Met de help oproepen. Op de gebruikersinterface verschijnen vraagtekens naast de knoppen. 2. Vraagteken kiezen. De naam van de betreffende knop wordt getoond. USB-stick veilig verwijderen CMS-T-000734-A.1 1.
  • Pagina 17: Helderheid Instellen

    CMS-T-00000005-A.1 het gewenste helderheidsniveau instellen. Helderheidsmodus kiezen CMS-T-000736-B.1 Het display van de AmaPad heeft 3 helderheidsmodi: Dagmodus: helderheid wordt op 80% ingesteld. Nachtmodus: helderheid wordt op 20% ingesteld. Automatisch: helderheid wordt automatisch aangepast aan de omgevingshelderheid. door de modi schakelen, tot de gewenste modus is ingesteld.
  • Pagina 18: Naar Het Setup-Menu Schakelen

    D | Basisbediening | Tussen de hoofdmenu's schakelen Naar het Setup-menu schakelen CMS-T-001419-B.1 In het bedrijfsmenu met naar het Setup-menu schakelen. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 19: E Overzicht Gebruikersinterface

    E | Overzicht gebruikersinterface | Overzicht gebruikersinterface CMS-T-00000020-B.1 Algemene waarschuwingen CMS-T-000586-B.1 Bij verschillende gebeurtenissen worden waarschuwingen gemeld. Hierna worden de functies van een waarschuwing verklaard. Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende waarschuwingen, zie pagina 217. Als deze regel verschijnt, kunnen aanvullende Onder deze knop staat de oorzaak van de details over de waarschuwing worden opgeroepen.
  • Pagina 20: Algemene Bedieningselementen

    E | Overzicht gebruikersinterface | Algemene bedieningselementen Waarschuwing die door het werktuig wordt gemeld. Naar de Universal Terminal schakelen. Waarschuwing sluiten. Waarschuwingen worden bij AMAZONE-werktuigen in de ECU bevestigd. Waarschuwing bevestigen. Waarschuwing wordt in de ECU bevestigd. Algemene bedieningselementen CMS-T-00000024-A.1 3.1 Selectielijst...
  • Pagina 21: Wizards

    E | Overzicht gebruikersinterface | Algemene bedieningselementen cijferblok. Het toetsenbord wordt automatisch op de ingestelde taal aangepast. Invoer bevestigen met Invoer afbreken met Getalwaarde verhogen met Getalwaarde verlagen met 3.3 Wizards CMS-T-000590-B.1 Wizards begeleiden de gebruikte door gecompliceerde systeeminstellingen. De systeeminstellingen worden in afzonderlijke stappen onderverdeeld.
  • Pagina 22 E | Overzicht gebruikersinterface | Algemene bedieningselementen Naam van de systeeminstelling Terug Stap Voortgang in procenten Knop voor de invoer Verder MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 23: Overzicht Bedrijfsmenu

    Overzicht bedrijfsmenu CMS-T-00000437-A.1 Functiemenu Taakmenu Miniweergave Automatische herkenning achteruitrijden Kaartweergave stuurautomaat Dashboard Via het bedrijfsmenu kunnen alle functies van de AmaPad worden bediend: Toegang tot het werktuigbesturing met de Universal Terminal Sectieregeling Taakbeheer Spoorgeleiding Stuurautomaat MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 24: Knoppen In Het Bedrijfsmenu

    E | Overzicht gebruikersinterface | Knoppen in het bedrijfsmenu Knoppen in het bedrijfsmenu CMS-T-00000025-B.1 5.1 Knoppen in het taakmenu CMS-T-00000576-A.1 Meer Meer Knop Functie Knop Functie informatie informatie Veldmenu Stuurautomaat zie pagina openen menu openen pagina 164 Menu GPS- taakgegevens verschuivings pagina 112 pagina 157...
  • Pagina 25: Knoppen In Menu Taakgegevens

    E | Overzicht gebruikersinterface | Knoppen in het bedrijfsmenu 5.3 Knoppen in menu taakgegevens CMS-T-003901-B.1 Knop Functie Meer informatie Knop Functie Meer informatie Hoeveelheidsreg Afdekking wissen zie pagina zie pagina 189 eling gebruiken Menu gegevensoverdra zie pagina zie pagina 113 Opdracht starten cht openen Nieuwe taak...
  • Pagina 26: Knoppen In Gps-Verschuivingsmenu

    E | Overzicht gebruikersinterface | Knoppen in het bedrijfsmenu 5.6 Knoppen in GPS-verschuivingsmenu CMS-T-003899-B.1 Knop Functie Meer informatie Knop Functie Meer informatie Dichtstbijzijnd Verschuivingsopt leidspoor naar ies voor zie pagina 160 zie pagina 161 voertuigpositie leidspoor openen verschuiven Leidspoor naar Verschoven rechts zie pagina 160...
  • Pagina 27: Knoppen In Universal Terminal

    Overzicht functiemenu CMS-T-00000439-A.1 Via het functiemenu wordt informatie opgeroepen en worden de verschillende functies van de AmaPad en het aangesloten werktuig aangestuurd. In het functiemenu kunnen verschillende knoppen worden weergegeven, afhankelijk van het aangesloten werktuig en de instellingen in het Setup- menu.
  • Pagina 28: Overzicht Kaartweergave

    E | Overzicht gebruikersinterface | Overzicht kaartweergave Miniweergaven van de systeeminformatie Miniweergaven van de kaartweergave Miniweergaven van de Universal Terminal. Het symbool op deze knoppen varieert afhankelijk van het aangesloten invoerapparaat Taakinformatie Automatische sectieregeling Systeemdiagnose GPS-informatie Stamgegevens Bestandsmanager Setup-menu Overzicht kaartweergave CMS-T-00000442-A.1 MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 29: Overzicht Dashboard

    Leidsporen worden op de kaart rood weergegeven. Overzicht dashboard CMS-T-00000443-A.1 Op de volgende afbeelding worden alle beschikbare elementen van het dashboard getoond. Als de AmaPad voor de eerste keer wordt gestart, zijn niet alle elementen geactiveerd. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 30 E | Overzicht gebruikersinterface | Overzicht dashboard Gegevensvelden in het dashboard Gegevens van het werktuig. De getoonde Snelheid gegevens variëren afhankelijk van het aangesloten Rijrichting werktuig. Datum en tijd Spoorafwijking en bewerkt oppervlak GPRS-signaalsterkte en WLAN-signaalsterkte Leidspoornummer en resterende oppervlak GPS-gegevens GPS-gegevens op het dashboard Satellietsymbool en aantal satellieten:...
  • Pagina 31: Overzicht Universal Terminal

    AUX-N-invoer geopend. Bijvoorbeeld voor worden gekozen. een multifunctionele greep of de extra knoppen op de AmaPad. Knoppen op de gebruikersinterface van de ECU (werktuigbesturing): deze knoppen kunnen via het Tussen de aangesloten werktuigen schakelen.
  • Pagina 32: F Amapad Instellen

    F | AmaPad instellen | AmaPad instellen CMS-T-00000022-B.1 Setup-menu gebruiken CMS-T-000422-B.1 MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 33: Gebruikersinstellingen Uitvoeren

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Eerste menuniveau Vorige menu Tweede menuniveau Volgende menu Derde menuniveau Gekozen menu Laatste menuniveau Setup-menu verlaten Instelling uitvoeren De paden naar deze instellingen worden in deze handleiding weergegeven zoals hiernaast getoond. 1. Onder 1 op een gewenst menupunt tikken.
  • Pagina 34: Formaat Voor Decimaal Scheidingsteken Vastleggen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 3. Kies de gewenste taal in de selectielijst. 4. Bevestig met 5. Setup-menu verlaten met 6. Herstart bevestigen met Formaat voor decimaal scheidingsteken vastleggen CMS-T-000170-A.1 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Regio" > "Taal"...
  • Pagina 35: Afstand Tussen De Led's Vastleggen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Lichtbalk" tikken. 2. Op "Lichtstaaf" tikken. 3. Kies "Actief". De lichtbalk is klaar voor gebruik zodra een GPS- signaal aanwezig is. Aan de blauwe LED in het midden van de lichtbalk is herkenbaar dat de lichtbalk is geactiveerd.
  • Pagina 36: Led-Modus Bepalen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Lichtbalk" tikken. 2. Op "LED breedte" tikken. Instelbereik: 0,001 m tot 2 m 3. Afstand invoeren. 4. Bevestig met LED-modus bepalen CMS-T-000848-A.1 Via de LED-modus wordt aangegeven aan welke zijde de LED's van de lichtbalk beginnen te branden als het voertuig zich van het leidspoor verwijdert.
  • Pagina 37: Omgeving Instellen

    2.3 Omgeving instellen CMS-T-00000383-A.1 Volume instellen CMS-T-000994-B.1 De geluiden van de AmaPad zijn uitgeschakeld als het volume op 0% is ingesteld. Het alarmgeluid voor de waarschuwingen uit de Universal Terminal kan niet worden uitgeschakeld. 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Omgeving"...
  • Pagina 38 F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Toetsgeluiden instellen CMS-T-001009-A.1 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Omgeving" tikken. 2. Op "Knopdrukken" tikken. 3. Functie activeren deactiveren. Audioalarm instellen CMS-T-000990-B.1 De AmaPad kan verschillende alarmen uitsturen. Hier kan worden ingesteld of daarbij een signaal weerklinkt.
  • Pagina 39: Touchscreen Opnieuw Kalibreren

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Touchscreen opnieuw kalibreren CMS-T-000253-B.1 Deze functie staat alleen ter beschikking voor AmaPads met modelnummer NI129. Het modelnummer staat op de achterzijde van de AmaPad 1 . Het touchscreen kan worden gekalibreerd wanneer deze niet correct functioneert.
  • Pagina 40: Gevoeligheid Van Het Touchscreen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren De instellingen bevestigen met "APPLY". 10. Kalibratie beëindigen met "Close". De AmaPad start opnieuw. Gevoeligheid van het touchscreen CMS-T-000259-B.1 Deze functie staat alleen ter beschikking voor AmaPads met modelnummer NI129. Het modelnummer staat op de achterzijde van de AmaPad 1 .
  • Pagina 41: Multifunctionele Knop Configureren

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 7. Kalibratie beëindigen met "Close". De AmaPad start opnieuw. Multifunctionele knop configureren CMS-T-000134-A.1 Hier kan de functie van de multifunctionele knop 1 worden bepaald. 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Omgeving" tikken.
  • Pagina 42: System 150 Bestandstransfer

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Omgeving" tikken. 2. Op "Modus global home-scherm" tikken. Mogelijke instellingen: Selectie: met de basisknoppen wordt het menu "Global home-scherm beheren" geopend. Omschakelen: met de basisknop wordt tussen...
  • Pagina 43 F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Omgeving" tikken. 2. Op "Venster status automatische besturing" tikken. Mogelijke instellingen: Uitgeschakeld: het venster voor de stuurstatus kan alleen via het taakmenu worden opgeroepen. Automatisch weergeven: als de stuurautomaat niet kan worden gestart, wordt het venster voor de stuurstatus weergegeven.
  • Pagina 44: Kaart Configureren

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Bij de instelling van grote knoppen moeten de functiebalk en het taakmenu met de vinger worden verschoven om alle knoppen te kunnen gebruiken. 2.4 Kaart configureren CMS-T-00000027-A.1 Focuspunt bepalen CMS-T-000986-A.1 Met het focuspunt kan worden vastgelegd, of het voertuigsymbool of het werktuigsymbool op de kaart wordt gecentreerd.
  • Pagina 45: Kaartfocus Automatisch Verschuiven

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Kaart" tikken. 2. Op "Kaartdraaiing" tikken. Mogelijke instellingen: Actief: de kaart van de kaartweergave kan worden verschoven. Het symbool voor de voertuigfocus wordt op de kaart getoond: Uitgeschakeld: de kaart van de kaartweergave kan niet worden verschoven.
  • Pagina 46: Geladen Dekking Markeren

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Geladen dekking markeren CMS-T-001029-A.1 Met deze instelling wordt vastgelegd hoe het bewerkte oppervlak in de kaartweergave moet worden weergegeven. 1. In het Setup-menu op "Gebruiker" > "Kaart" tikken. 2. "Geladen dekking markeren" selecteren.
  • Pagina 47: Lengte Van De Visuele Referentielijn Bepalen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren Uitgeschakeld: de veldgrensregistratie kan alleen via de knop in het veldmenu worden onderbroken. Lengte van de visuele referentielijn bepalen CMS-T-001033-A.1 Op de kaart kan voor het voertuigsymbool een lijn worden getoond, die bij de handmatige spoorgeleidingen als oriëntatiehulpmiddel dient.
  • Pagina 48: Bedieningselementen Bepalen

    F | AmaPad instellen | Gebruikersinstellingen uitvoeren De toegangsniveaus kunnen in het menu "Bedieningselementen" worden aangepast, zie pagina 46. 2.6 Bedieningselementen bepalen CMS-T-001862-B.1 Met behulp van de bedieningselementen kan de gebruikersinterface van de AmaPad voor de verschillende toegangsniveaus worden ingedeeld.
  • Pagina 49: Systeeminstellingen Uitvoeren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Om een voorbeeldweergave van het geconfigureerde toegangsniveau te beëindigen, "Voorbeeldweergave afbreken" kiezen. Om alle instellingen ongedaan te maken, "Terugstellen" kiezen. De instellingen kunnen als volgt worden gereset: Naar de fabrieksinstellingen Naar de situatie voor de laatste keer inschakelen...
  • Pagina 50: Ondersteuning Op Afstand Activeren

    Neem voor meer informatie contact op met AMAZONE. Ondersteuning op afstand activeren CMS-T-001213-B.1 Met deze functie kan AmaPad via het internet op afstand worden bestuurd. De ondersteuning op afstand is uitsluitend bedoeld voor opgeleid personeel om via het internet onderhoudswerkzaamheden aan AmaPad uit te voeren.
  • Pagina 51: Herkenning Achteruitrijden Activeren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 2. Op "Automatische besturing" tikken. Mogelijke instellingen: Actief: de stuurautomaat kan worden gebruikt. In het bedrijfsmenu verschijnt de knop voor het inschakelen van de stuurautomaat: . In het taakmenu wordt de knop voor het stuuroptiemenu getoond: Uitgeschakeld: de stuurautomaat kan niet worden gebruikt.
  • Pagina 52: Gecontroleerd Verkeer Activeren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Gecontroleerd verkeer activeren CMS-T-001205-B.1 Met deze functie kunnen andere spoorpatronen worden vrijgeschakeld. Voor deze functie moet een licentie worden aangeschaft. Neem voor meer informatie contact op met AMAZONE. Help voor de taakbewerking activeren CMS-T-001187-C.1...
  • Pagina 53: Functies Van Het Werktuig Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 2. Gewenst leidspoorpatroon kiezen. 3. Leidspoorpatroon activeren of uitschakelen. 3.1.3 Functies van het werktuig configureren CMS-T-00000387-A.1 Waterbescherming activeren CMS-T-001265-B.1 Voor deze functie moet een licentie worden aangeschaft. Neem voor meer informatie contact op met AMAZONE.
  • Pagina 54: Quick Start Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 3.1.4 Quick Start configureren CMS-T-00000388-B.1 Opties activeren CMS-T-00000389-B.1 Met behulp van de Quick Start kunnen arbeidsprocessen worden geautomatiseerd. In de lijst "Opties" kunnen de arbeidsprocessen worden gekozen. Het gekozen proces kan dan worden geactiveerd of uitgeschakeld. Bepaalde arbeidsprocessen kunnen worden aangepast.
  • Pagina 55 F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Indien aanvullende instellingen nodig zijn, op de getoonde knoppen tikken en de instellingen uitvoeren. Opties Arbeidsproces Overige instellingen Voorwaarden De actieve taak en de Actieve taak stoppen Geen afgifte worden gestopt. Actuele taak gestopt.
  • Pagina 56 F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Opties Arbeidsproces Overige instellingen Voorwaarden GPS-driftcompensatie Opent de GPS-driftopties Geen instellen Opent het menu waarmee Vlagpunt aanmaken een vlagpunt kan worden Geen gemaakt. "Leidspoorpatroon": Stelt het gewenste Leidspoor in ingestelde Leidspoorpatroon instellen Geen spoorpatroon in.
  • Pagina 57: Optie "Taak Veranderen" Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Opties Arbeidsproces Overige instellingen Voorwaarden "Actie" Leidspoor kiezen: menu voor selecteren van een leidspoor wordt geopend Leidspoor kiezen: menu voor selecteren van een leidspoor wordt geopend "Naam voor leidspoor aanmaken": De Quick Start-info wordt "Standaard": de nieuwe...
  • Pagina 58: Gps Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 4. Onder "Taaknaam instellen" kiezen, hoe de naam voor de nieuwe taak moet worden aangemaakt. Mogelijke instellingen: "Standaard": de nieuwe taak krijgt als naam de datum en tijd van de installatie. "Individueel": een volgende instelling wordt getoond.
  • Pagina 59: Firmware Actualiseren

    NMEA 2000 Firmware actualiseren CMS-T-000462-B.1 De firmware van de aangesloten GPS-ontvanger kan worden geactualiseerd. De actualisering wordt samen met de actualisering voor de AmaPad-software via een USB-stick op de terminal geladen. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 60: Ontstekingslijn Gebruiken

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Firmware-updates kunnen alleen bij de volgende GPS-ontvangers worden uitgevoerd: SGR-1 AGI-3 AGI-4 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" > "Ontvanger" tikken. 2. Op "Firmware upgrade" tikken. 3. Actualisering bevestigen. De waarschuwing verschijnt, dat de AmaPad niet mag worden uitgeschakeld.
  • Pagina 61: Oaf-Bestand Laden

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Mogelijke instellingen: Actief: als het voertuig wordt uitgeschakeld, wordt de GPS-ontvanger gevoed door de accu van het voertuig. Uitgeschakeld: als het voertuig wordt uitgeschakeld, wordt de voeding van de GPS-ontvanger onderbroken. Aanbevolen instelling:...
  • Pagina 62: Correctiesignaal Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" > "Ontvanger" tikken. 2. Op "OAF-bestand laden" tikken. 3. Volg de instructies op het beeldscherm. Baudrate instellen CMS-T-001177-B.1 De Baudrate geeft de overdrachtsnelheid van van de GPS-ontvanger.
  • Pagina 63: Waas Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren De volgende correctiebronnen worden ondersteund: Autonoom: bij deze instelling wordt het GPS- signaal niet gecorrigeerd. Het signaal kan alleen van meerdere GPS-satellieten worden ontvangen. Daarnaast kan Glonass worden geactiveerd. WAAS: de GPS-ontvanger gebruikt het Wide Area Augmentation System.
  • Pagina 64: Egnos Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Welke satellieten beschikbaar zijn, is op internet te vinden. Elke satelliet kan met het PRN-nummer worden geïdentificeerd. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" > "Correctie" tikken. 2. Op de gewenste satellieten tikken.
  • Pagina 65: Msas Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren MSAS configureren CMS-T-00000571-A.1 Voor de correctiebron MSAS moeten de beschikbare satellieten worden geactiveerd. Welke satellieten beschikbaar zijn, is op internet te vinden. Elke satelliet kan met het PRN-nummer worden geïdentificeerd. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" >...
  • Pagina 66: Glonass Activeren

    GLONASS activeren CMS-T-003488-B.1 GLONASS is het Russische satellietnavigatiesysteem. Indien te weinig satellieten voor een GPS-signaal ter beschikking staan, kan de AmaPad de satellieten van de GLONASS gebruiken. Indien GLONASS is geactiveerd, worden signalen van GPS-satellieten niet meer ontvangen, ook als weer voldoende GPS-satellieten bereikbaar zijn.
  • Pagina 67: Back-Upsysteem Activeren

    CMS-T-003494-B.1 Als het GPS-signaal te onnauwkeurig is, kan de stuurautomaat niet worden gestart. Het back-upsysteem maakt het voor de AmaPad mogelijk op het GPS-signaal met de eerstvolgend lagere nauwkeurigheid terug te grijpen om de stuurautomaat toch te starten. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" >...
  • Pagina 68: Seriële Poorten Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 3.3 Seriële poorten configureren CMS-T-00000392-A.1 3.3.1 COM-poort voor GPS-ontvanger instellen CMS-T-001149-A.1 Keuze van de COM-poort voor de GPS-ontvanger. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "GPS" > "Seriële" tikken. 2. "COM GPS-ontvanger" kiezen.
  • Pagina 69: Alarmen Instellen

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 3.4 Alarmen instellen CMS-T-00000394-A.1 3.4.1 Algemene alarmen instellen CMS-T-000324-B.1 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "Alarmen" > "Algemeen" tikken. 2. Alarm uit de alarmlijst selecteren. 3. Op "Status alarm" tikken. 4. Alarm activeren deactiveren.
  • Pagina 70 F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Alarm einde van de reeks instellen CMS-T-001183-B.1 Als het voertuig een veldgrens nadert, kan bij een bepaalde afstand tot de veldgrens een alarm worden gegeven. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "Alarmen" >...
  • Pagina 71: Vlagpunten Configureren

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 9. Op "Vooruitkijkafstand" tikken. 10. Extra afstand bij de eerste en tweede afstand invoeren, waarbij het alarm moet worden gegeven. 3.5 Vlagpunten configureren CMS-T-000341-A.1 In dit menu kunnen de voorinstellingen voor de vlagpunten worden uitgevoerd. Met vlagpunten kunnen gevaarlijke locaties worden gemarkeerd.
  • Pagina 72: Isobus Instellen

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 3.6 ISOBUS instellen CMS-T-00000031-A.1 3.6.1 Universal Terminal instellen CMS-T-00000395-A.1 Universal Terminal activeren CMS-T-001209-A.1 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "ISOBUS" > "UT" tikken. 2. "Universele terminal" kiezen. Mogelijke instellingen: Offline: de verbinding met de Universal Terminal is verbroken.
  • Pagina 73: Verzamelingscache Van De Universal Terminal Wissen

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 2. Op "UT-nummer" tikken. Mogelijke instellingen: Getal tussen 1 en 32 Verzamelingscache van de Universal Terminal wissen CMS-T-00000014-A.1 Bij weergavefouten in Universal Terminal kan de verzamelingscache van de Universal Terminal worden gewist. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "ISOBUS" > "UT"...
  • Pagina 74: Locatie Van De Softtoetsen Bepalen

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Locatie van de softtoetsen bepalen CMS-T-001165-A.1 Locatie van de softtoetsen in Universal Terminal. 1. In het Setup-menu op "Systeem" > "ISOBUS" > "UT" tikken. 2. Op "Locatie softtoets" tikken. 3. Locatie kiezen. Aanbevolen instelling: Rechts (twee kolommen) 3.6.2 Taskcontroller instellen...
  • Pagina 75: Regelmodus Voor De Handmatige Sectieregeling Instelling

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren 3. TC-versie kiezen. TC-nummer instellen CMS-T-003859-B.1 Indien meerdere terminals op een werktuig zijn aangesloten, kan de AmaPad via het TC-nummer eenduidig worden geïdentificeerd. Elke terminal heeft een ander TC-nummer nodig om conflicten te vermijden.
  • Pagina 76: Verzamelingscache Van De Taskcontroller Wissen

    F | AmaPad instellen | Systeeminstellingen uitvoeren Verzamelingscache van de taskcontroller wissen CMS-T-00000015-A.1 Als de indicatie of de overdracht van de werktuigconfiguratie foutief is, kan de verzamelingscache van de taskcontroller worden gewist. 1. In het setup-menu op "Systeem" > "ISOBUS" > "TC"...
  • Pagina 77: Voertuig Instellen

    4.1 Nieuw voertuig aanmaken CMS-T-00000398-A.1 4.1.1 Voertuig uit database kiezen CMS-T-000268-B.1 De AmaPad heeft een database met voertuigen. Uit deze database kan het gewenste voertuig worden gekozen. Als het gewenste voertuig niet in de database aanwezig is, kan een door de gebruiker gedefinieerd voertuig worden aangemaakt, zie pagina 76.
  • Pagina 78: Door Gebruiker Gedefinieerd Voertuig Aanmaken

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen 5. Herstart bevestigen met Het menu voertuiggeometrie wordt weergegeven. Om de voertuiggeometrie te bepalen, zie pagina 77. Voor de zelfrijdende veldspuit AMAZONE Pantera moet op deze plaats het werktuig worden ingesteld;zie pagina 88, "Nieuw werktuig aanmaken", stap 7.
  • Pagina 79 F | AmaPad instellen | Voertuig instellen Het menu voertuiggeometrie wordt weergegeven. Om de voertuiggeometrie te bepalen, zie pagina 77. 4.1.3 Voertuiggeometrie instellen CMS-T-000276-B.1 De voertuiggeometrie is nodig voor de nauwkeurige werking van het leidspoorsysteem. Voertuig exact uitmeten. De tolerantie is 5 cm.
  • Pagina 80: Beschrijving

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen Geometriewa Geometriewa Beschrijving Afbeelding Beschrijving Afbeelding arde arde Afstand van het midden Afstand van de van de vooras Asafstand Ashoogte as tot de tot het midden bodem. van de achteras. Langsverplaat sing van de...
  • Pagina 81: Voertuig Kiezen

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen Geometriewa Geometriewa Beschrijving Afbeelding Beschrijving Afbeelding arde arde Alleen bij rupstractoren. Alleen bij Afstand tussen knikvoertuigen. de linkerrand Afstand tussen Spoorafstand van de linker de achteras en Scharnierpunt rupsketting en de linkerrand scharnierpunt.
  • Pagina 82: Voertuiggegevens Importeren

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen 2. Voertuig uit de lijst kiezen. 3. Keuze bevestigen met Voor bepaalde voertuigen moet opnieuw worden gestart. 4. Herstart bevestigen met Het menu "Voertuiggeometrie" wordt weergegeven. Om de voertuiggeometrie te veranderen, zie pagina 79.
  • Pagina 83: Voertuiggegevens Kopiëren

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen 4.4 Voertuiggegevens kopiëren CMS-T-000468-A.1 Voertuiggegevens kunnen worden gekopieerd om voertuigen aan te maken, die slechts gering van elkaar verschillen. 1. In het setup-menu op "Voertuig" > "Kies" tikken. 2. Voertuig uit de lijst kiezen.
  • Pagina 84: Stuurapparaat Instellen

    4.6.1 Stuurapparaat kiezen CMS-T-001289-B.1 Met deze instelling wordt het stuurapparaat van het voertuig gekozen, welke zich op de AmaPad bevindt. De instellingen van de besturing worden niet aan het gekozen voertuig toegekend. Als een ander voertuig wordt gekozen, moet de besturing worden aangepast.
  • Pagina 85: Can-Bus Kiezen

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen Fendt FSC Case 8800 Lexion (USA) Met de instelling "Automatische detectie" moet ook nog de keuze van het juiste stuurapparaat worden gemaakt. CAN-bus kiezen CMS-T-001322-B.1 De besturing kan via verschillende CAN-bussen plaatsvinden. De instellingen van de besturing worden niet aan het gekozen voertuig toegekend.
  • Pagina 86: Automatische Besturing Inschakelen

    F | AmaPad instellen | Voertuig instellen Automatische besturing inschakelen CMS-T-001285-B.1 De instellingen van de besturing worden niet aan het gekozen voertuig toegekend. Als een ander voertuig wordt gekozen, moet de besturing worden aangepast. VOORWAARDEN Toegangsniveau op "Standaard" of "Ervaren"...
  • Pagina 87: Werktuig Instellen

    Met deze wizard kan een werktuigprofiel worden aangemaakt. De AmaPad herkent alleen ISOBUS-werktuigen automatisch. Als de AmaPad is gestart, wordt de wizard voor de werktuigdetectie in het bedrijfsmenu getoond. De AmaPad heeft maximaal 2 minuten nodig om het werktuig te herkennen.
  • Pagina 88 "Ja". Andere keuzemogelijkheden: "Nee": er wordt geen werktuigprofiel aangemaakt. De AmaPad slaat deze keuze op en opent de wizard voor dit werktuig niet meer. "Annuleren": er wordt geen werktuigprofiel aangemaakt. De AmaPad opent de wizard weer als het werktuig opnieuw wordt aangesloten.
  • Pagina 89 F | AmaPad instellen | Werktuig instellen Als het werktuigtype "Zelfrijdend" is gekozen, voertuigtype uit de lijst kiezen. 4. Verder met Als de naam voor het werktuig moet worden veranderd, "Profielnaam" kiezen en naam invoeren. 6. Verder met Het werktuigprofiel is aangemaakt.
  • Pagina 90: Nieuw Werktuig Aanmaken

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 7. Bevestig met Instructies op het display opvolgen. Als het werktuig moet worden geladen, bevestig dan met 5.2 Nieuw werktuig aanmaken CMS-T-000313-B.1 In deze handleiding worden alleen werktuigen met ISOBUS beschreven. Neem voor meer informatie contact op met AMAZONE.
  • Pagina 91: Werktuig Kiezen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 3. Herstart bevestigen met 4. Op "Naam van het werktuig" tikken. Om de werktuigen eenvoudiger te kunnen beheren, zinvolle werktuignamen gebruiken. 5. Naam invoeren. 6. Invoer bevestigen met De wizard voor het aanmaken van een werktuig wordt getoond.
  • Pagina 92: Werktuiggegevens Importeren

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 2. Werktuig uit de lijst kiezen. 3. Keuze bevestigen met Voor bepaalde werktuigen moet opnieuw worden gestart. 4. Herstart bevestigen met 5.4 Werktuiggegevens importeren CMS-T-000487-B.1 Werktuiggegevens kunnen op een USB-stick worden opgeslagen en naar de AmaPad worden overgedragen.
  • Pagina 93: Ecu-Instellen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 1. In het setup-menu op "Werktuig" > "Kies" tikken. 2. Werktuig uit de lijst kiezen. 3. Keuze bevestigen met Voor bepaalde werktuigen moet opnieuw worden gestart. 4. Herstart bevestigen met 5. Kies 6. "Werktuignaam" kiezen.
  • Pagina 94: Werktuigfunctie Kiezen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen Mogelijke instellingen: Alleen sectieregeling Regeling indeling en applicatiesnelheid Alleen applicatiesnelheid Werktuigfunctie kiezen CMS-T-000899-A.1 1. In het setup-menu op "Werktuig" > "ECU" tikken. 2. Op "Functie werktuig" tikken. Mogelijke instellingen: Sproeier Strooier Plantmachine ECU-instellingen vernieuwen CMS-T-000878-B.1...
  • Pagina 95: Overlapping Instellen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 5.7 Overlapping instellen CMS-T-001094-A.1 Met de overlapping kan de afstand van de leidsporen voor de spoorgeleiding worden beïnvloed. Als het voertuig de leidsporen volgt, steekt het werktuig met de opgegeven waarde in het al bewerkte oppervlak.
  • Pagina 96: Timing Instellen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen Timing instellen CMS-T-000923-B.1 In dit menu worden de vertragingstijden bij het schakelen van de afzonderlijke secties ingesteld. De secties kunnen in de regel "Alle" ook gemeenschappelijk op dezelfde vertragingstijd worden ingesteld. Bij ISOBUS-machines gebeurt de configuratie van de vertragingstijden uitsluitend via de Universal Terminal.
  • Pagina 97: Sectieregeling Voor Kunstmeststrooier Configureren

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 7. In de tabel "Schakelaar" aan elke sectie een schakelaar toekennen. Meerdere secties kunnen met dezelfde sectieschakelaar worden bediend. Daarvoor moet aan de secties dezelfde sectieschakelaar worden toegekend. 5.8.2 Sectieregeling voor kunstmeststrooier configureren CMS-T-00000404-A.1...
  • Pagina 98 F | AmaPad instellen | Werktuig instellen Timing instellen CMS-T-001053-B.1 In dit menu worden de vertragingstijden bij het schakelen van de afzonderlijke secties ingesteld. De secties kunnen in de regel "Alle" ook gemeenschappelijk op dezelfde vertragingstijd worden ingesteld. Bij ISOBUS-machines gebeurt de configuratie van de vertragingstijden uitsluitend via de Universal Terminal.
  • Pagina 99: Ondergrens Voor Werksnelheid Instellen

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 7. In de tabel "Schakelaar" aan elke sectie een schakelaar toekennen. Meerdere secties kunnen met dezelfde sectieschakelaar worden bediend. Daarvoor moet aan de secties dezelfde sectieschakelaar worden toegekend. 5.9 Ondergrens voor werksnelheid instellen CMS-T-001334-A.1...
  • Pagina 100: Gps-Snelheidssimulatie Instellen

    3. Audiosignaal activeren deactiveren. 5.11 GPS-snelheidssimulatie instellen CMS-T-000928-C.1 In dit menu kan worden ingesteld dat de AmaPad de snelheid via het GPS-signaal bepaalt en hoe de AmaPad de snelheid naar het werktuig zendt. De snelheid hoeft alleen aan het werktuig te worden overgedragen als in Universal Terminal geen bron voor de snelheid ter beschikking staat.
  • Pagina 101: Gps/Nmea2000-Positie Activeren

    F | AmaPad instellen | Werktuig instellen Als de ISO-rijsnelheid is geactiveerd, wordt de snelheid via het ISOBUS-protocol aan het werktuig overgedragen. 2. Op "ISO-rijsnelheid" tikken. 3. Snelheidssimulatie activeren deactiveren. Als de GPS NMEA2000-snelheid is geactiveerd, wordt de snelheid via het GPS NMEA2000-protocol aan het werktuig overgedragen.
  • Pagina 102 F | AmaPad instellen | Werktuig instellen 1. In het setup-menu op "Werktuig" > "Snelheid" tikken. 2. Op "Positie GPS NMEA2000" tikken. 3. Functie activeren deactiveren. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 103: G Bedrijfsmenu Gebruiken

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Bedrijfsmenu gebruiken CMS-T-00000438-A.1 Functiemenu gebruiken CMS-T-00000440-A.1 1.1 Miniweergave openen CMS-T-000742-A.1 Met de knoppen in het functiemenu de miniweergave openen. 1.2 Miniweergave maximaliseren CMS-T-000749-A.1 Niet alle miniweergaven kunnen worden gemaximaliseerd. Op miniweergaven, die kunnen worden gemaximaliseerd, is in de rechterbovenhoek deze knop aanwezig: De gemaximaliseerde miniweergave kan niet meer worden geminimaliseerd.
  • Pagina 104: Tabblad In De Miniweergave Gebruiken

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Functiemenu gebruiken Om miniweergaven te maximaliseren, zijn er 2 mogelijkheden: tikken met de vinger vanuit de miniweergave naar rechts over het beeldscherm vegen. 1.3 Tabblad in de miniweergave gebruiken CMS-T-000631-B.1 Enkele miniweergaven bevatten tabbladen, die afzonderlijk kunnen worden geopend.
  • Pagina 105: Kaartweergave Gebruiken

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Kaartweergave gebruiken Opnieuw op de knop van de geopende miniweergave tikken in de miniweergave linksboven op tikken met de vinger horizontaal van de miniweergave op het functiemenu vegen. Kaartweergave gebruiken CMS-T-00000441-A.1 2.1 Kaartweergave oproepen CMS-T-000634-A.1 1.
  • Pagina 106: Kaart Vergroten Of Verkleinen

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Kaartweergave gebruiken 2. Miniweergave maximaliseren. 2.2 Kaart vergroten of verkleinen CMS-T-000628-A.1 In de kaartweergave met kaartfragment vergroten of verkleinen. 2.3 Perspectief veranderen CMS-T-000638-A.1 Er staan 3 perspectieven ter beschikking. De knop verandert afhankelijk van het ingestelde perspectief. Knop Beschrijving De bovenrand van de kaart blijft naar het noorden...
  • Pagina 107: Kaartniveaus Kiezen

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Kaartweergave gebruiken 1. Met de vinger over de kaart vegen. Het symbool voor de voertuigfocus wordt groen. Als het voertuigsysteem weer in het midden van de kaart moet worden weergegeven, het voertuigsymbool focussen. 2.5 Kaartniveaus kiezen CMS-T-000648-A.1 Met kaartniveaus zijn elementen bedoeld die op de kaart worden weergegeven.
  • Pagina 108: Dashboard Configureren

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Dashboard configureren 1. Met het menu "Kaartniveaus" openen. 2. In de lijst de gewenste elementen kiezen. 3. Bevestig met De gekozen elementen worden op de kaart getoond. Dashboard configureren CMS-T-00000444-A.1 3.1 Datavelden toevoegen CMS-T-005024-A.1 VOORWAARDEN Functie in de bedieningselementen geactiveerd;...
  • Pagina 109 G | Bedrijfsmenu gebruiken | Dashboard configureren 1. Op willekeurig gegevensveld in het dashboard tikken. Selectielijst voor de gegevensvelden wordt geopend. 2. Gewenste gegevensvelden kiezen. 3. Bevestig met MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 110: Gegevensvelden Bewerken

    G | Bedrijfsmenu gebruiken | Dashboard configureren 3.2 Gegevensvelden bewerken CMS-T-005022-A.1 1. Op willekeurig gegevensveld in het dashboard tikken. Selectielijst voor de gegevensvelden wordt geopend. Om een aanwezig gegevensveld in het dashboard te bewerken, op het gewenste gegevensveld in het dashboard tikken.
  • Pagina 111 G | Bedrijfsmenu gebruiken | Dashboard configureren 3. Gewenste data voor het gekozen gegevensveld kiezen. 4. Bevestig met MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 112: H Zonder Taak Werken

    H | Zonder taak werken | Zonder taak werken CMS-T-006709-C.1 Indien geen taakgegevens moeten worden geregistreerd, kan worden gewerkt, zonder een taak te gebruiken. Daarvoor wordt via de functie "Quick start" automatisch een taak aangemaakt en weer gewist als de functie opnieuw wordt opgeroepen.
  • Pagina 113 H | Zonder taak werken | 6. In de lijst "Opties" de optie "Andere taak kiezen" selecteren. 7. Met "Status van optie" de optie activeren. 8. Onder "Actie" "Geen taak" kiezen. 9. De optie "Na afloop verbergen" activeren 10. Alle andere geactiveerde opties uitschakelen. 11.
  • Pagina 114: I Taken Beheren

    I | Taken beheren | Taken beheren CMS-T-00000446-C.1 Taakassistent gebruiken CMS-T-006658-C.1 De taakassistent toont informatie over de menu's in de kaartweergave. De informatie bevat instructies, hoe de afzonderlijke menu's moeten worden gebruikt. VOORWAARDEN Taakassistent geactiveerd; zie pagina 50 1. In het taakmenu selecteren.
  • Pagina 115: Stamgegevens Bewerken

    I | Taken beheren | Stamgegevens bewerken De geconfigureerde procedure wordt gestart. Stamgegevens bewerken CMS-T-006674-A.1 In de menu's voor de keuze van de stamgegevens kunnen de stamgegevens ook worden aangemaakt, bewerkt of gewist. De volgende gegevens behoren tot de stamgegevens: Klantgegevens Agrarische bedrijfsgegevens Arbeidergegevens...
  • Pagina 116 I | Taken beheren | Taak starten VOORWAARDEN GPS-ontvanger aangesloten GPS geconfigureerd; zie pagina 56. Voertuig ingesteld; zie pagina 75 Werktuig ingesteld; zie pagina 85 Veld aangemaakt; zie pagina Taak opgesteld en veld aan taak toegevoegd; zie pagina 1. In het taakmenu op tikken.
  • Pagina 117: Taak Onderbreken

    I | Taken beheren | Taak onderbreken Taak onderbreken CMS-T-001442-B.1 Als een taak wordt onderbroken, wordt de afgifte gestopt en worden geen taakgegevens meer geregistreerd. 1. In het taakmenu op tikken. 2. Met de taak onderbreken. De knop verandert in de knop Nieuwe taak aanmaken CMS-T-000353-B.1 Om een veld te kunnen bewerken, is een taak nodig.
  • Pagina 118: Opdrachtgegevens Importeren

    190. Opdrachtgegevens importeren CMS-T-000400-B.1 Taakgegevens kunnen met een Farm Management Information Systeem op een PC worden aangemaakt. Deze taakgegevens kunnen dan als taakgegevensbestand ("TASKDATA.XML") met een USB-stick aan de AmaPad worden overgedragen. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 119 Een "TASKDATA.XML"-bestand kan echter meerdere taakgegevens bevatten. Als er taakgegevens worden geïmporteerd, dan worden de aanwezige taken op de AmaPad gewist. Om de aanwezige taken te behouden, moeten deze worden geëxporteerd; zie pagina . 1. USB-stick met het "TASKDATA.XML"-bestand in de AmaPad steken.
  • Pagina 120: Taakgegevens Exporteren

    6. Gewenste "TASKDATA.XML"-bestand kiezen. 7. Onder "Importmodus" kiezen, of alle gegevens of alleen de stamgegevens moeten worden geïmporteerd. 8. Keuze bevestigen met Indien taakgegevens op de AmaPad aanwezig zijn: Overschrijven bevestigen. De taakgegevens worden geïmporteerd. Taakgegevens exporteren CMS-T-000396-B.1 Taakgegevens kunnen met een USB-stick worden geëxporteerd om deze met een Farm Management...
  • Pagina 121: Taak Kiezen

    I | Taken beheren | Taak kiezen 2. In het taakmenu op tikken. 3. Op tikken. 4. Op tikken. Menu "Taakgegevens exporteren" wordt geopend. Naast het ISO-XML-formaat kunnen de bestandsformaten CSV en shapefile (vormbestand) worden gekozen. 5. Op "Exportformaten" tikken. Als andere gegevensformaten nodig zijn, andere gegevensformaten kiezen.
  • Pagina 122: Taken Filteren

    I | Taken beheren | Taken filteren Overzicht menu: "Filters": taken filteren; zie pagina 120. "Sorteren": taken sorteren; zie pagina 121. In deze keuzelijst kunnen de gevonden taken worden gekozen. "Overzicht": in het overzicht wordt de informatie over de gekozen taak getoond. In het onderste bereik worden de veldgrenzen van de gekozen taak getoond.
  • Pagina 123: Taken Sorteren

    I | Taken beheren | Taken sorteren Het gekozen filter wordt getoond. 4. Op het filter tikken. 5. Gewenste stamgegevens kiezen. 6. Keuze bevestigen met De taken worden op de gekozen stamgegevens gefilterd. Taken sorteren CMS-T-004588-A.1 Gevonden taken kunnen volgens de volgende methoden worden gesorteerd: Naam: de taken worden alfabetisch gerangschikt Starttijd: de taken worden op starttijdstip...
  • Pagina 124: Taak Wissen

    I | Taken beheren | Taak wissen Taak wissen CMS-T-000129-B.1 Het bewerkte oppervlak en de geregistreerde totaalwaarden van de actuele taak kunnen worden gewist. Stamgegevens en bestandsgegevens worden niet gewist. Om stamgegevens te wissen, zie pagina . Om bestandsgegevens te wissen, bestandsmanager gebruiken;...
  • Pagina 125: Taakinformatie Oproepen

    I | Taken beheren | Taakinformatie oproepen 1. In het functiemenu kiezen. 2. Via de knoppen 1 het tabblad voor de gewenste gegevens oproepen. Om de stamgegevens te sorteren of te filteren, kies dan Om stamgegevens te bewerken, kies dan Om nieuwe stamgegevens toe te voegen, kies dan Om stamgegevens te wissen,...
  • Pagina 126: Gewerkte Tijd Vastleggen

    I | Taken beheren | Gewerkte tijd vastleggen Taakinstellingen Taakstatistiek Taaktotaalwaarden Spoorgeleiding Taakstatus: taak gestart: ; taak gestopt: Om een totaaloverzicht te krijgen, Miniweergave maximaliseren. Gewerkte tijd vastleggen CMS-T-000416-B.1 Gedurende het uitvoeren van een taak kunnen gedetailleerde gegevens over het werk worden verzameld.
  • Pagina 127 I | Taken beheren | Gewerkte tijd vastleggen 3. Werkzaamheden kiezen, die moeten worden uitgevoerd. 4. Taak starten. De gewerkte tijd wordt gedocumenteerd. De standaardinstelling voor het type werkzaamheden is "Effectief". Als de taak wordt onderbroken, wordt het type werkzaamheden naar de standaardinstelling teruggezet.
  • Pagina 128: J Velden Beheren

    J | Velden beheren | Velden beheren CMS-T-00000447-A.1 Nieuw veld aanmaken CMS-T-000499-B.1 Met veld is het te bewerken gebied bedoeld. Een veld moet worden aangemaakt, zodat veldgrenzen en vlagpunten kunnen worden aangemaakt en opgeslagen. 1. In het taakmenu op tikken. 2.
  • Pagina 129: Veldgrens Aanmaken

    3 worden gedefinieerd. Met behulp van de geregistreerde veldgrens berekent de AmaPad de grootte van de gemarkeerde zone. Indien de zone als werkbereik is gedefinieerd, kan de AmaPad de grootte van de bewerkte en resterende oppervlakken berekenen. Als er een veldgrens is aangemaakt, kan de automatische sectieregeling de afgifte stoppen zodra het werktuig het werkbereik verlaat.
  • Pagina 130 J | Velden beheren | Veldgrens aanmaken Veldlijnmarge Rand van de veldlijnmarge Veldgrens op de AmaPad VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Taak aangemaakt en veld aan taak toegevoegd; zie pagina Werktuig gekozen; zie pagina 89 Het werktuig hoeft niet op het voertuig te zijn aangebracht.
  • Pagina 131: Veldgrensregistratie Onderbreken

    J | Velden beheren | Veldgrens aanmaken 3. Onder "Registratie offset" aangeven, aan welke zijde van het werktuig de veldgrens wordt geregistreerd. Om de veldlijnmarge te vergroten of te verkleinen, onder "Extra offset" een positieve of negatieve waarde invoeren. 5. Onder "Registratie positie" de exacte positie aangeven, waarop de veldgrens wordt geregistreerd.
  • Pagina 132: Onderbreking Met De Sectieregeling

    CMS-T-000375-B.1 Veldgrenzen die vooraf in een Farm Management Information System zijn aangemaakt kunnen uit vormbestanden worden geladen. De vormbestanden kunnen met een USB-stick naar de AmaPad worden getransfereerd. VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Taak aangemaakt en veld aan taak toegevoegd;...
  • Pagina 133: Veldgrens Uit Dekking Aanmaken

    Als het voertuig zich in de nabijheid van de veldlijnmarge bevindt, wordt de veldlijnmarge op de kaart weergegeven. 2.4 Veldgrens uit dekking aanmaken CMS-T-002602-B.1 De AmaPad kan een bewerkt oppervlak van een veldgrens voorzien. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk een MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 134 J | Velden beheren | Veldgrens aanmaken veldrand te bewerken en uit het bewerkte oppervlak de veldgrens aan te maken. Naast veldgrenzen voor velden kunnen veldgrenzen voor uitsluitingszones worden aangemaakt. VOORWAARDEN Alle veldgrenzen gewist, die voor dit veld zijn opgeslagen; zie pagina Rand van de veldlijnmarge bewerkt 1.
  • Pagina 135 J | Velden beheren | Veldgrens aanmaken Indien uitsluitingszones moeten worden aangemaakt, de knop "Uitgesloten regio's" kiezen. De knop "Uitgesloten regio's" wordt groen. 7. Met de instelling "Minimaal uitgesloten oppervlak" de minimale grootte voor uitsluitingszones instellen. 8. De instellingen bevestigen met De veldgrenzen worden conform de instellingen aangemaakt.
  • Pagina 136: Veldgrens Bewerken

    J | Velden beheren | Veldgrens bewerken Veldgrens bewerken CMS-T-001639-B.1 1. Vinger op een willekeurig punt op de kaart plaatsen. De keuzebevestiging 1 wordt na een halve seconden gekleurd. 2. De vinger naar een veldgrens bewegen, tot de veldgrensinformatie 2 wordt getoond. 3.
  • Pagina 137: Keerstrook Instellen

    Keerstrook instellen CMS-T-000411-C.1 De keerstrook beschrijft het gebied binnen de veldgrens, waarin het voertuig wordt gekeerd. De keerstrookgrenzen worden op de AmaPad met een oranje lijn gemarkeerd. De automatische sectieregeling kan zodanig worden geconfigureerd, dat de secties binnen de keerstrook uitschakelen;...
  • Pagina 138: Keerstrookacties Instellen

    Indien acties moeten worden uitgevoerd als het voertuig de keerstrook nadert, zie pagina 136. 8. De instellingen bevestigen met Keerstrookacties instellen CMS-T-00000450-A.1 Alarm instellen CMS-T-001458-B.1 Als deze keerstrookactie is geactiveerd, geeft de AmaPad een alarm zodra het voertuig de keerstrook nadert. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 139 J | Velden beheren | Keerstrookacties instellen 1. In het menu "Keerstrookopties" op "Acties configureren" tikken. 2. Onder "Naam actie" "Alarm" kiezen. 3. Onder "Status actie" de actie activeren. 4. Onder "Bericht" een tekst voor de alarmmelding invoeren. 5. Onder "Type audio" kiezen, of een alarmgeluid moet worden gegeven.
  • Pagina 140 J | Velden beheren | Keerstrookacties instellen Auto-Zoom instellen CMS-T-001464-B.1 Als deze keerstrookactie is geactiveerd, zoomt de AmaPad in op de kaart zodra het voertuig de keerstrook nadert. 1. In het menu "Keerstrookopties" op "Acties configureren" tikken. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 141: Alle Veldgrenzen Wissen

    J | Velden beheren | Alle veldgrenzen wissen 2. Onder "Naam actie" "Auto Zoom" kiezen. 3. Onder "Status actie" de actie activeren. 4. Onder "Zoomniveau" instellen, hoever de automatische zoom de kaart moet vergroten. 5. De instellingen bevestigen met Alle veldgrenzen wissen CMS-T-000711-B.1 Met deze functie worden alle veldgrenzen gewist, die aan het gekozen veld zijn toegekend.
  • Pagina 142: Individueel Markeringspunt Plaatsen

    J | Velden beheren | Vlagpunt plaatsen Vlagpunten kunnen in het setup-menu worden aangepast, zie pagina 69. 1. Naar de gevaarlijke locatie rijden. Een vlagpunt wordt altijd op de positie van de achteras van het voertuig geplaatst. 2. In het taakmenu op tikken.
  • Pagina 143 J | Velden beheren | Vlagpunt plaatsen Een vlagpunt wordt altijd op de positie van de achteras van het voertuig geplaatst. 2. In het taakmenu op tikken. 3. Met het menu "Vlagpunt toevoegen" oproepen. 4. Op "Individueel" tikken. 5. Gewenste symbool kiezen. 6.
  • Pagina 144: Vlagpunt Voor Gps-Driftcompensatie Plaatsen

    J | Velden beheren | Vlagpunt plaatsen Het vlagpunt is geplaatst. 7.3 Vlagpunt voor GPS-driftcompensatie plaatsen CMS-T-000387-A.1 Met de GPS-driftcompensatie kunnen afwijkingen in het GPS-signaal worden gecorrigeerd. Hiervoor kan een vlakpunt als referentiepunt worden gebruikt. VOORWAARDEN GPS-signaal met zo hoog mogelijke nauwkeurigheid aanwezig Voertuiggeometrie ingesteld;...
  • Pagina 145: Vlagpunt Bewerken

    J | Velden beheren | Vlagpunt plaatsen 5. Gewenste symbool kiezen. 6. Op "Vlagpuntnaam" tikken. Om het vlagpunt eenduidig als referentiepunt te markeren, een zinvolle naam toekennen. 7. Naam invoeren. 8. Gewenste symbool kiezen. 9. Bevestig met Het vlagpunt is geplaatst. 7.4 Vlagpunt bewerken CMS-T-000384-A.1 1.
  • Pagina 146 J | Velden beheren | Vlagpunt plaatsen Mogelijke instellingen: "Wijzigen": symbool voor vlagpunt veranderen. "Hernoemen": vlagpunt hernoemen. "Wissen": vlagpunt wissen. "Alle wissen": alle vlagpunten van de actuele taak wissen. "GPS-driftcompensatie": GPS-driftcompensatie uitvoeren. Het voertuigsymbool wordt naar de positie van het gekozen vlagpunt verschoven; zie pagina 158 MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 147: K Leidsporen Gebruiken

    K | Leidsporen gebruiken | Leidsporen gebruiken CMS-T-00000452-A.1 Leidspoorpatroon kiezen CMS-T-003889-B.1 Leidsporen geven de bestuurder aan welk spoor moet worden gevolgd om het veld gelijkmatig te bewerken. Leidsporen zijn bovendien voor de stuurautomaat nodig. De afstand van de leidsporen komt overeen met de ingestelde werkbreedte.
  • Pagina 148: Rechte A-B Lijn Aanmaken

    K | Leidsporen gebruiken | Rechte A-B lijn aanmaken Rechte A-B lijn aanmaken CMS-T-000439-B.1 Rechte A-B lijnen zijn geschikt voor velden, die hoofdzakelijk in rechte sporen worden bewerkt. VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Leidspoorpatroon voor A-B lijnen gekozen; zie pagina Zonder veldgrens wordt alleen het middelste leidspoor en de leidsporen rechts en links van het voertuigsymbool weergegeven.
  • Pagina 149: A-B Lijn Handmatig Aanmaken

    A-B lijn vastleggen. 8. Rij naar het einde van de rij. 9. Met het eindpunt van de A-B lijn instellen. De AmaPad voegt de overige leidsporen automatisch toe. A-B lijn handmatig aanmaken CMS-T-000445-B.1 De coördinaten van het startpunt en eindpunt van de A- B lijn kunnen handmatig worden ingevoerd.
  • Pagina 150 K | Leidsporen gebruiken | A-B lijn handmatig aanmaken Mogelijke instellingen: Startpunt instellen: bepaalt het startpunt van de A-B lijn aan de hand van de actuele voertuigpositie. Geografische breedte van het startpunt voor de A-B lijn. Geografische lengte van het startpunt voor de A-B lijn.
  • Pagina 151: Curveleidsporen Aanmaken

    K | Leidsporen gebruiken | Curveleidsporen aanmaken Curveleidsporen aanmaken CMS-T-000449-A.1 Curveleidsporen zijn geschikt voor velden, die niet rechthoekig zijn. Het curveleidspoor kan bijvoorbeeld langs een onregelmatige veldrand worden geregistreerd. De veldrand dient dan als sjabloon voor het curveleidspoor. VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Leidspoorpatroon voor curveleidspoor gekozen;...
  • Pagina 152 K | Leidsporen gebruiken | Curveleidsporen aanmaken Om de leidspoorregistratie te onderbreken, tikken. Tussen het einde van het geregistreerde leidspoor en het voertuigsymbool verschijnt een stippellijn. Zodra de leidspoorregistratie wordt voortgezet, worden de openingen tussen het einde van het geregistreerde leidspoor en het voertuigsymbool door een rechte lijn vervangen.
  • Pagina 153: Cirkelleidsporen Aanmaken

    K | Leidsporen gebruiken | Cirkelleidsporen aanmaken Cirkelleidsporen aanmaken CMS-T-000621-B.1 Cirkelleidsporen zijn geschikt voor speciale bewerkingsvormen, waarbij de velden cirkelvorming rondom het veldmiddelpunt worden bewerkt. VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Leidspoorpatroon voor cirkelleidsporen gekozen; zie pagina 1. In het taakmenu op tikken.
  • Pagina 154: Adaptieve Curveleidsporen Aanmaken

    K | Leidsporen gebruiken | Adaptieve curveleidsporen aanmaken 7. Cirkelvormig rondom het veldmidden rijden. Als de AmaPad de radius van de cirkel heeft herkend, worden de cirkelleidsporen aangemaakt. Alleen het middelste cirkelleidspoor en de cirkelleidsporen links en rechts van het voertuig worden weergegeven.
  • Pagina 155: Leidsporen Hergebruiken

    K | Leidsporen gebruiken | Leidsporen hergebruiken Het adaptieve curveleidspoor wordt pas getoond zodra het voertuig naar de volgende rij gaat. Leidsporen hergebruiken CMS-T-000769-B.1 Aangemaakte leidsporen kunnen voor verschillende taken worden hergebruikt. Adaptieve curveleidsporen kunnen niet worden hergebruikt. VOORWAARDEN Veld aangemaakt; zie pagina Leidspoorpatroon gekozen, dat moet worden hergebruikt;...
  • Pagina 156: Leidsporen Volgen

    K | Leidsporen gebruiken | Leidsporen volgen Als het leidspoor van een USB-stick moet worden geladen, Knop 5 kiezen. 4. Klant kiezen 1 . 5. Bedrijf kiezen 2 . 6. Veld kiezen 3 . 7. Leidspoor kiezen 4 . 8. Bevestig met Indien een correctiebron met lagere nauwkeurigheid is gekozen, wordt een nauwkeurigheidswaarschuwing getoond.
  • Pagina 157: Spoorafwijking Met Dashboard Controleren

    K | Leidsporen gebruiken | Leidsporen volgen VOORWAARDEN Lichtbalk geactiveerd; zie pagina 32 LED-modus gekozen; zie pagina 34 Als de LED-modus "Naartoe rijden" is gekozen, het voertuig naar de zijde sturen waar de LED van de lichtbalk branden als de LED-modus "Wegrijden" is gekozen, het voertuig van de zijde weg sturen waar de LED van de lichtbalk branden.
  • Pagina 158: Leidsporen Corrigeren

    GPS-drift. Als de getoonde leidsporen niet meer overeenstemmen met de werkelijke sporen op het veld, kunnen de getoonde leidsporen op de AmaPad handmatig worden verschoven. Om de leidsporen te corrigeren, zie pagina 160. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 159: L Gps-Ontvangst Corrigeren

    De GPS- drift kan worden herkend doordat de positie van het voertuigsymbool op de AmaPad niet meer overeenkomt met de werkelijke positie van het voertuig. Om de GPS-drift te herkennen, is een werkelijk en een virtueel referentiepunt nodig.
  • Pagina 160: Gps-Drift Met Vlagpunt Corrigeren

    De GPS- drift kan worden herkend doordat de positie van het voertuigsymbool op de AmaPad niet meer overeenkomt met de werkelijke positie van het voertuig. Om de GPS-drift te herkennen, is een werkelijk en een virtueel referentiepunt nodig.
  • Pagina 161 L | GPS-ontvangst corrigeren | GPS-driftcompensatie uitvoeren VOORWAARDEN Vlagpunt als referentiepunt ingesteld; zie pagina 142 1. Vinger op een willekeurig punt op de kaart plaatsen. De keuzebevestiging 1 wordt na een halve seconden gekleurd. 2. De vinger op een vlagpunt bewegen, tot de vlagpuntnaam 2 wordt weergegeven.
  • Pagina 162: Leidsporen Corrigeren

    Het verloop van de leidsporen kan worden gecorrigeerd om afwijkingen te compenseren die door de GPS-drift ontstaan. Als de getoonde leidsporen niet meer overeenstemmen met de werkelijke sporen op het veld, kunnen de getoonde leidsporen op de AmaPad handmatig worden verschoven. 1. In het taakmenu op tikken.
  • Pagina 163: Leidspoor Met Opgegeven Lengte Verschuiven

    GPS-drift ontstaan. Als de getoonde leidsporen niet meer overeenstemmen met de werkelijke sporen op het veld, kunnen de getoonde leidsporen op de AmaPad met een bepaalde lengte worden verschoven. 1. In het taakmenu op tikken.
  • Pagina 164: Gecorrigeerde Leidsporen Opslaan

    L | GPS-ontvangst corrigeren | Gecorrigeerde leidsporen opslaan 1. In het taakmenu op tikken. 2. Met het naastgelegen leidspoor naar de voertuigpositie verschuiven. Gecorrigeerde leidsporen opslaan CMS-T-000793-B.1 Gecorrigeerde leidsporen moeten onder een nieuwe naam worden opgeslagen. De eerder aangemaakte leidsporen blijven behouden. 1.
  • Pagina 165 L | GPS-ontvangst corrigeren | GPS-informatie oproepen GPS-positie Voertuigoriëntatie GPS-nauwkeurigheid GPS-nauwkeurigheid Aantal satellieten, satellietinformatie oproepen Gebruikte correctiesignaal Ouderdom van het correctiesignaal in seconden Horizontale positieafwijking: waarde kleiner dan 1: hoge nauwkeurigheid, waarde groter dan 4: lage nauwkeurigheid MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 166: M Stuurautomaat Gebruiken

    Stuurautomaat gebruiken CMS-T-00000457-A.1 Besturing kalibreren CMS-T-000668-B.1 De AmaPad kan aan de hand van de GPS-gegevens de besturing van het voertuig overnemen en het op een aangemaakt leidspoor houden. Voor de correcte werking van de stuurautomaat moet de besturing worden gekalibreerd.
  • Pagina 167: Status Besturing Oproepen

    De kompaskalibratie wordt gestart. 5. Volg de instructies op het beeldscherm. De wielhoeksensor hoeft voor de zelfrijdende veldspuit AMAZONE Pantera niet te worden gekalibreerd. Neem voor meer informatie over andere voertuigen contact op met AMAZONE. De richtingshoek hoeft alleen te worden gekalibreerd indien "RTK"...
  • Pagina 168 M | Stuurautomaat gebruiken | Status besturing oproepen VOORWAARDEN Voertuig staat stil Statusvenster stuurautomaat geactiveerd; zie pagina 40 Knop voor het starten van de stuurautomaat is rood: Voertuig met stuurautomaat ingesteld; zie pagina 82 Geschikte GPS-ontvanger ingesteld (AGI-3 of AGI-4); zie pagina 56 Automatische besturing geactiveerd;...
  • Pagina 169 Dichter naar het leidspoor toe rijden. Verbinding met GPS-ontvanger controleren. Weglijn gesynchroniseerd Leidspoor opnieuw laden en wachten tot het leidspoor is gesynchroniseerd. Handeling niet toegestaan Alle handelingen beëindigen, die op de AmaPad worden uitgevoerd. Aanwezigheid bestuurder Op de chauffeursstoel zitten. Stuurwiel Stuurwiel loslaten.
  • Pagina 170: Stuurautomaat Inregelen

    M | Stuurautomaat gebruiken | Stuurautomaat inregelen Stuurautomaat inregelen CMS-T-000604-A.1 1. In het taakmenu op tikken. 2. Met het menu "Stuurinregeling" oproepen. BELANGRIJK Gevaar voor schade aan de machine! Door hoge instelwaarden reageert de stuurautomaat agressief. Daardoor kan schade aan aangekoppelde werktuigen of aan spuitbomen ontstaan.
  • Pagina 171: Stuurautomaat Inschakelen

    M | Stuurautomaat gebruiken | Stuurautomaat inschakelen Stuurautomaat inschakelen CMS-T-001557-B.1 VOORWAARDEN Voertuig met stuurautomaat ingesteld, zie pagina 75 Geschikte GPS-ontvanger ingesteld (AGI-3 of AGI-4), zie pagina 56 Automatische besturing geactiveerd, zie pagina 84 Besturing gekalibreerd, zie pagina 164. Aan alle voorwaarden voor de besturingsstatus voldaan, zie pagina 165 Stuurautomaat ingesteld, zie pagina 168 Voertuig bevindt zich op leidspoor...
  • Pagina 172: Stuurautomaat Uitschakelen

    M | Stuurautomaat gebruiken | Stuurautomaat uitschakelen knippert geel-wit. 2. Voertuig versnellen. Zodra het voertuig de benodigde snelheid heeft bereikt, wordt de stuurautomaat automatisch ingeschakeld. Stuurautomaat uitschakelen CMS-T-000700-A.1 Indien niet alle voorwaarden van de besturingsstatus vervuld zijn, wordt de stuurautomaat uitgeschakeld. Voor een overzicht van de voorwaarden, zie pagina 165.
  • Pagina 173: N Universal Terminal Gebruiken

    CMS-T-00000556-A.1 Met de Universal Terminal kan de ECU van het werktuig worden benaderd. De gebruikersinterface van de machinebesturing wordt op de AmaPad afgebeeld en kan van daaruit worden bediend. De miniweergave voor de Universal Terminal bevindt zich in de functiebalk in het bedrijfsmenu.
  • Pagina 174: Fragment In De Miniweergave Vergroten

    Het kan tot 2 minuten duren, voordat het werktuig of het externe invoerapparaat de AUX-N-toewijzingen verzendt. Als de AmaPad is gestart en een werktuig of een extern invoerapparaat is aangesloten, wordt een melding over de verzonden AUX-N-toewijzingen getoond. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 175 N | Universal Terminal gebruiken | Automatische AUX-N-toewijzingen gebruiken De volgende keuzemogelijkheden staan ter beschikking: Met "Ja" de verzonden AUX-N-toewijzingen overnemen Verzonden AUX-N-toewijzingen wijzigen Als de verzonden AUX-N-toewijzingen gewijzigd moeten worden, op "Lijst" tikken. De lijst met de verzonden AUX-N-toewijzingen wordt in Universal Terminal geopend.
  • Pagina 176: Aux-N-Functie Beheren

    N | Universal Terminal gebruiken | AUX-N-functie beheren AUX-N-functie beheren CMS-T-00000460-A.1 4.1 AUX-N-toewijzingen openen CMS-T-00000461-A.1 De functies van de AmaPad en de functies van het aangesloten werktuig kunnen via sneltoetsen en via externe invoerapparaten worden uitgevoerd. Indien bijvoorbeeld een AmaPilot is aangesloten, kunnen met...
  • Pagina 177 N | Universal Terminal gebruiken | AUX-N-functie beheren Toewijzing voor extern invoerapparaat CMS-T-002579-A.1 VOORWAARDEN Extern invoerapparaat aangesloten Extern invoerapparaat in Universal Terminal geladen 1. Toets op extern invoerapparaat indrukken, bijvoorbeeld op de AmaPilot Gekozen toets wordt aan de functie toegewezen. 2.
  • Pagina 178 N | Universal Terminal gebruiken | AUX-N-functie beheren Het menu "Kies invoer" wordt geopend. 2. Invoerapparaat uit de lijst kiezen. 3. Knop of toets voor de toewijzing kiezen Toewijzing wissen met 4. Toewijzingen bevestigen met Toewijzing wissen CMS-T-002577-A.1 Om de toewijzing te wissen, Kies 2.
  • Pagina 179: O Automatische Herkenning Achteruitrijden Gebruiken

    O | Automatische herkenning achteruitrijden gebruiken | Automatische herkenning achteruitrijden gebruiken CMS-T-000153-A.1 Met de automatische herkenning van het achteruitrijden wordt vastgesteld, of het voertuig achteruit rijdt. Zodra het achteruitrijden wordt herkend, beweegt ook het voertuigsymbool op de kaart achteruit. Zonder de automatische herkenning van het achteruitrijden draait het voertuigsymbool om bij het achteruitrijden.
  • Pagina 180: P Sectieregeling Gebruiken

    P | Sectieregeling gebruiken | Sectieregeling gebruiken CMS-T-00000462-A.1 Handmatige sectieregeling gebruiken CMS-T-001507-B.1 Voor veldspuiten en zaaimachines kunnen virtuele sectieschakelaars worden geactiveerd. Met de virtuele sectieschakelaars kunnen afzonderlijke secties worden ingeschakeld en uitgeschakeld. De miniweergave voor de handmatige sectieregeling bevindt zich in de functiebalk in het bedrijfsmenu. Als alternatief kunnen virtuele sectieschakelaars op de kaart in de kaartweergave worden opgeroepen.
  • Pagina 181 P | Sectieregeling gebruiken | Handmatige sectieregeling gebruiken Sectieschakelaar in de kaartweergave Sectienummers Status van de sectieschakelaar: groen: sectieschakelaar ingeschakeld, rood: Sectiestatus: rood: sectie uitgeschakeld, geel: sectieschakelaar uitgeschakeld sectie ingeschakeld en afgifte gestopt (normaal door automatische sectieregeling). Groen: sectie ingeschakeld en afgifte gestart. Oranje: sectie is ingeschakeld en afgifte gestopt of sectie is uitgeschakeld en afgifte gestart (in de regel door schakelvertraging)
  • Pagina 182: Automatische Sectieregeling Gebruiken

    P | Sectieregeling gebruiken | Automatische sectieregeling gebruiken Automatische sectieregeling gebruiken CMS-T-001490-B.1 Bij de automatische sectieregeling worden de secties van het werktuig automatisch uitgeschakeld als het werktuig over een bepaalde grens of een bewerkt oppervlak wordt gereden. Veldgrenzen Niet bewerkte oppervlakken worden donkergrijs weergegeven, bijvoorbeeld uitsluitingszones Bewerkte oppervlakken worden lichtgrijs weergegeven...
  • Pagina 183: Regelmodus Configureren

    P | Sectieregeling gebruiken | Regelmodus configureren Om de veldgrens te bepalen, zie pagina 186. Om de automatische sectieregeling in te schakelen of uit te schakelen, op "ASC" tikken. Regelmodus configureren CMS-T-00000463-A.1 Regelmodus voor binnenste segment instellen CMS-T-003904-B.1 De regelmodus voor de binnenste segmenten beschrijft de overlapping van de binnenste secties.
  • Pagina 184: Voorbeeldinstellingen

    P | Sectieregeling gebruiken | Regelmodus configureren Voorbeeldinstellingen Verklaring Afbeelding De secties worden uitgeschakeld voordat een overlapping plaatsvindt. De secties worden uitgeschakeld zodra deze voor de helft in het bewerkte oppervlak steken. De secties worden uitgeschakeld zodra 100% deze zich volledig boven het bewerkte oppervlak bevinden.
  • Pagina 185 P | Sectieregeling gebruiken | Regelmodus configureren Miniweergave van de automatische sectieregeling wordt geopend. 2. Op "Regelmodus" tikken. Het menu "ASC-regelmodus" wordt geopend. 3. Onder "Regelmodus binnenste secties" de procentuele waarde via de schuifregelaar instellen Procentuele waarde invoeren. 4. De instellingen bevestigen met MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 186: Regelmodus Voor Buitenste Segmenten Instellen

    P | Sectieregeling gebruiken | Regelmodus configureren 3.1 Regelmodus voor buitenste segmenten instellen CMS-T-003907-B.1 De regelmodus voor de buitenste segmenten beschrijft de overlapping van de beide buitenste secties. Met de overlapping wordt ingesteld hoever de secties in het al bewerkte oppervlak steken mogen voordat de secties worden uitgeschakeld.
  • Pagina 187: Overlappingstolerantie Voor Veldgrens Vastleggen

    P | Sectieregeling gebruiken | Regelmodus configureren 3. Onder "Regelmodus buitenste secties" de procentuele waarde via de schuifregelaar instellen. 4. De instellingen bevestigen met 3.2 Overlappingstolerantie voor veldgrens vastleggen CMS-T-005171-B.1 De overlappingstolerantie aan de veldgrens bepaalt hoe ver de buitenste deelbreedten over de veldgrens mogen reiken voordat deze worden uitgeschakeld.
  • Pagina 188: Grenswaarden Instellen

    In de volgende tabel zijn de mogelijke instellingen opgesomd. De afbeeldingen tonen de weergave in de kaartweergave van de AmaPad. In de lichtgrijze gebieden blijven de secties ingeschakeld, in de donkergrijze gebieden worden de secties uitgeschakeld.
  • Pagina 189 P | Sectieregeling gebruiken | Grenswaarden instellen Grenswaarde Verklaring Afbeelding Alleen voor veldspuiten en zaaimachines Onbegrensd De secties blijven in alle gebeiden buiten het bewerkte oppervlak ingeschakeld. In gebieden buiten de veldgrens Veldgrens worden de secties uitgeschakeld. Binnen de keerstrook en buiten de Keerstrook veldgrens worden de secties uitgeschakeld.
  • Pagina 190 P | Sectieregeling gebruiken | Grenswaarden instellen Miniweergave van de automatische sectieregeling wordt geopend. 2. op "Grenswaarde" tikken. 3. Grenswaarde kiezen. 4. Keuze bevestigen met MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 191: Q Hoeveelheidsregeling Gebruiken

    CMS-T-000569-C.1 Binnen een Farm Management Information System kunnen taken worden aangemaakt, die applicatiekaarten voor afgifte of andere sectiespecifieke instellingen bevatten. De taken worden me de AmaPad afgewerkt en gedocumenteerd. VOORWAARDEN Taak met applicatiekaart geïmporteerd; zie pagina Taak met applicatiekaart gekozen; zie pagina Taak met applicatiekaart gestart;...
  • Pagina 192: Applicatiekaart Aan Taak Toevoegen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Applicatiekaart aan taak toevoegen In de kolom "Bron" wordt "TASKDATA" getoond. Dit betekent, dat de applicatiekaart uit de gekozen taak wordt geladen. 4. Waarden in de tabel controleren. STORINGEN OPLOSSEN Zijn de waarden in de tabel niet correct? Eenheid van de taakgegevens past niet bij het werktuig.
  • Pagina 193 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Applicatiekaart aan taak toevoegen VOORWAARDEN USB-stick met applicatiekaarten in shape-formaat steekt in de AmaPad. Applicatiekaarten moeten met het WGS-84- coördinatensysteem zijn aangemaakt. Applicatiekaarten bestaan uit 3 bestanden. Alle 3 bestanden moeten in dezelfde map op de...
  • Pagina 194 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Applicatiekaart aan taak toevoegen Mogelijke keuze: "Gebruik het vormbestand rechtstreeks": de applicatiekaart in het vormbestand wordt niet in de taakgegevens opgeslagen. "Vormbestand naar ISO-formaat converteren": de applicatiekaart wordt in de taakgegevens opgeslagen en kan samen met de taak worden geëxporteerd. 4.
  • Pagina 195 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Applicatiekaart aan taak toevoegen In een vormbestand kunnen verschillende applicatiekaarten met verschillende afgiftes zijn opgeslagen. De verschillende applicatiekaarten worden "attributen" genoemd. 8. Met de pijlen het gewenste attribuut kiezen. 9. Bevestig met De instellingen voor de variabele applicatiesnelheid worden getoond.
  • Pagina 196: Vaste Waarde Voor Applicatiesnelheid Instellen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Vaste waarde voor applicatiesnelheid instellen Om de applicatiekaart correct weer te geven, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: Als "Dekkingskaart" moet de "Applicatiekaart" zijn gekozen; zie pagina 204. Als VRC-kaart moet het bestuurbare element van het werktuig zijn gekozen;...
  • Pagina 197: Peer-Regeling Voor Applicatiesnelheid Instellen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Peer-regeling voor applicatiesnelheid instellen 4. "Vaste waarde" kiezen. 5. Bevestig met De instellingen voor de variabele applicatiesnelheid worden getoond. 6. Onder "Vaste waarde" de gewenste waarde voor de afgifte invoeren. Om de hoeveelheid gebruikte producten te documenteren: zie pagina .
  • Pagina 198 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Peer-regeling voor applicatiesnelheid instellen 1. In het taakmenu op tikken. 2. Met het menu "Variabele applicatiesnelheid (Variable Rate Control, VRC) " oproepen. 3. Op de knop in de kolom "Bron" tikken. Een keuzelijst met signaalbronnen wordt geopend. 4.
  • Pagina 199 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Peer-regeling voor applicatiesnelheid instellen 6. Sensor kiezen. 7. Bevestig met De instellingen voor de variabele applicatiesnelheid worden getoond. 8. Onder "Vaste waarde" de waarde invoeren voor de hoeveelheid die moet worden afgegeven als de sensor geen gegevens levert. 9.
  • Pagina 200: Variabele Applicatiesnelheid Configureren

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren Om de applicatiekaart correct weer te geven, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: Als "Dekkingskaart" moet de "Applicatiekaart" zijn gekozen; zie pagina 204. Als VRC-kaart moet het bestuurbare element van het werktuig zijn gekozen; zie pagina De dekkingsschaal moet worden geconfigureerd;...
  • Pagina 201: Productinformatie Documenteren

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren "Vaste waarde": de vaste waarde wordt gebruikt als de afgifte alleen via een vaste waarde moet worden geregeld of als op applicatiekaarten de waarden voor de afgiftes ontbreken. "Waarde buiten veld": als het werktuig het veld verlaat, wordt deze waarde als afgifte overgedragen.
  • Pagina 202 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren 1. In de kolom "Product" op de knop tikken. Het menu "Kies: product" wordt geopend. 2. Product uit de lijst kiezen om een product aan te maken, zie pagina . 3. Bevestig met MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 203: Product Aanmaken

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren Om een volgend product toe te voegen en zo een mengsel te maken: Kies Om het aangemaakte mengsel op te slaan: zie pagina 5.3 Product aanmaken CMS-T-007031-A.1 1. In het menu "Kies: product" kiezen.
  • Pagina 204: Mengsel Opslaan

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren 2. Onder "Naam" een naam voor het product invoeren. 3. Onder "Producten" een productgroep kiezen of aanmaken. 4. Onder "Eenheden" het type eenheden kiezen. 5. Onder "Waardepresentatie" de eenheid kiezen, waarin het product wordt afgegeven. De velden "Eenheden"...
  • Pagina 205: Mengsel Toevoegen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Variabele applicatiesnelheid configureren 2. Onder "Naam" een naam voor het mengsel invoeren. 3. Onder "Producten" een productgroep kiezen of aanmaken. 4. Onder "Waardepresentatie" de eenheid kiezen, waarin het product wordt afgegeven. 5. Onder "Eenheden" het type eenheden kiezen. De velden "Eenheden"...
  • Pagina 206: Dekkingskaart Kiezen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingskaart kiezen 2. Mengsel uit een lijst kiezen. Mengsels behoren tot de stamgegevens. Voor meer informatie over het bewerken van stamgegevens, zie pagina 113 3. Bevestig met Dekkingskaart kiezen CMS-T-000559-B.1 De dekkingskaart toont het bewerkte oppervlak, dat op de kaart in verschillende kleuren kan zijn gemarkeerd.
  • Pagina 207 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingskaart kiezen Dekkingskaart Beschrijving Afbeelding Standaardinstelling. Het bewerkte Dekking oppervlak wordt in het groen getoond. Afhankelijk van de GPS-kwaliteit wordt het bewerkte oppervlak oranje GPS-kwaliteit weergegeven. Bij deze instelling wordt een schaalverdeling op de kaart getoond. Voor deze instelling moet de variabele applicatiesnelheid (VRC) zijn geconfigureerd;...
  • Pagina 208: Vrc-Kaart Kiezen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | VRC-kaart kiezen 1. Met het menu "Kaartniveaus" openen. 2. Onder "Dekkingskaart" met de pijlen de gewenste dekkingskaart kiezen om een keuzelijst op te roepen, op de knop tussen de pijlen tikken. 3. Keuze bevestigen met De gekozen dekkingskaart wordt weergegeven.
  • Pagina 209: Dekkingsschaal Configureren

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingsschaal configureren 1. Met het menu "Kaartniveaus" openen. 2. Onder "VRC-kaart" met de pijlen het bestuurbare element van het werktuig kiezen om een keuzelijst op te roepen, op de knop tussen de pijlen tikken. 3. Keuze bevestigen met De gekozen VRC-kaart wordt weergegeven.
  • Pagina 210 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingsschaal configureren 1. Met het overzicht van de dekkingsschaal openen. Kleur van de afgifte Minimale waarde, waarbij de afgifte in de bijbehorende kleur wordt weergegeven. Maximale waarde, waarbij de afgifte in de bijbehorende kleur wordt weergegeven. 2.
  • Pagina 211: Afgiftezones Aan De Hand Van De Afgifte Vastleggen

    Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingsschaal configureren 8. Onder 1 de maximale waarden instellen, waarbij de afgiften in de bijbehorende kleuren worden weergegeven. 9. Onder 2 de transparantie van de dekking instellen. 10. Onder 3 de kleuren van de dekking kiezen. 11.
  • Pagina 212 Q | Hoeveelheidsregeling gebruiken | Dekkingsschaal configureren 3. Met "Auto Toegepast" het schaalbereik aan de al afgegeven hoeveelheid aanpassen. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 213: R Bestandsgegevens Beheren

    R | Bestandsgegevens beheren | Bestandsgegevens beheren CMS-T-00000467-A.1 Bestandsmanager gebruiken CMS-T-001472-A.1 In de bestandsmanager kunnen de aangemaakte bestandsgegevens worden beheerd. De knop voor de bestandsmanager bevindt zich in de functiebalk in het bedrijfsmenu. In het functiemenu op tikken. Bestandsmanager wordt geopend. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 214: Taakback-Up Exporteren

    Taakback-up exporteren CMS-T-007033-B.1 Als taakgegevens naar een USB-stick worden geëxporteerd, wordt tegelijkertijd een taakback-up opgeslagen op de AmaPad. Indien de geëxporteerde taakgegevens verloren gaan, kunnen deze taakback-ups opnieuw worden geëxporteerd. MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 215 R | Bestandsgegevens beheren | Taakback-up exporteren VOORWAARDEN Taakgegevens geëxporteerd; zie pagina USB-stick geplaatst 1. In de bestandsmanager onder "Categorie" "Taakback-up" kiezen. 2. Kies MG5574-NL-NL | D.1 | 04.02.2019...
  • Pagina 216: S Global Home-Scherm Gebruiken

    S | Global home-scherm gebruiken | Global home-scherm gebruiken CMS-T-00000594-A.1 Global home-scherm opslaan CMS-T-000755-B.1 Met global home-schermen kan de weergave van het bedrijfsmenu worden opgeslagen om de weergave later weer te kunnen oproepen. Dat vergemakkelijkt de bediening, omdat de ingestelde elementen niet weer afzonderlijk hoeven te worden opgeroepen nadat de elementen zijn verwijderd.
  • Pagina 217: Global Home-Schermen Selecteren

    S | Global home-scherm gebruiken | Global home-schermen selecteren deactiveren wissen. Gedeactiveerde global home-schermen kunnen niet worden geselecteerd. Global home-schermen selecteren CMS-T-000753-B.1 De selectiemethode kan in het setup-menu worden ingesteld, zie pagina 39. 1. Basisknoppen oproepen, zie pagina . Afhankelijk van de instelling in het setup-menu: 2.
  • Pagina 218: T Screenshots Maken

    USB-stick worden opgeslagen. VOORWAARDEN Functie in setup-menu geactiveerd; zie pagina 39 1. USB-stick in de AmaPad steken. 2. Tik op de multifunctionele knop 1 . De gebruikersinterface krijgt kortstondig een grijze achtergrond. Heet screenshot wordt op de USB-stick in de map "Screenshots"...
  • Pagina 219: U Storingen Oplossen

    U | Storingen oplossen | Storingen oplossen CMS-T-00000470-B.1 Storingscodes toekennen CMS-T-00000468-B.1 Storingsmeldingen hebben een storingscode. Met behulp van de storingscode kunnen oorzaken en maatregelen worden gevonden om de storing op te heffen. Maatregelen voor de storingscode in de tabel aflezen. Storingscode Storing Actie...
  • Pagina 220 U | Storingen oplossen | Storingscodes toekennen Storingscode Storing Actie Controleer, of het stuursubsysteem is ingeschakeld. Voertuigprofiel komt niet overeen met Voertuig opnieuw kiezen; zie U1068 de instellingen van het pagina 79. stuursubsysteem. Besturingsregeleenheid opnieuw kiezen; zie pagina 82. Stuurhoeksensor van het U1069 Dealer informeren.
  • Pagina 221: Led-Indicatie Evalueren

    12 V spanning gevoed. controleren. LED-indicatie evalueren CMS-T-00000469-A.1 Van de LED aan de voorzijde van de AmaPad kan de toestand van de accu en de voeding worden afgelezen. In de tabel hierna worden de betekenissen van de verschillende kleurcombinaties beschreven.
  • Pagina 222 U | Storingen oplossen | LED-indicatie evalueren Toestand accu Voeding Accutoestand en voeding met behulp van de LED's uit de tabel aflezen. Verklaring LED accutoestand 1 LED voeding 2 Normale toestand, accu geladen, brandt groen brandt groen voeding in orde. brandt groen brand geel Accu geladen, voeding zwak.
  • Pagina 223: Systeemdiagnose Oproepen

    U | Storingen oplossen | Systeemdiagnose oproepen Systeemdiagnose oproepen CMS-T-000844-B.1 In het functiemenu bevindt zich een miniweergave, die informatie geeft over de systeemeigenschappen van de AmaPad. In het functiemenu op tikken. Miniweergave wordt geopend. Geheugengebruik Consolediagnose Storingscodes Protocol: in dit tabblad kan met de knop "Configuratiebestand"...
  • Pagina 224: Verklarende Woordenlijst

    De GPS- Geoïde bestanden drift kan worden herkend doordat de positie van het Back-up taakgegevens voertuigsymbool op de AmaPad niet meer overeenkomt met de werkelijke positie van het voertuig. Besturingsgrootheid GLONASS Met besturingsgrootheid wordt het bestuurbare element van het werktuig bedoeld.
  • Pagina 225 Veldgrens Richtingshoek Virtuele lijn op de kaart van de AmaPad. Met de Beschrijft de positie van de ontvanger bij de montage. veldgrens wordt een zone gemarkeerd, welke vervolgens als werkbereik of uitsluitingszone kan worden gedefinieerd.
  • Pagina 226: Index

    | INDEX | INDEX Bewerkt oppervlak Kleur veranderen weergeven Aansluitingen AB-leidspoor aanmaken Achteruitrijden Cirkelleidsporen aanmaken automatische detectie 49, 177 Coördinatenrasterlijnen Adaptieve curveleidsporen aanmaken Correctiesignaal instellen Afdekking Kleur veranderen Curveleidsporen aanmaken Zie "Dekkingskaart kiezen" Afgifte starten Zie taak starten Dashboard GPS-gegevens Alarm Spoorafwijking controleren Einde van de reeks...
  • Pagina 227 | INDEX | Informatie oproepen Overzicht Ingang Keerstrook instellen Snelheidssimulatie Uitgang Knoppen Uitgangen configureren Grootte veranderen GPS-drift corrigeren met vlagpunt corrigeren Opties Lichtrelais Vlagpunt plaatsen Toestand accu Voeding GPS-gegevens op het dashboard Leidsporen corrigeren GPS-ontvanger hergebruiken Accubedrijf met opgegeven lengte verschuiven Baudrate instellen naar voertuigpositie verschuiven Firmware actualiseren...
  • Pagina 228 | INDEX | Overlapping instellen inschakelen Knop Status oproepen Statusvenster activeren Perspectief Statusvenster configureren veranderen uitschakelen System 150 bestandstransfer Quick Start Quick Start configureren Taakback-up Taakgegevensbestand Taakinformatie oproepen Registratie uitsluitingszone onderbreken Taakmenu Taak aanmaken Schaal afgiftehoeveelheid Informatie oproepen kiezen Schaal onderbreken configureren starten...
  • Pagina 229 | INDEX | Upgrade Voertuigsymbool Focussen 26, 104 gebruiken Volume veranderen UT-nummer Vormbestand bepalen voor veldgrens Kaart kiezen zie ook variabele applicatiesnelheid Variabele afgifte weergeven Variabele hoeveelheidsregeling Applicatiekaart Waarschuwing op kaart weergeven 205, 206 Algemeen Na de start Veld Universal Terminal aanmaken Werkgebied Velden...
  • Pagina 230 AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH und Co. KG Postfach 51 D-49202 Hasbergen-Gaste Germany Telefon +49 (0) 5405 501-0 E-Mail amazone@amazone.de Internet www.amazone.de...

Inhoudsopgave