trekken; de gebruikte plaatsingskatheter blijft in de vena coronaria en biedt als zodanig
toegang tot de vena coronaria. Er kan een venogram worden gemaakt om te controleren
of er sprake is van een veneuze dissectie. U kunt ook zodra het hele implantaat zich in
de plaatsingskatheter bevindt, de handvatconstructie en de plaatsingskatheter samen
door de veneuze inbrenghuls terugtrekken.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
f.
Indien nog een implantatieprocedure is gepland, herhaalt u de procedure met een nieuwe
plaatsingskatheter, handvatconstructie en implantaat. De onderdelen van het CARILLON
Mitral Contour System zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Indien de
plaatsingskatheter na het terugvangen was achtergelaten in de vena coronaria, gebruikt
u een andere voerdraad van de juiste lengte (bijv. een voerdraad met zachte tip van
0,89 mm (0,035 inch)) om de gebruikte katheter te verwijderen. Breng vervolgens een
nieuwe CMCS-plaatsingskatheter in over een diagnostische katheter om de procedure
opnieuw te proberen. Herhaal de implantatieprocedure, te beginnen met deel 3.
X.
Vervolgprocedures
Na de implantatie worden de volgende patiëntevaluaties geadviseerd:
•
thoraxfoto of cinefluoroscopie om de juiste positie en integriteit van het implantaat te
beoordelen;
•
echocardiogram om de functie van het linkerventrikel (LV) en mitralisklepregurgitatie te
beoordelen;
•
elektrocardiogram (ECG) om een mogelijk myocardinfarct te beoordelen;
•
anamnese om op symptomen van ischemie te controleren.
XI.
Compatibiliteit met beeldvorming met magnetische kernspinresonantie
(MRI): MR-veilig onder bepaalde voorwaarden
Bij niet-klinische testen is aangetoond dat het CARILLON XE2-implantaat MR-veilig is onder
bepaalde voorwaarden, volgens de bewoordingen van de internationale ASTM-norm F2503. Het
implantaat kan veilig onder de volgende omstandigheden worden gescand:
•
Statisch magnetisch veld van 3,0 tesla
•
Veld ruimtelijke gradiënt van 720 Gauss/cm
•
Maximale, voor het gehele lichaam gemiddelde 'specific absorption rate' (SAR) van
2,9 W/kg voor een MRI-scan van 15 minuten
LAB-1505-09AK
Als een venogram klinisch significante veneuze
dissectie of perforatie aantoont na het terugvangen,
mag niet nogmaals worden geprobeerd een
implantaat te plaatsen.
Als na het terugvangen van het implantaat klinisch
significant gedenudeerd veneus weefsel op een
onderdeel van het CARILLON Mitral Contour
System wordt aangetroffen, mag niet nogmaals
worden geprobeerd een implantaat te plaatsen.
Controleer de patiënt op pericardiale effusie.
Copyright © 2020 Cardiac Dimensions
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 23 van 39