LAB-1462-01AB: CARILLON
iv. Gebruik een echocardiogram om de vermindering van de mitralisklepregurgitatie te
bepalen.
WAARSCHUWING:
v. Overweeg het implantaat terug te vangen en te verwijderen, als uiteindelijk het
implantaat niet in het beoogde deel van de coronaire sinus is geplaatst of als de
vorm van de ankerdraden ernstig is vervormd (zie stap 5: Implantaat terugvangen).
q. Draai de rode ontgrendelingsbeveiliging in de richting van de pijl om het implantaat van
het plaatsingssysteem te ontkoppelen, en verwijder de beveiliging van het handvat
(Afbeelding 16). Draai de ontgrendelknop vervolgens in de richting van de
ontkoppelingspijl tot het implantaat geheel los is gekomen van de handvatconstructie
(Afbeelding 17).
Afbeelding 16: De ontgrendelingsbeveiliging draaien en verwijderen
Afbeelding 17: De ontgrendelingsknop draaien om het implantaat van de
r.
Trek de handvatconstructie en de bevestigde CMCS-plaatsingskatheter uit de veneuze
inbrenghuls. Voer het systeem niet meer op als het implantaat ontkoppeld is.
s. Verwijder het plaatsingssysteem.
LAB-1505-09AH
Mitral Contour System™ (XE2) Instructions for Use
®
Het implantaat kan niet worden teruggevangen met de
handvatconstructie als het eenmaal is ontkoppeld van
de handvatconstructie.
handvatconstructie te ontkoppelen
Copyright © 2018 Cardiac Dimensions
Richting waarin de
zwarte pijl moet worden
gedraaid
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 21 van 39