Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Cardiac Dimensions CARILLON Mitral Contour System XE2 Gebruiksaanwijzing pagina 12

Verberg thumbnails Zie ook voor CARILLON Mitral Contour System XE2:
Inhoudsopgave

Advertenties

g. Voor het bepalen van de doelgebieden voor implantatie moet het volgende in overweging
worden genomen: lengte van de beschikbare aderen, de ligging van de aderen, de
locatie van de adertakken, aderkleppen, kronkelingen in de aders, dynamische veneuze
compressie, locatie van de kransslagaderen en de locatie van kransslagaderstents.
h. Gebruik het frame of de frames van de fluoroscopische projectie en venogrammen met
de grootste aderdiameter om de aderdiameters in de beoogde implantatiegebieden te
meten. Bereken het gemiddelde van 3 diameterbepalingen op gelijke afstand van elkaar
om de gemiddelde diameter van de vena cordis major te bepalen in het 1,5 - 2 cm lange
doelgebied voor het distale anker (Afbeelding 5). Als venogrammen van andere
projecties wijzen op een ovale ader, overweegt u om het gemiddelde te berekenen van
de aderdiameters van deze aanvullende projecties om rekening te houden met een
asymmetrische veneuze anatomie. Bepaal de diameter van de coronaire sinus op drie
plaatsen over een 2 cm proximaal doelgebied voor het distale anker. Markeer het
monitorscherm (Afbeelding 6) om de doelpositie aan te geven van het distale en
proximale anker.
N.B. Verplaats de tafel of beeldversterker niet nadat het monitorscherm is gemarkeerd of
verzeker dat de tafel en beeldversterker naar precies dezelfde positie kunnen
teruggebracht toen de monitor werd gemarkeerd. Overweeg om zo nodig anatomische
oriëntatiepunten te gebruiken om de tafel en beeldversterker naar hun oorspronkelijke
locatie terug te brengen.
i. Plaats een distaal anker niet in een adersegment met een gemiddelde diameter van
minder dan 3,5 mm.
ii. Plaats een proximale ankerapex niet op een plaats in een ader waar de diameter
groter is dan 13,5 mm.
iii. Het distale uiteinde van het distale anker moet op ten minste 9 cm afstand van het
ostium van de coronaire sinus worden geplaatst.
LET OP: Als de plaatsingskatheter de ader plaatselijk verwijdt, mag u de
LAB-1505-09AK
aderdiameter niet meten op de verwijde plaats.
Copyright © 2020 Cardiac Dimensions
®
, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Pagina 12 van 39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave