19
Inspectie
Het deeltjesfilter wordt in de retourleiding naar de bin-
nenunit gemonteerd.
Afb. 96
[1]
Filter
[2]
Borgring
[3]
Afsluitplug
Reinig het filter:
▶ Schakel de warmtepomp uit met de ON/OFF-toets.
▶ Sluit het ventiel en verwijder de afsluitpluggen.
▶ Verwijder de borgring, die het filter in het ventiel vasthoudt. Gebruik
daarvoor de meegeleverde tang.
▶ Verwijder het filter uit het ventiel en spoel het af met water.
▶ Het filter, de borgring en de afsluitplug weer monteren.
▶ Open het ventiel en start de warmtepomp met de ON/OFF-toets.
19.2 Verdamper
Wanneer zich op het oppervlak van de verdamper, de aluminium lamel-
len, een afzetting heeft gevormd van stof of vuil, dan moet deze worden
verwijderd.
WAARSCHUWING: De dunne aluminium lamellen zijn
gevoelig en kunnen gemakkelijk beschadigd raken.
▶ Droog de lamellen nooit direct af met een doek.
▶ Gebruik geen harde objecten.
▶ Draag bij het schoonmaken veiligheidshandschoe-
nen, om de handen tegen snijwonden te beschermen.
▶ Gebruik geen hoge waterdruk.
Schade aan de installatie door reinigings- en onder-
houdsmiddelen!
▶ Gebruik geen reinigings- en onderhoudsmiddelen, die
schuren of zuur of chloor bevatten.
Verdamper reinigen:
▶ Warmtepomp via de hoofdschakelaar (AAN/UIT) uitschakelen.
▶ Sproei spoelmiddel op de lamellen van de verdamper.
▶ Spoel de aanslag en het spoelmiddel af met water.
76
1
3
2
6 720 614 050-34.1D
In bepaalde regio's is het niet toegestaan het spoelmid-
del in een kiezelbed af te voeren. Wanneer de condens-
afvoerleiding van de warmtepomp in een kiezelbed
uitmondt:
▶ Verwijder de onderhoudsklep.
▶ Neem de flexibele condenswaterleiding van de afvoer-
leiding af voordat de reiniging wordt uitgevoerd.
▶ Vang het spoelmiddel op in een geschikte container.
▶ Sluit de condenswaterleiding na het reinigen weer
aan.
▶ Monteer de onderhoudsklep.
Nefit EnviLine • 6 720 810 453 (2014/02)