Inhoudsopgave
Advertenties
3.5.7. FOUTINDICATIE
De meest voorkomende fouten in geval van een aardmeting zijn de aanwezigheid van een parasitaire spanning of een te hoge
weerstand op de staafaardelektroden.
Als het apparaat het volgende detecteert:
„ een weerstand op de staafaardelektrode van meer dan 15 kΩ,
„ een spanning van meer dan 25V op H of op S op het moment dat men op de knop TEST drukt.
In beide gevallen is de aardmeting niet toegestaan. Verplaats de staafaardelektroden en begin de meting opnieuw.
Om de weerstand van de staafaardelektroden R
(R
) te verminderen, kunt u een of meerdere staafaardelektroden toevoegen op
H
S
twee meter afstand van elkaar, in de aftakking H (S) van het circuit. U kunt ze ook dieper in de grond steken en de aarde rondom
aandrukken, of er een beetje water over gieten.
Gebruik de hulpfunctie voor de aansluitingen en voor alle benodigde informatie.
23
Advertenties
Inhoudsopgave
