Intelect® Neo klinisch therapiesysteem
WERKING SEQUENTIES
Het Intelect® Neo klinisch therapiesysteem biedt
sequentiële verwerking voor de behandeling van
speciale elektrotherapiegolfvormen en slaat deze
protocollen op in het systeemgeheugen om ze later
op te roepen en te gebruiken . Met sequencing kunt u
maximum 3 elektrotherapieprotocollen achter elkaar
schakelen binnen één behandelsessie . Elke sequentie
kan 3 protocollen bevatten . Het geheugen van het
Intelect® Neo klinisch therapiesysteem kan maximaal
200 door de gebruiker gedefinieerde protocollen
bevatten, zoals gebruikersprotocollen, sequenties
en de standaardprotocollen van het systeem . De
standaardprotocollen worden in het Intelect® Neo klinisch
therapiesysteem aangeduid met een * vóór de naam van
de sequentie .
Volg de onderstaande stappen om aangepaste sequenties
aan te maken en te gebruiken:
1 . Selecteer het pictogram Elektrotherapie op het
beginscherm .
2 . Selecteer het pictogram Sequentie .
3 . Kies met de pijl-omhoog of de pijl-omlaag een
sequentie in de lijst tot u de gewenste reeks aantreft
en druk op het pictogram '√' . Het onderstaande scherm
wordt weergegeven .
GEBRUIKERSINTERFACE TOESTEL
4 . Maak eventueel gewenste veranderingen in de
bestaande sequenties met de pijl-omhoog of de pijl-
omlaag tot u de gewenste sequentie vindt en druk op
het pictogram Bewerken . Op dit scherm kunt u ook:
• een sequentie uit het protocol verwijderen door te
drukken op het pictogram Verwijderen .
• een nieuwe sequentie aan het protocol toevoegen
door te drukken op het pictogram Nieuw en met de
pijl-omhoog of de pijl-omlaag het gewenste protocol
te selecteren in de keuzelijst . Druk op het pictogram
'√' om de nieuwe sequentie toe te voegen .
• de nieuwe sequentie opslaan met behulp van het
pictogram Opslaan; volg de aanwijzingen voor
het opslaan van een behandelingsprotocol
zoals aangegeven in het hoofdstuk TOEDIENING
ELEKTROTHERAPIE op pagina 52 .
5 . Stel de intensiteit van alle protocollen in met de pijl-
omhoog of de pijl-omlaag voor elke sequentie; druk op
de startknop om met de behandeling te beginnen .
6 . Als de behandeling is voltooid, verschijnen de volgende
opties op het scherm Behandelingsoverzicht:
• sla de therapie-informatie op in het USB-flashstation;
steek het USB-flashstation in het toestel en druk op
het pictogram Opslaan op USB-flashstation .
• herhaal de behandeling door op het pictogram Deze
behandeling uitvoeren te drukken .
• sla het behandelingsprotocol op door op het
overeenkomstige pictogram te drukken . Raadpleeg
het hoofdstuk AANGEPASTE PROTOCOLLEN op
pagina 65 voor gedetailleerde aanwijzingen
betreffende het opslaan van aangepaste instellingen .
55