Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Handmatig Bedrijf; Instellingen Voor Verwarming - Bosch Nefit EnviLine ODU 7,5 Installatie-Instructie

Lucht-water split warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
▶ Bij keuze van de bedrijfsmodus Verwarming/koeling moet het sy-
steem zijn geïsoleerd, om de invloed van condensvocht te vermijden.
Door het kiezen van Opslaan bevestigt u, dat het systeem is be-
schermd tegen vocht.
Afb. 72
▶ Kies, of de Kamersensor met vochtsensor is geïnstalleerd.
▶ Kies het type bijverwarming, dat aanwezig is. Elektrische bijverwar-
ming, 3-traps bij binnenunit 8,0 E en 16 E, bijverwarming met meng-
ventiel bij binnenunit 8,0 B en 16 B.
Afb. 73
▶ Bij de keuze 3-traps elektrische bijverwarming: vermogen van de
bijverwarming kiezen.
▶ Actuele vermogen van de bijverwarming instellen.
De ingebouwde bijverwarming van de AW IE heeft een
elektrisch vermogen van 9 kW.
Afb. 74
▶ E11.T1 maximale streefwaarde kiezen, d.w.z. de max. toegestane
aanvoertemperatuur (H-waarde). Kan tussen 20°C en 100°C worden
ingesteld, fabrieksinstelling is 45°C.
T1 maximale streefwaar moet bij gebruik met externe
bijverwarming op 80°C worden ingesteld.
Afb. 75
▶ In het venster Actief in kiezen wanneer de externe ingangen bij geslo-
ten of Geopend ingang actief moeten zijn.
▶ Geef aan, of het toerental van de cv-pomp zelfregulerend is. Kies Ja,
wanneer de pomp zelfregulerend is.
Het verdient aanbeveling altijd zelfregulerend te kiezen.
Nefit EnviLine • 6 720 810 453 (2014/02)
Afb. 76
▶ Wanneer het toerental van de cv-pomp niet zelfregulerend is, een
constante snelheid (V) opgeven. De waarde kan worden ingesteld
6720804378-16.1I
tussen 0,0 en 10,0. Fabrieksinstelling: 5,0
( hoofdstuk 17.3).
▶ Kies de Laagste buitentemperatuur, d.w.z. de buitentemperatuur,
vanaf welke de aanvoertemperatuur niet meer met verder afnemende
buitentemperatuur stijgt. De waarde kan worden ingesteld tussen
–35°C en 0°C. Fabrieksinstelling: –10°C.
eventueel moet de stooklijn opnieuw worden ingesteld, wanneer
Laagste buitentemperatuur wordt veranderd ( hoofdstuk 17.3).
6720804378-27.1I
Afb. 77
Wanneer de instellingen conform hoofdstuk 13.1 werden uitgevoerd, is
de warmtepomp gereed voor bedrijf. Voor overige instellingen of veran-
deringen van de al uitgevoerde instellingen is toegang nodig tot het in-
stallatie- en servicemenu (hoofdstuk 11).
Al uitgevoerde instellingen conform hoofdstuk 13.1 kunnen onder
Menu in het bedieningspaneel van de binnenunit worden veranderd.

13.2 Handmatig bedrijf

Voor de inbedrijfstelling van de verwarming kunt u een functiecontrole
van alle aangesloten componenten uitvoeren. U kunt bijv. de pompen en
6720804378-15.1I
ventielen handmatig in- en uitschakelen.
Afb. 78
▶ Kies voor het activeren van het handbedrijf Ja en dan Opslaan in het
menupunt Handmatig bedrijf.
Nu kunnen 3-wegkleppen, cv-pompen, compressor, elektrische bijver-
warming en mengventiel handmatig worden bediend. Voor iedere
functie ON en aansluitend Opslaan kiezen.
6720804378-25.1I

13.3 Instellingen voor verwarming

13.3.1 Stooklijn
De functie moet u aansluitend onder het menupunt Nee
met Handmatig bedrijfweer deactiveren.
De stooklijn is alleen in cv-bedrijf actief. In koelbedrijf
stuurt de regeling aan de hand van de ingestelde aan-
voertemperatuur, de kamertemperatuur (
hoofdstuk 13.6.2) en het schakelverschil (
hoofdstuk 13.7.8).
13
6720804378-17.1I
6720804378-22.1I
6720804378-18.1I
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave