Opbouw en werking
4.5
Rijpaden
Voorbeeld:
A
B
C
Afb. 8
16
De
telt de rijpaden (zie Afb. 8, hieronder) in de
rijpadenteller
•
na het activeren van de markeurs, bijv. voor het omkeren aan
het einde van het veld
•
na de stilstand van de machine zonder markeur.
De rijpadenteller kan geblokkeerd worden (zie hoofdst. "De
rijpadenteller blokkeren", op pagina 33)
•
voor het optillen van de markeur, bijv. voor een hindernis
•
voor de stilstand van de machine, bijv. bij een werkonderbreking
op het veld.
Het voor uw werk vereiste rijpadenritme vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de zaaimachine.
Zaaimachine
Meststrooier
Rijpadenritme
Voer het rijpadenritme in de
"Rijpadenritme invoeren", op pagina 25).
3 m werkbreedte
24 m werkbreedte =
24 m rijpadenafstand
8
in (zie hoofdst.
AMALOG BAH0017.0 07.07