•
Het implantaat kan niet worden teruggevangen met de handvatconstructie als het eenmaal is
ontkoppeld van de handvatconstructie.
•
Als ongeacht wanneer tijdens de procedure een coronair venogram een klinisch significante
veneuze dissectie aantoont in het doelgebied voor het implantaat, moet de
implantatieprocedure worden beëindigd en de patiënt worden bewaakt.
•
Als ongeacht wanneer tijdens de procedure een coronair venogram een klinisch significante
veneuze perforatie aantoont, moet de implantatieprocedure worden beëindigd. Controleer de
patiënt op pericardiale effusie en beoordeel of pericardiale drainage nodig is.
•
Als na het terugvangen van het implantaat klinisch significant gedenudeerd veneus weefsel
op een onderdeel van het CARILLON Mitral Contour System wordt aangetroffen, moet de
implantatieprocedure worden beëindigd. Controleer de patiënt op pericardiale effusie.
•
Als de plaatsing van het implantaat een aanzienlijke verandering in het elektrocardiogram
veroorzaakt, moet het implantaat worden teruggevangen en verwijderd.
•
Als de plaatsing van het implantaat een aanzienlijke vermindering veroorzaakt van de
afmetingen van een klinisch significante slagader. Die niet reageert op intracoronaire
nitroglycerine, moet het implantaat worden teruggevangen en verwijderd. Bevestig dat de
afmetingen van de slagader terugkeren naar de afmetingen bij basislijn.
VI. Mogelijke complicaties en bijwerkingen
De volgende mogelijke voorvallen (in alfabetische volgorde) zijn geïdentificeerd als eventuele
complicaties van de implantatieprocedure van het CARILLON Mitral Contour System, inclusief
voorvallen samenhangend met diagnostische coronaire angiografie alsmede risico's die
verbonden zijn aan het inbrengen, permanent plaatsen en verwijderen van het Carillon-implantaat
in de kransslagaders.
•
Allergische reactie
•
Angina pectoris
•
Aortastenose
•
Bloeden
•
Hartritmestoornissen
•
Harttamponnade
•
Trauma aan de a. carotis
•
Chronische zenuwbeschadiging
•
Overlijden
•
Denudatie van het veneuze weefsel
•
Dissectie, perforatie of ruptuur van een coronair vat
•
Lucht-, weefsel-, instrument- of trombo-embolie
•
Hematoom
•
Hemodynamische verslechtering
•
Fractuur van het implantaat
•
Onvermogen om het implantaat permanent te plaatsen
•
Infectie
•
Ontsteking
•
Onvoldoende vermindering van mitralisklepregurgitatie
•
Geen vermindering van mitralisklepregurgitatie
LAB-1505-09AK
Copyright © 2020 Cardiac Dimensions
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 3 van 39