Modus 1
De functies van de boordcomputer activeren
Code 1
Code 2
Modus 2
Aantal markeursensoren
Code 0
Code 1
Code
2 tot 99
Modus 3
Machinetype
Code 0
Code 1
Code 2
Modus 4
De periode tussen het optreden van een fout van de rijpadenschakeling en het
activeren van het alarm.
Code 00
Code 10
Code 22
Modus 5
De periode waarin geen alarm geactiveerd mag worden
•
bij nokkenradzaaimachines tussen het bevel voor het aanleggen van rijpaden en de
stilstand van de tussenas
•
bij pneumatische zaaimachines tussen het bevel voor het aanleggen van rijpaden en
het sluiten van de uitlopen in de verdelerkop.
Code 00
Code 10
Code 22
Modus 6
Rotoregbewaking
Code 0
Code 1
Afb. 15
AMALOG BAH0017.0 07.07
Alle functies van de boordcomputer activeren
Alleen de hectareteller van de boordcomputer activeren
Machines met 2 markeursensoren,
bijv. fronttankzaaicombinaties met 2 markeursensoren (zie Afb. 16).
Machines met 1 markeursensor
•
aan het hydraulische ventiel (zie Afb. 17)
•
aan de schakelautomaat (zie Afb. 18).
Machines zonder markeur en zonder markeursensoren [zie aanwijzing Afb.
19, op pagina 22)].
Nokkenradzaaimachine
Pneumatische zaaimachine
Directe zaadmachine Primera
Alarm uitgeschakeld (instelling af fabriek)
Instelling voor pneumatische zaaimachines (10 seconden)
Instelling voor nokkenradzaaimachines (22 seconden)
Deze instelling niet uitvoeren (0 seconden)
Instelling voor pneumatische zaaimachines (10 seconden)
Instelling voor nokkenradzaaimachines (22 seconden)
Instelling zonder rotoregbewaking
Instelling met rotoregbewaking
Instellingen
21