Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functiecontrole; Koudemiddelcircuit; Bedrijfsdruk Van De Cv-Installatie Instellen; Bedrijfstemperaturen - Bosch Nefit EnviLine ODU 7,5 Installatie-Instructie

Lucht-water split warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

Functiecontrole

17
Functiecontrole

17.1 Koudemiddelcircuit

Ingrepen in het koudemiddelcircuit mogen alleen door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
GEVAAR: Ontsnappen van giftige gassen!
Het koudemiddelcircuit bevat stoffen, die bij vrijkomen
of bij brand giftige gassen kunnen vormen. Deze gassen
veroorzaken al in lage concentratie ademhalingsstil-
stand.
▶ De ruimte bij lekkage van het koudemiddelcircuit di-
rect verlaten en zorgvuldig ventileren.

17.2 Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen

OPMERKING: Het toestel kan beschadigd raken!
Bij het bijvullen van cv-water kunnen spanningsscheuren
in de hete warmtewisselaar ontstaan.
▶ Vul cv-water alleen bij in een koud toestel.
Aanwijzing op manometer
1 bar
Minimale vuldruk (bij koude installatie)
2,5 bar
Maximale vuldruk bij maximale temperatuur van het
cv-water: mag niet overschreden worden (het over-
stortventiel wordt geopend).
Tabel 32 Bedrijfsdruk
▶ Benodigde druk vullen (afhankelijk van de gebouwhoogte).
Voorkom dat lucht in het cv-water terechtkomt:
▶ Vul voor het navullen de slang met water.
▶ Als de druk niet constant blijft:
▶ Controleer de verwarmingsinstallatie en indien nodig expansievat op
lekkage.

17.3 Bedrijfstemperaturen

De informatie in dit hoofdstuk geldt alleen bij bedrijf met constant toe-
rental (G2), d.w.z. niet zelfregulerend.
De zelfregulerende cv-pompen hoeven niet te worden ingesteld.
Om te zorgen dat de installatie optimaal werkt, moet het debiet door de
warmtepomp en de cv-installatie worden gecontroleerd. Deze controle
moet na 10 minuten bedrijfstijd bij maximaal compressortoerental (=
stap 7) worden uitgevoerd.
Het debiet wordt met de warmtedragervloeistofpomp G2 geregeld, zo-
dat het temperatuurverschil aan de warmtepomp tussen 5 en 10 °C ligt.
Deze instellingen zijn voor warmtepompen optimaal. Er moet op worden
gelet, welk cv-systeem is geïnstalleerd.
Controleer het temperatuurverschil:
▶ Lees sensor T8 (warmtedrager uit) en T9 (warmtedrager aan) in cv-
bedrijf af. De temperatuur van T8 moet hoger zijn dan die van T9.
▶ Bereken het verschil (T8 – T9).
Wanneer de inbedrijfstelling wordt uitgevoerd bij lagere buitentempera-
turen (onder 0 °C), dan moet het temperatuurverschil tussen 5 en
7 °C liggen.
Nefit EnviLine • 6 720 810 453 (2014/02)
Wanneer de inbedrijfstelling wordt uitgevoerd bij buitentemperaturen
boven 15 °C, dan moet het temperatuurverschil tussen 8 en
10 °C liggen.
Bij te klein temperatuurverschil:
bijbehorende pomp (G2) op kleiner debiet instellen.
▶ Kies Uitgebreid menu in het installatie- en servicemenu.
▶ Verwarming/koeling kiezen.
▶ Warmtedragervloeistof G2 kiezen
▶ Contant toerental kiezen
Bij te groot temperatuurverschil:
▶ Bijbehorende pomp (G2) op een hoger debiet instellen.
18

Milieubescherming

Milieubescherming is een belangrijk beginsel van Bosch.
Kwaliteit van de producten, spaarzaamheid en milieubescherming zijn
voor ons doelen die even belangrijk zijn. Wetten en voorschriften ten
aanzien van de milieubescherming worden strikt in acht genomen.
Ter bescherming van het milieu passen wij met inachtneming van econo-
mische gezichtspunten de best mogelijke techniek en materialen toe.
Verpakking
Voor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationale verwer-
kingssystemen, die een optimale recycling waarborgen.
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen
worden hergebruikt.
Oude apparaten
Oude apparaten bevatten materialen, die hergebruikt kunnen worden.
De units kunnen gemakkelijk worden gescheiden en de kunststoffen zijn
gemarkeerd. Daardoor kunnen de verschillende componenten worden
gesorteerd en voor recycling of afvoeren worden aangeboden.
19

Inspectie

GEVAAR: door elektrocutie!
▶ Aansluitingen voor werkzaamheden aan elektrische
componenten altijd spanningsloos schakelen.
Wij adviseren, de warmtepompen door een erkend installateur in de
vorm van een werkingscontrole periodiek te laten inspecteren.
▶ Gebruik alleen originele onderdelen!
▶ Reserve-onderdelen uit de lijst met reserve-onderdelen bestellen.
▶ Vervang verwijderde afdichtingen en O-ringen door nieuwe onderde-
len.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Actieve alarmen weergeven
▶ Controleer het alarmprotocol.
Functiecontrole
▶ Functiecontrole uitvoeren ( pagina 75).
Installatie elektrische kabel
▶ Elektrische kabel controleren op mechanische beschadigingen. Be-
schadigde kabel vervangen.

19.1 Deeltjesfilter

Het filter voorkomt dat deeltjes en vuil in het binnenste van de conden-
sator/wisselaar terecht komen. In de loop der tijd kan het filter verstop-
pen en moet worden gereinigd.
17
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave