Samenvatting van Inhoud voor Chauvin Arnoux CA 6161
Pagina 1
NL - Gebruikshandleiding CA 6161 CA 6163 Controllers voor machines en schakelborden...
Pagina 2
U heeft zojuist een controller voor machines en schakelborden CA 6161 of CA 6163 aangeschaft en wij danken u voor uw vertrouwen. Voor een zo goed mogelijk gebruik van dit apparaat dient u: ■ Deze gebruikshandleiding aandachtig door te lezen, ■...
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsnorm IEC/EN 61010-2-034 of BS EN 61010-2-034. Wanneer de veiligheidsinstructies niet in acht genomen worden, bestaat het risico van elektrische schokken, brand, ontploffing en onherstelbare beschadiging aan het apparaat en de installaties. ■ De bediener en/of de aansprakelijke autoriteit moet de verschillende gebruiksvoorschriften aandachtig doorlezen en goed begrepen hebben.
INHOUDSOPGAVE 1. EERSTE INGEBRUIKNAME .........5 8. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ......96 1.1. Leveringstoestand van de CA 6161 .......5 8.1. Algemene referentievoorwaarden ......96 1.2. Leveringstoestand van de CA 6163 .......6 8.2. Elektrische eigenschappen ........96 1.3. Accessoires ............7 8.3. Variaties in het toepassingsgebied ....107 1.4.
1. EERSTE INGEBRUIKNAME 1.1. LEVERINGSTOESTAND VAN DE CA 6161 Figuur 1 ① Een CA 6161. ② Een netsnoer C19 - Schuko, lengte 2,5 m. ③ Een USB A/B snoer. ④ Twee hogedrukpistolen (rood en blauw) met een kabel van 3 m.
1.2. LEVERINGSTOESTAND VAN DE CA 6163 Figuur 2 ① Een CA 6163. ② Een netsnoer C19 - Schuko, lengte 2,5 m. ③ Een USB A/B snoer. ④ Twee hogedrukpistolen (rood en blauw) met een kabel van 3 m. ⑤...
1.3. ACCESSOIRES ■ Pedaal voor voetbediening, met een kabel van 10 m. ■ 4-Kleurige signaaltoren met een kabel van 5 m. ■ Set van twee hogedrukpistolen (rood en blauw) met een kabel van 15 m. ■ Kelvinpistool 25 A met een kabel van 6 m. ■...
1.5. TAALKEUZE De systeemgekozen taal is degene van het land waar het apparaat naartoe gezonden wordt. U kunt deze taal echter wijzigen. Er zijn meer dan 15 talen beschikbaar. Druk op Figuur 3 en daarna op Taal. Druk op Kies uw taal en valideer met Figuur 4 Druk 2 keer op om terug te keren naar het hoofdmenu.
2. PRESENTATIE VAN DE APPARATEN 2.1. CA 6161 Deksel. Aan/ Zekeringen. Uit-schakelaar. HV DIELECTRIC 230 V 50 Hz 16 A 3 kV Lampje isolatie- of diëlektrische 30 A 300 V 16 A 300 V 16 A 300 V 600 V...
2.3. CA 6163 Deksel. Aan/ Zekeringen. Uit-schakelaar. HV DIELECTRIC 230 V 50 Hz 16 A 5 kV Controlelampje gevaarlijke 30 A 300 V 16 A 300 V 16 A 300 V Aansluiting 600 V 6,3 x 32 6,3 x 32 6,3 x 32 CAT III spanning...
■ isolatiemetingen uitvoeren bij 100 V, 250 V, 500 V en 1000 V, ■ een diëlektrische test uitvoeren (tot 3000 V voor de CA 6161 en tot 5350 V voor de CA 6163) met een vaste spanning of een spanning die geleidelijk aan toeneemt, ■...
2.7. CONNECTOREN 30 V Speciale groene 4-punts stekker om de bediening van het diëlektrische pistool of het pedaal voor de voetbediening aan te sluiten (optie). 30 V Speciale gele 5-punts stekker om de signaaltoren aan te sluiten (optie). 30 V Speciale blauwe 6-punts stekker om de deurcontroller aan te sluiten.
3. CONFIGURATIE 3.1. ALGEMEEN Bij het verlaten van de fabriek is het apparaat zodanig geconfigureerd dat dit gebruikt kan worden zonder de parameters te hoeven wijzigen. Voor de meeste metingen hoeft u alleen maar de meetfunctie te selecteren en op de Start / Stop knop te drukken. U heeft echter de mogelijkheid het apparaat en de metingen te configureren.
3.3. KALIBRATIE VAN HET SCHERM Tijdens de eerste ingebruikname zal het apparaat u vragen het aanraakscherm te kalibreren. Figuur 12 Druk zo vaak op de target als het apparaat u vraagt. Het apparaat start opnieuw om de kalibratie in aanmerking te nemen. Wanneer u het scherm opnieuw wilt kalibreren, houd dan de helptoets lang ingedrukt.
Pagina 15
Met het apparaat kunnen meerdere gebruikersprofielen worden beheerd. Druk op voor toegang tot het gebruikersmenu. Figuur 14 Voor het verwijderen van een gebruiker. Alleen de systeembeheerder mag dit doen en deze handeling wordt beveiligd door een wachtwoord dat niet gewijzigd kan worden: admin@1234. Voor het aanmaken van een nieuwe gebruiker.
3.5. CONFIGURATIE VAN HET APPARAAT Druk op voor toegang tot de configuratie. Figuur 16 Voor toegang tot de algemene configuratie van het apparaat. Met de algemene configuratie kan men: ■ de taal kiezen, ■ de datum en de tijd en het formaat hiervan instellen, ■...
Pagina 17
Info Voor weergave van de informatie betreffende het apparaat, met name: ■ het model, ■ de versies van de ingebouwde softwareprogramma’s, ■ de versies van de bekabelde kaarten, ■ het serienummer, ■ het IP-adres van de wifi, ■ het Mac-adres van de wifi. Test van de randapparatuur Om na te kijken of er accessoires zijn aangesloten op de connectoren: ■...
4. GEBRUIK 4.1. TOETSEN U kunt verder op ieder moment op de toets drukken om terug te keren naar het startscherm of op de toets om een niveau hoger te gaan. Tijdens een meting kunt u op de helptoets drukken voor hulp bij het aansluiten. 4.2.
Voor iedere rubriek en ieder subniveau bestaat de visuele inspectie uit het aangeven of de test geslaagd is of niet , of niet van toepassing is. Druk op het blauwe vierkant totdat u de gewenste waarde verkregen heeft. Figuur 20 De globale status van de visuele inspectie is een logische functie van het al dan niet valideren van de rubrieken en de subniveaus.
4.6. START / STOP KNOP U kunt alleen op de Start /Stop knop drukken als deze groen is. Als de Start / Stop knop rood knippert, zijn de voorwaarden niet verenigd om de meting uit te voeren. Druk op de Start / Stop knop en met behulp van een foutmelding zult u uw aansluiting kunnen corrigeren.
4.8. CONTINUÏTEITSMETING Een continuïteitsmeting moet zonder spanning worden uitgevoerd. Deze kan worden uitgevoerd met 2 of 4 draden. Deze dient om de verbinding tussen het metalen frame van de machine of elk toegankelijk metalen deel en de aardleiding (PE) te verifiëren. Om aan de norm IEC 61557 te voldoen, moeten de metingen uitgevoerd worden bij minimaal 200 mA.
Deze meting zorgt voor een betere precisie, want de weerstand van de snoeren wordt niet in de meting opgenomen. ■ Kies de aansluiting Externe klemmen Voor de CA 6161: ■ Sluit een dubbel continuïteitssnoer aan op de klemmen C1 en P1 van het apparaat en verbind dit met de aardleiding van de machine met behulp van 2 krokodilklemmen.
4.8.3. CONFIGURATIE VAN DE METING Het volgende beeldscherm wordt weergegeven: Spanning aanwezig op de klemmen. Chronometer. Stopcriterium voor de meting. Compensatie van de snoeren. Meting met 2 of 4 draden. Figuur 24 De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. De grijs weergegeven informatie maakt deel uit van de gedetailleerde modus.
Pagina 24
■ Rhigh = maximumwaarde van de continuïteitsweerstand. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maxi- mumwaarde of OFF om geen bovengrens te geven. Als de meting hoger is dan Rhigh, zal deze ongeldig verklaard worden. Figuur 26 ■...
4.8.4. COMPENSATIE VAN DE SNOEREN Bij een continuïteitsmeting met 2 draden op de externe klemmen of bij een meting op de testaansluiting kunt u, om een nauw- keurige meting te verkrijgen, bij het meten de weerstand van de snoeren aftrekken. ■...
4.8.6. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.8.6.1. Voorbeeld van een meting met een stroomwaarde van 200 mA met 2 draden en in de geavanceerde modus Resultaat van de meting. Meting is niet geldig want > Rhigh. Spanning. Meetstroom. Maximum R-waarde tijdens het meten. Figuur 28 De meting wordt niet gevalideerd, want deze is hoger dan Rhigh.
4.8.6.3. Voorbeeld voor een meting op de testaansluiting met een stroomwaarde van 100 mA zonder limiet Wanneer er geen enkele limiet vastgesteld is (Rhigh en Rlow op OFF), is de meting niet geldig, nog ongeldig, maar gewoon alleen uitgevoerd. Het kader rondom de meting is dan ook niet groen of rood, maar oranje.
4.9. METING VAN DE ISOLATIEWEERSTAND Een isolatie moet zonder spanning gemeten worden. Deze meting dient om de isolatieweerstand tussen de geleiders en de toegan- kelijke metalen delen te verifiëren (geaard of geïsoleerd). Deze test toont storingen als gevolg van veroudering van de materialen. Deze meting, die meestal wordt uitgevoerd tussen de kortgesloten actieve geleiders en de aarde, bestaat uit het toepassen van een gelijkspanning en het meten van de hieruit resulterende stroom, zo de waarde van de isolatieweerstand te bepalen.
Pagina 29
4.9.2.2. Meting m.b.v. de testaansluiting ■ Kies de aansluiting Testaansluiting ■ Sluit de netaansluiting van de machine aan op de aansluiting TEST SOCKET van het apparaat. De meting zal worden uitgevoerd tussen L en N die met elkaar verbonden zijn en PE. Figuur 33 4.9.3.
■ Stopcriterium (Stop Criterion): de meting stopt ofwel handmatig ofwel aan het einde van de vastgestelde tijdsduur. U kunt deze keuze ook maken door op het symbool te drukken: ■ de meting zal zolang duren als nodig om uitgevoerd te worden. ■...
Pagina 31
4.9.5. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.9.5.1. Voorbeeld van een meting met een testspanning van 500 V en in de geavanceerde modus Resultaat van de meting. Meting is geldig, want tussen Rlow en Rhigh. Tijdsduur van de meting. Testspanning. Meetstroom. Figuur 36 4.9.5.2.
4.10. DIËLEKTRISCHE TEST Door middel van een diëlektrische test tussen twee geleidende delen kan het diëlektrische gedrag geverifieerd worden. Hiermee kan men zich verzekeren dat in geval van een storing op het elektriciteitsnet, bijvoorbeeld overspanning als gevolg van bliksem, de twee geleidende delen geïsoleerd blijven en geen kortsluiting zullen veroorzaken. De test wordt over het algemeen uitgevoerd tussen 2 wikkelingen van een transformator, tussen de voeding en het frame van de machine of op de toevoer naar een schakelbord.
Pagina 33
Plaats bij gebruik van een transformator ieder hoogspanningspistool op een wikkeling van de transformator. Figuur 39 Tijdens de meting moet u op de trekkers van de 2 pistolen drukken om hun meetpennen naar buiten te brengen. U heeft dus geen hand meer over om op de Start / Stop knop van het apparaat te drukken.
OFF om geen ondergrens te geven. Als de meting lager is dan Ilow, zal deze ongeldig verklaard worden. ■ Unom = waarde van de testspanning: tussen 40 en 3000 V voor de CA 6161 en 5350 V voor de CA 6163.
Pagina 35
Figuur 44 ■ Unom = waarde van de testspanning: tussen 40 en 3750 V voor de CA 6161 en 5350 V voor de CA 6163. ■ Tramp-up = tijdsduur van de toename van de spanning tussen Ustart en Unom. Deze kan variëren van 1 tot 60 seconden.
Pagina 36
4.10.3. DEURCONTROLLER Standaard is de deurcontroller gedeactiveerd. Volg de volgende procedure om deze te activeren: ■ Ga naar het startscherm en daarna naar de gebruikersprofielen Figuur 45 ■ Kies het profiel Admin. Het apparaat vraagt u het wachtwoord in te voeren: admin@1234. Denk om de hoofdletters en kleine letters! ■...
Pagina 37
Wanneer u naar de diëlektrische tests gaat, is de deurcontroller actief. Figuur 47 ■ Sluit de deurcontroller aan op de blauwe connector Als de deur niet gesloten is wanneer u de test start, meldt het apparaat dit en kan de test niet uitgevoerd worden: Figuur 48...
4.10.4. EEN DIËLEKTRISCHE TEST UITVOEREN Controleer, alvorens een meting te starten, of de spanning Uini nul is. Als een spanning van meer dan 90 V op de klemmen aanwezig is, meldt het apparaat dit en blokkeert het de meting. Tijdens de diëlektrische test moeten uw handen zich op de hoogspanningspistolen bevinden. U kunt de meting door een druk op de trekker van het rode pistool alleen starten wanneer de Start / Stop knop groen is.
Pagina 39
4.10.5. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.10.5.1. Voorbeeld voor een diëlektrische test met vaste spanning, met een spanning van 1000 V Resultaat van de meting. Meting is geldig, want tussen Ilow en Ihigh. Spanning. Maximum I-waarde tijdens het meten. Figuur 50 4.10.5.2. Voorbeeld voor een diëlektrische test met vaste spanning, met een spanning van 400 V voor het einde van de geprogrammeerde tijdsduur Resultaat van de meting.
Pagina 40
4.10.5.3. Voorbeeld voor een diëlektrische test met lineaire spanningstoename met een spanning van 1000 V Resultaat van de meting. Meting is geldig, want tussen Ilow en Ihigh. Spanning. Maximum I-waarde tijdens het meten. Figuur 52 U kunt het meetresultaat registreren door een druk op Als u een printer heeft aangesloten op het apparaat, kunt u ook een etiket afdrukken door op de toets te drukken.
4.11. DIFFERENTIEELTEST (RCD) Met het apparaat kunnen drie soorten tests op de differentieelschakelaars worden uitgevoerd: ■ een niet-uitvaltest. ■ een uitvaltest in de impulsmodus, ■ een uitvaltest in de hellingsmodus. De niet-uitvaltest dient om te controleren of de differentieelschakelaar niet ontkoppelt voor een stroom van 0,5 I .
4.11.2.1. Met het driepolige snoer - Schuko-stopcontact ■ Sluit de driepolige aansluiting aan op de klemmen L, N, PE van het apparaat. ■ Sluit het Schuko-stopcontact aan op een aansluiting die beveiligd wordt door de stroomonderbreker die men wil testen. Figuur 53 4.11.2.2.
4.11.2.3. Montage voor- of achterliggend Deze aansluiting wordt gebruikt om een differentieelschakelaar te testen die achter een andere differentieelschakelaar ligt waarvan de nominale stroomwaarde lager is. ■ Sluit de driepolige aansluiting aan op de klemmen L, N, PE van het apparaat. ■...
4.11.3. CONFIGURATIE VAN DE METING 4.11.3.1. Aardlekschakelaar zonder uitval Spanning aanwezig op de klemmen. Frequentie van deze spanning. Vorm van het signaal. Figuur 57 De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. ■ Ul = foutspanning: 25, 50 of 65 V. Dat is de maximale spanning die de differentieeltest kan genereren. De spanning van 50V is de standaard spanning (systeemgekozen).
Plus de voorgaande parameters: Ifactor = vermenigvuldigingsfactor van I : 0,5, 1, 2, 4, 5 of 10. De mogelijke waarden hangen af van de vorm van het signaal, ∆N de waarde van I en van het type differentieelschakelaar (zie bovenstaande tabel). ∆N 4.11.3.3.
Pagina 47
4.11.5.2. Voorbeeld voor een test van een aardlekschakelaar met impulsen, voor een stroomonderbreker 30 mA, type B, signaal Meetresultaat. De meting is geldig want Ttrip < 200 ms. Spanning voor de test. Figuur 61 4.11.5.3. Voorbeeld voor een test van een aardlekschakelaar met lineaire spanningstoename, voor een stroomonderbreker 100 mA, type A, signaal Resultaat van de meting.
Pagina 48
4.11.6. FOUTMELDING De meest voorkomende fouten in geval van een test van een differentieelschakelaar zijn: ■ Verkeerde aansluiting: de Start / Stop knop knippert rood. Corrigeer de aansluiting. Gebruik, indien nodig, het driepolige snoer - liever 3 veiligheidssnoeren dan het driepolige snoer - Schuko-stopcontact. ■...
4.12. LUSIMPEDANTIEMETING (Zs) Bij een installatie van het type TN of TT kan men door een lusimpedantiemeting de kortsluitstroom berekenen en de maat voor de beveiliging van de installatie bepalen (zekeringen of differentieelschakelaars), met name op het gebied van onderbrekingsvermogen. Bij een installatie van het type TT kan men door een lusimpedantiemeting eenvoudig de waarde van de aardweerstand bepalen zonder een staafaardelektrode te hoeven plaatsen en zonder de voeding van de installatie te hoeven onderbreken.
Pagina 50
Figuur 63 4.12.2.2. Met het driepolige snoer - Schuko-stopcontact ■ Sluit de driepolige aansluiting aan op de klemmen L, N, PE van het apparaat. ■ Sluit het Schuko-stopcontact aan op een aansluiting van het testen circuit. Figuur 64 4.12.3. CONFIGURATIE VAN DE METING Het volgende beeldscherm wordt weergegeven: Spanning aanwezig op de klemmen.
De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. ■ Limiet = Ik, Zs, Isc of OFF. Om te kiezen of de meting gevalideerd zal worden door par Ik, Zs, Isc of door geen van drieën. ■...
4.12.5. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.12.5.1. Voorbeeld voor een lusimpedantiemeting zonder uitval met een drempelwaarde op Zs Resultaat van de meting. Meting is geldig want Zs < Zs-high. Kortsluitstroom berekend. Resistief gedeelte van Zs. Inductief gedeelte van Zs. Figuur 66 4.12.5.2. Voorbeeld voor een lusimpedantiemeting zonder uitval met een drempelwaarde op Ik Meting is niet geldig want Ik >...
Met een hogere meetstroom is de meting van Zs nauwkeuriger. Zorg dat u de voeding van het apparaat op het te testen circuit niet aansluit. Als u dat wel doet, zal het tijdens de uitval uitschakelen. 4.12.5.4. Voorbeeld voor een lusimpedantiemeting zonder uitval met een drempelwaarde op Isc Meting is niet geldig want Isc >...
4.13. METING VAN DE LIJNIMPEDANTIE (Z Door de meting van de lijnimpedantie Zi (tussen L-N, of L1-L2, of L2- L3 of L1- L3) kan de kortsluitstroom berekend worden en kan de maat van de beveiligingen van de installatie bepaald worden (zekering of differentieelschakelaar), ongeacht het systeem van de nulleider van de installatie.
■ Sluit het rode snoer aan op de fase van de installatie. ■ Sluit het blauwe snoer aan op de nulleider van de installatie. ■ Sluit het groene snoer aan op de PE van de installatie. Als L en N omgekeerd worden, geeft het apparaat dit aan maar is de meting wel mogelijk.
■ Limiet = Ik, Zi, Isc of OFF. Om te kiezen of de meting gevalideerd zal worden door Ik, Zi, Isc of door geen enkele. ■ Ik-high = maximumwaarde van de kortsluitstroom. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maximumwaar- de of OFF om geen bovengrens te geven.
4.13.5.2. Voorbeeld voor een lijnimpedantiemeting met een drempelwaarde op Ik Meting is geldig want Ik > Ik-high. Spanning tijdens de meting. Figuur 75 4.13.5.3. Voorbeeld voor een lijnimpedantiemeting met een drempelwaarde op Isc Meting is niet geldig want Isc < Isc-high. Figuur 76 U kunt het meetresultaat registreren door een druk op Als u een printer heeft aangesloten op het apparaat, kunt u ook een etiket afdrukken door op de toets...
4.14. VERMOGENSMETING Met deze functie kan men meten: ■ het schijnbaar vermogen S, ■ het actief vermogen P, ■ de door de machine verbruikte stroom I, ■ de spanning Ul-n, ■ de frequentie f, ■ de vermogensfactoren PF en cos φ, ■...
Pagina 59
4.14.2.2. Met het driepolige snoer - 3 veiligheidssnoeren en de tang G72 (als optie) op een eenfasenet Deze aansluiting wordt gebruikt voor een machine die werkt op een eenfasige installatie en waarvan de verbruikte stroom hoger is dan 16 A ■...
Pagina 60
4.14.3. CONFIGURATIE VAN DE METING Voor een meting op de testaansluiting wordt het volgende scherm weergegeven: Stopcriterium. Figuur 80 De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. ■ Phigh = maximumwaarde van het actieve vermogen. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maximum- waarde of OFF om geen bovengrens te geven.
Bij een meting met een tang wordt het volgende scherm weergegeven: Stopcriterium. Eenfasenet of driefasennet De spanning is nul, want deze zal alleen tijdens de meting gemeten worden. Figuur 81 Het is hetzelfde scherm als voor de meting op de testaansluiting, maar met bovendien de keuze van het net. De grijs weergegeven informatie maakt deel uit van de gedetailleerde modus.
4.14.5. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.14.5.1. Voorbeeld voor een vermogensmeting op de testaansluiting Resultaat van de meting, schijnbaar vermogen. Meting is geldig want: Plow < P < Phigh en Slow < S < Shigh en Ilow < I < Ihigh Vermogensfactor PF. cos φ.
4.15. METING VAN VERMOGEN EN LEKSTROOM (CA 6163) Met deze meting kunnen het door de machine verbruikte vermogen, de lekstroom in de PE en de contactstroom gemeten worden. Een lekstroom wijst op een defecte isolatie. Dit kan het gevolg zijn van de veroudering van de materialen of van een schok. Zodra de waarde hiervan enkele mA bereikt, wordt deze gevaarlijk voor de gebruiker, die bij een defect op de PE een elektrische schok zou kunnen krijgen.
Pagina 64
4.15.2. CONFIGURATIE VAN DE METING Het volgende beeldscherm wordt weergegeven: Stopcriterium. Figuur 85 De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. ■ Idiff-high = maximumwaarde van de lekstroom. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maximumwaarde of OFF om geen bovengrens te geven.
■ Wachttijd (Delay) = tijd die verstrijkt tussen de eerste meting en de meting waarbij L en N omgekeerd worden. De grijs weergegeven informatie maakt deel uit van de gedetailleerde modus. Om deze niet meer weer te geven, drukt u op , waarna de weergave in de eenvoudige modus zal zijn.
4.15.4.2. Voorbeeld voor een vermogens- en lekstroommeting en een perceptiedrempel Meting is ongeldig want P > Phigh en S > Shigh Chronometer. Schijnbaar vermogen. Actief vermogen. Totale harmonische vervorming in stroom en in spanning. Figuur 87 4.15.5. FOUTMELDING De meest voorkomende fout in geval van een vermogens- en lekstroommeting is: ■...
4.16. LEKSTROOMMETING Er zijn 3 lekstroommetingen: ■ de directe lekstroom, ■ de differentiële lekstroom, ■ de lekstroom door vervanging (CA 6163). 4.16.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE ■ Voor de meting van de directe lekstroom meet het apparaat de lekstroom die wegstroomt in de PE. Druk op het pictogram Individuele tests en daarna op Directe lekstroom ■...
Pagina 68
4.16.2.2. Met de tang G72 (als optie) voor een directe lekstroommeting Deze aansluiting wordt gebruikt voor een machine die werkt op een eenfasige installatie en waarvan de verbruikte stroom hoger is dan 16 A of voor een machine die op een driefasige installatie werkt. ■...
4.16.2.4. Meting m.b.v. de testaansluiting voor de meting van een vervangende stroom (CA 6163) Deze aansluiting wordt gebruikt voor een machine die werkt op een eenfasige installatie en waarvan de verbruikte stroom lager is dan 16 A. ■ Sluit de netaansluiting van de machine aan op de aansluiting TEST SOCKET van het apparaat. Figuur 91 4.16.3.
Pagina 70
■ Isubs-high = maximumwaarde van de vervangende lekstroom. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maximumwaarde of OFF om geen bovengrens te geven. Als de meting van Isubs hoger is dan Isubs-high, zal deze ongeldig verklaard worden. ■...
4.16.4. EEN LEKSTROOMMETING UITVOEREN Druk op de Start / Stop knop om de meting te starten. U kunt alleen op de Start /Stop knop drukken als deze groen is. Gedurende de tijdsduur van de meting is hij rood en daarna dooft hij. START START START...
4.16.5.3. Voorbeeld voor een meting van lekstroom door vervanging (CA 6163) Resultaat van de meting, lekstroom door vervanging. Meting niet geldig want Isubs > Isubs-high. Figuur 96 4.16.6. FOUTMELDING De meest voorkomende fout in geval van een vermogens- en lekstroommeting is: ■...
4.17. CONTACTSTROOMMETING (CA 6163) Met deze meting kan men de contactstroom meten, dat wil zeggen de stroom die een gebruiker ondergaat wanneer hij een toegankelijk metalen gedeelte van de machine aanraakt. Een contactstroom wijst op een defecte isolatie. Dit kan het gevolg zijn van de veroudering van de materialen of van een schok.
Pagina 74
4.17.1.2. Met het driepolige snoer - 3 veiligheidssnoeren, eenfasig Deze aansluiting wordt gebruikt voor een machine die werkt op een eenfasige installatie en waarvan de verbruikte stroom hoger is dan 16 A. ■ Kies de driepolige aansluiting ■ Sluit de driepolige aansluiting aan op de klemmen L, N, PE van het apparaat. ■...
Pagina 75
4.17.2. CONFIGURATIE VAN DE METING Bij een meting op de testaansluiting wordt het volgende scherm weergegeven: Stopcriterium. Figuur 100 De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen. ■ Imax-high = maximumwaarde van de contactstroom. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maximumwaarde.
Bij een meting met een driepolig snoer wordt het volgende scherm weergegeven: Figuur 101 Er zijn minder parameters dan bij een meting op de testaansluiting. De grijs weergegeven informatie maakt deel uit van de gedetailleerde modus. Om deze niet meer weer te geven, drukt u op , waarna de weergave in de eenvoudige modus zal zijn.
4.17.4. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.17.4.1. Voorbeeld voor een meting op de testaansluiting zonder omkering van L en N Resultaat van de meting, maximale contactstroom. Meting is niet geldig want Imax > perceptiedrempel. Wisselstroomgedeelte van de contactstroom. Gelijkstroomgedeelte van de contactstroom. Maximale contactstroom.
4.18. FASEDRAAIING Deze meting wordt uitgevoerd op een driefasennet. Hiermee kan de volgorde van de fasen van dit net gecontroleerd worden. 4.18.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE Het apparaat controleert de onbalansfactor van het net en vergelijkt vervolgens de fasen om hun volgorde te detecteren (directe of omgekeerde richting).
4.18.4. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.18.4.1. Voorbeeld voor een fasevolgorde in de directe richting Resultaat van de meting: 1-2-3 betekent een directe richting, 3-2-1 betekent een omgekeerde richting. Directe richting. Spanningen tussen de fasen. Figuur 105 4.18.4.2. Voorbeeld voor een fasevolgorde in de omgekeerde richting Omgekeerde richting.
4.18.4.3. Voorbeeld voor een niet vastgestelde fasevolgorde Figuur 107 4.18.5. FOUTMELDING De meest voorkomende fouten in het geval van een test van de richting van de fasedraaiing zijn: ■ Een van de drie spanningen komt buiten het meetgebied (verkeerde aansluiting). ■...
4.19. ONTLADINGSTIJD Met deze meting kan men weten wat de ontladingstijd is als gevolg van de condensatoren in de machine, vanaf de bedrijfsspanning tot aan een voor de gebruiker ongevaarlijke spanning. Druk op het pictogram van Individuele tests en daarna op Ontladingstijd 4.19.1.
Pagina 82
4.19.1.3. Met het driepolige snoer - 3 veiligheidssnoeren, driefasig Deze aansluiting wordt gebruikt voor een machine die werkt op een eenfasige installatie en waarvan de verbruikte stroom hoger is dan 16 A of voor een machine die op een driefasige installatie werkt. ■...
■ Tijdsduur (Duration): tijdsduur van de toepassing van de spanning in seconden voordat de voeding onderbroken wordt. U kunt ook MIN kiezen voor de minimale tijd of MAX voor de maximale tijd. Bij een meting met een driepolig snoer wordt het volgende scherm weergegeven: Figuur 112 Er is geen tijdsduur, want het is de gebruiker die de voeding onderbreekt.
4.19.4. HET RESULTAAT AFLEZEN 4.19.4.1. Voorbeeld van een meting op de testaansluiting Resultaat van de meting, ontladingstijd. Meting is geldig want T < Thigh. Voedingsspanning. Piek voedingsspanning. Figuur 113 4.19.4.2. Voorbeeld voor een meting met een driepolig snoer Meting niet geldig want T > Thigh. Voedingsspanning.
4.20. AUTO SCRIPT U kunt meerdere individuele tests na elkaar in een testsequentie uitvoeren. Hiervoor moet u vooraf uw testsequentie programmeren in het softwareprogramma MTT (§ 7). Selecteer in het menu Apparaat Auto Script. In de Auto Script is plaats voor: ■...
Pagina 86
Kies degene die u wilt uitvoeren. Het apparaat toont het detail van de uit te voeren acties. Weergave van een tekst. Weergave van een afbeelding. Continuïteitsmeting op de externe klemmen, getimede tijdsduur, met 2 draden, bij 200 mA. Lus van 30 metingen. Registratie.
5. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES Om het gebruik van uw apparaat te vergemakkelijken, heeft u een groot aantal accessoires tot uw beschikking. 5.1. PRINTER ■ Sluit de printer aan op het spanningsnet. ■ Sluit de printer aan op een van de USB-aansluitingen met .
Met de 3 meegeleverde uitbreidingsconnectoren kunt u een accessoire dat u al in uw bezit heeft (pedaal voor voetbediening, toren met signaallampen of deurcontroller) aanpassen voor een gebruik met de CA 6161 of de CA 6163. ■ Schroef de connector los en verwijder het centrale gedeelte.
5.5. SIGNAALTOREN Om de status van een meting te kennen zonder op het scherm van het apparaat te hoeven kijken, kunt u gebruik maken van de signaaltoren. Sluit deze aan op de gele connector Het knipperende rode lampje geeft aan dat het apparaat een gevaarlijke spanning genereert (tijdens een isolatiemeting of een diëlektrische test).
6. GEHEUGENFUNCTIE 6.1. ORGANISATIE VAN HET GEHEUGEN Het geheugen is georganiseerd op locaties, objecten, Auto Script en metingen. Geheugen Locatie 1 Object 1 Auto Scripts 1 Meting 1 Meting 2 Meting 3 Auto Scripts 2 Meting 1 Meting 1 Meting 2 Object 2 Auto Scripts 1 Meting 1...
6.2. REGISTRATIE VAN EEN METING Aan het eind van iedere meting kunt u deze opslaan door te drukken op Het apparaat stelt voor de meting op te slaan op de laatst gebruikte plaats. U kunt valideren of een andere plaats kiezen. Druk om een locatie aan te maken.
Pagina 92
Druk om het object aan te maken. Figuur 125 Het apparaat toont alle bestaande objecten. Op dit moment zijn er geen. Om een nieuw object aan te maken, drukt u op New Object (Nieuw object) en valideert u. Figuur 126 Voer de naam van het object in en valideer.
6.3. HERLEZEN VAN DE GEREGISTREERDE GEGEVENS Ga voor het herlezen van de metingen weer naar het startscherm en druk op Kies de locatie. Figuur 128 Kies het object. ■ Als het symbool is, zijn alle op dit object uitgevoerde metingen geldig. ■...
Om een meting te herlezen, moet u deze selecteren. De meting wordt weergegeven zoals deze tijdens het registreren was. De gele statusbalk geeft aan dat dit het teruglezen van het geheugen betreft. Om de meting te verwijderen. Figuur 131 6.4. BEHEER VAN HET GEHEUGEN Ga voor het beheren van het geheugen weer naar het startscherm en druk op U kunt: ■...
7. APPLICATIESOFTWARE MTT Met de applicatiesoftware MTT (Machine Tester Transfer) kan men: ■ het apparaat en de metingen configureren, ■ metingen lanceren, ■ Auto Scripts programmeren, ■ de in het apparaat geregistreerde gegevens overzetten naar een PC. Met MTT kan men tevens de configuratie exporteren in een bestand en een configuratiebestand importeren. 7.1.
8. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 8.1. ALGEMENE REFERENTIEVOORWAARDEN Invloedsgrootheid Referentiewaarden Temperatuur 23 ± 2 °C Relatieve vochtigheid 45 tot 75%RV Voedingsspanning 230 V, 50 Hz Elektrisch veld ≤ 1 V/m Magnetisch veld < 40 A/m De intrinsieke onzekerheid is de fout die in de referentievoorwaarden is gedefinieerd. Deze wordt uitgedrukt in % van het aflezen (R) met een offset in aantallen punten: ±...
Pagina 97
Stroommeting Meetgebied 0,01 - 0,99 A 0,8 - 40,00 A Resolutie 10 mA 100 mA Intrinsieke onzekerheid ± (3 % R + 3 pt) Continuïteitsmeting bij 100 mAac Meetgebied 0,05 - 19,99 Ω 18,0 - 120,0 Ω Resolutie 10 mΩ 100 mΩ...
Pagina 98
Resolutie 10 nA 100 nA 1 µA Intrinsieke onzekerheid ± (10 % R + 3 pt) Isolatiemeting CA 6161 Meetgebied bij 100 V 0,000 - 9,999 MΩ 8,00 - 99,99 MΩ Meetgebied bij 250 V 0,000 - 9,999 MΩ 8,00 - 99,99 MΩ...
Pagina 99
Intrinsieke onzekerheid ± (2 % R + 2 pt) Voor de CA 6161 geeft het apparaat boven 3750 V > 3 750 V weer. Voor de CA 6163 geeft het apparaat boven 6250 V > 6 250 V weer. Stroommeting...
Generatie van de uitvalstroom in de impulsmodus Zonder uitval Met uitval 0,5 I 0,5 I 10 I ∆N ∆N ∆N ∆N ∆N ∆N ∆N (mA) ∆N 1000 1200 1500 1000 1400 1000 1000 1000 1400 2 Ivar 2 Ivar 4 Ivar 5 Ivar 7 Ivar 10 Ivar...
Pagina 103
Meting schijnbaar vermogen S Meetgebied 0,21 - 99,99 VA 80,0 - 999,9 VA 800 - 4240 VA Resolutie 10 mVA 100 mVA 1 VA Intrinsieke onzekerheid ± (2 % R + 2 pt) Boven 7000 VA toont het apparaat > 7000 VA. Meting van spanningsmeting Ul-n, Ul-pe, Un-pe Meetgebied 207,0 - 265,0 V...
Pagina 104
8.2.9. VERMOGEN OP HET DRIEPOLIG SNOER MET DE TANG G72 (ALS OPTIE) De spanning wordt gemeten op de driepolige aansluiting en de stroom wordt gemeten door de ampèretang. Bijzondere referentievoorwaarden: Frequentie van de AC-spanning: 45 tot 55 Hz Vorm van het signaal: sinusvormig cos φ: 0,5 capacitief tot 0,8 inductief Gelijkspanningscomponent: geen Meting van spanning U...
Metingen van THD Bijzondere referentievoorwaarden: Frequentie van de AC-spanning: 45 tot 55 Hz cos φ: 1 Gelijkspanningscomponent: geen Meting van de totale harmonische vervorming in spanning THDu n=25 Meetgebied 0,0 - 100,0 % ∑ √ ² Resolutie 0,1 % THDu = Intrinsieke onzekerheid ±...
8.2.11. METING VAN VERMOGEN EN LEKSTROOM (CA 6163) Zie voor het vermogen § 8.2.8. Zie voor de lekstroom § 8.2.10. Zie voor de contactstroom § 8.2.12. 8.2.12. CONTACTSTROOMMETING Bijzondere referentievoorwaarden: Piekfactor = 2 Gelijkspanningscomponent: geen Contactstroommeting Imax, Iac Meetgebied 0,01 - 30,00 mA Resolutie 0,01 mA Intrinsieke onzekerheid...
Spanningsmeting met het driepolige snoer Uini en Ul-n Meetgebied 1,0 - 440,0 V Resolutie 0,1 V Intrinsieke onzekerheid ± (3 % R + 3 pt) Impedantie van iedere ingang 27,8 MΩ De spanningen worden in RMS gemeten. Alleen Ul-n wordt weergegeven. Meting van de ontladingstijd Meetgebied 0,1 - 9,9 s...
= invloed van de frequentie. = invloed van de herhaalbaarheid. Onderstaande werkingsonzekerheden worden uitsluitend gegeven voor de metingen die onder de norm IEC 61557 vallen. 8.3.2. CONTINUÏTEITSMETING Werkingsonzekerheid bij een continuïteitsmeting Invloedsgrootheden Code Invloedsgebied Invloed Positie van het apparaat alle Voedingsspanning Ul-n 207 ...
Pagina 109
8.3.5. DIFFERENTIEELTEST De intrinsieke onzekerheid wordt bepaald onder de volgende referentievoorwaarden: ■ Vn-pe < 1 V ■ tijdens de meting varieert de netspanning niet meer dan 1 V. ■ de lekstroom in het door de differentieelschakelaar beveiligde net is te verwaarlozen. ■...
8.3.6. LUS- EN LIJNIMPEDANTIEMETING De intrinsieke onzekerheid wordt bepaald onder de volgende referentievoorwaarden: ■ het net waarop de lusimpedantiemeting wordt uitgevoerd bevindt zich in een toestand van constante lading, met uitzondering van de ladingsveranderingen veroorzaakt door het meetapparaat. ■ de metingen worden uitgevoerd zonder de bestaande ladingen in het spanningsnet te wijzigen. ■...
8.3.8. LEKSTROOMMETING MET DE AMPÈRETANG De tang G72 is van klasse 3 volgens IEC 61557-13 vanaf 5 mA. Werkingsonzekerheid bij lekstroommeting Invloedsgrootheden Code Invloedsgebied Invloed Positie van het apparaat alle Voedingsspanning Ul-n 207 ... 253 Vac ± 2% Temperatuur 0 … 35°C ±...
407 x 341 x 205 mm Massa ca. 16 kg voor het apparaat ca. 4,8 kg voor de met de CA 6161 meegeleverde accessoires ca. 5,5 kg voor de met de CA 6163 meegeleverde accessoires Beschermingsgraad IP 64 volgens IEC 60 529 met gesloten deksel.
9. ONDERHOUD Met uitzondering van de zekeringen en de testaansluiting TEST SOCKET bevat het apparaat bevat geen onderdelen die vervangen kunnen worden door niet hiervoor opgeleid en hiertoe bevoegd personeel. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de veiligheid van het instrument in gevaar komen. 9.1.
■ Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een nieuwe zekering. Om de continuïteit van de veiligheid te garanderen, dient een defecte zekering vervangen te worden door een zekering met exact dezelfde eigenschappen. F1: FF 30 A 300 V 6,3 x 32 mm F2 en F3: FF 16 A 300 V 6,3 x 32 mm ■...
■ Plaats de nieuwe aansluiting in zijn zitting. ■ Draai de 4 schroeven weer vast. ■ Zet de dop van de aansluiting weer terug. Neem voor het bestellen van de voor uw land geschikte aansluiting contact op met uw detailhandelaar. 9.4.
Pagina 116
Daarna start het de update. Het geeft u aan dat deze bezig is en dat u het apparaat niet moet uitschakelen. Figuur 139 De update duurt enkele minuten en daarna geeft het apparaat aan dat deze voltooid is. Start het apparaat opnieuw. Figuur 140 In geval van een fout wordt dit door het apparaat gemeld.
9.7. BIJSTELLING VAN HET APPARAAT Het bijstellen moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. Het is aan te raden dit een keer per jaar te laten doen. Deze operatie valt niet onder de garantie. 9.7.1. BENODIGD MATERIAAL ■ Een wisselspanningsgenerator die 10 en 50 V bij 50 Hz, precisie 0,1 %, kan genereren ■...
Pagina 118
U kunt kiezen tussen: ■ Het raadplegen van de datum van de laatste bijstelling. ■ Het herstellen van de originele bijstelling ■ Het stapsgewijs bijstellen van het apparaat. Figuur 144 Druk op Bijstellingsstappen. Figuur 145 Druk op de eerste stap. Figuur 146...
■ Voer de gevraagde aansluiting uit. ■ Druk op de Start / Stop knop. Het apparaat voert een eerste bijstelling uit en keert terug naar het vorige scherm waarbij het aangeeft of de stap gevalideerd is of niet ■ Maak het apparaat los alvorens over te gaan naar de volgende stap. Figuur 147 Ga zo te werk voor de 35 stappen van het bijstellen.
10. GARANTIE Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is onze garantie 24 maanden geldig vanaf de datum van beschikbaarstelling van het materiaal. Een uittreksel van onze Algemene Verkoopvoorwaarden is te vinden op onze website. www.chauvin-arnoux.com/en/general-terms-of-sale De garantie is niet van toepassing in geval van: ■...
11. BIJLAGE 11.1. DEFINITIE VAN DE SYMBOLEN Dit is de lijst met symbolen die in dit document en op de display van het apparaat gebruikt worden. test geldig. test niet geldig. de meting werd onderbroken voor het einde van de geprogrammeerde tijdsduur of er werd geen enkele drempel- waarde gedefinieerd.
Pagina 122
inductief gedeelte van de lijnimpedantie Zi. inductief gedeelte van de lusimpedantie Zs. klem N (nulleider). φ faseverschuiving van de stroom t.o.v. de spanning. actief vermogen P = U . I . PF. P1, P2 klemmen voor de spanningsmetingen bij continuïteit. aardleiding.
Pagina 123
lijnimpedantie. Dit is de impedantie in de lus tussen de fase en de nulleider of tussen twee fasen (luslijnimpedantie). Zi-high bovengrens van de lijnimpedantie. Zl-n impedantie in de lus L-N. Zl-pe impedantie in de lus L-PE. impedantie in de lus tussen de fase en de aardleiding. Zs-high bovengrens van de impedantie in de lus.
11.2. SCHEMA’S VAN DE AARDVERBINDINGEN 11.2.1. TT-NET De nulleider is verbonden met de aarde en de massa’s van de installatie zijn verbonden met de aarde. Distributietransformator Gebruiker 11.2.2. TN-NET De nulleider is verbonden met de aarde en de massa’s van de installatie zijn verbonden met de nulleider. Er bestaan 2 TN-stelsels: ■...
11.3. ZEKERINGENTABEL Volgens de norm EN60227-1 § 5.6.3 DIN gG volgens de normen IEC60269-1, IEC60269-2 en DIN VDE 0636-1/2 Iks: onderbrekingsstroom voor een bepaalde tijd (onderbrekingstijd aangegeven voor iedere tabel) 11.3.1. ONDERBREKINGSTIJD = 5 s Vertraagde Nominale stroom DIN gG/gL Fuse RCD LS-B RCD LS-C RCD LS-D...
Pagina 126
11.3.2. ONDERBREKINGSTIJD = 400 ms Vertraagde Nominale stroom DIN gG/gL Fuse RCD LS-B RCD LS-C RCD LS-D zekering Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) 1000 1260 1018 1455 1678 2530 2918 4096 5451 7516...
Pagina 127
11.3.3. ONDERBREKINGSTIJD = 200 ms Vertraagde Nominale stroom DIN gG/gL Fuse RCD LS-B RCD LS-C RCD LS-D zekering Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) 1000 1260 1600 1195 1000 2000 1708 1250 2500 2042...
Pagina 128
11.3.4. ONDERBREKINGSTIJD = 100 ms Vertraagde Nominale stroom DIN gG/gL Fuse RCD LS-B RCD LS-C RCD LS-D zekering Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) 140,4 453,2 1000 1260 1100 1600 1450 1000 2000 1910...
Pagina 129
11.3.5. ONDERBREKINGSTIJD = 35 ms Vertraagde Nominale stroom DIN gG/gL Fuse RCD LS-B RCD LS-C RCD LS-D zekering Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) Iks max (A) 1000 1.217 1260 1.567 1600 2.075 1000 2000 2.826 1250...
Pagina 130
FRANCE INTERNATIONAL Chauvin Arnoux Chauvin Arnoux 12-16 rue Sarah Bernhardt Tél : +33 1 44 85 44 38 92600 Asnières-sur-Seine Fax : +33 1 46 27 95 69 Tél : +33 1 44 85 44 85 Our international contacts Fax : +33 1 46 27 73 89 info@chauvin-arnoux.com...