Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies | 1 Ieder ander gebruik wordt gezien als verkeerd gebruik. Voor eventuele Toelichting bij de symbolen en veiligheidsin- schade die hieruit voortvloeit, aanvaardt de fabrikant geen aansprake- structies lijkheid. HInstallatie, inbedrijfname en service Toelichting op de symbolen Laat het product uitsluitend door geschoold personeel installeren, in be- Waarschuwingen drijf stellen en onderhouden.
2 | Voorschriften Materiaal van Cv-water pH-waarde Voorschriften de warmtebron Dit is een originele handleiding. Vertalingen mogen niet zonder toestem- IJzer, koperma- •Onbehandeld drinkwater – 10,0 ming van de fabrikant worden gemaakt. teriaal, met ko- •Volledig onthard water De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge- per gesoldeerde •...
Voorschriften | 2 gebruik bijna geen zuurstof in het systeem komt. Een constante zuurstof- toevoer leidt tot corrosie en kan doorroesten en de vorming van magne- tiet veroorzaken. Dit slib kan zowel tot verstoppingen (en dus te weinig warmtevoorziening) als tot afzettingen (vergelijkbaar met kalkaanslag) op de hete oppervlakken van de warmtewisselaar leiden.
Ophangbeugel hangen met het aanbrengen van deze markering. Aanvoertemperatuursensor De volledige tekst van de conformiteitsverklaring is via internet beschik- Doos met aansluitklemmen voor de installatiemodule baar: www.nefit-bosch.nl. Warmwatertemperatuursensor [10] Zak met schroeven Typeplaat [11] Buitentemperatuursensor De typeplaat van de binnenunit bevindt zich op de besturing achter de af- [12] Draadloze module dekking.
Productbeschrijving | 3 Productoverzicht Afmetingen en minimale afstanden Monteer de binnenunit voldoende hoog, zodat de bedieningsunit gemak- kelijk kan worden bediend. Houd bovendien rekening met de leidingtra- jecten en aansluitingen onder de binnenunit. Afb. 3 Onderdelen en buisaansluitingen van de binnenunit met meng- module voor externe bijverwarming Afb.
4 | Installatievoorbereiding Installatievoorbereiding Het deeltjesfilter wordt in de retour van de cv-installatie horizontaal ge- monteerd. Let op de doorstroomrichting van het filter. De afvoerbuis van het overstortventiel in de binnenunit moet vorstveilig worden gemonteerd, de afvoerbuis moet naar een afvoer worden geleid. ▶...
Installatie | 5 kunnen tot gevolg hebben, dat in de slotfase van het ontdooiproces de Installatie bijverwarming wordt geactiveerd. • ≥ 1 radiator met 500 W nodig voor warmtepomp 5s – 9s. Transport en opslag • ≥ 4 radiatoren met elk circa 500 W nodig voor warmtepomp 13t – De binnenunit moet altijd rechtop worden getransporteerd en opgesla- 17t.
5 | Installatie Hydraulische aansluiting OPMERKING 5.4.1 Aansluiten binnenunit op de warmtepomp Materiële schade door vorst! OPMERKING Bij stroomuitval kan het water in de leidingen bevriezen. ▶ Buiten een minimaal 19 mm dikke isolatie voor de leidingen gebrui- Schade aan de installatie door resten in de leidingen! ken.
Pagina 11
Installatie | 5 Afb. 7 Aansluiting van de binnenunit met menger voor externe bijverwarming op de cv-installatie en de bijverwarming Retour naar bijverwarming Aanvoer van bijverwarming Aanvoer naar cv-systeem Afvoer van het overstortklep Retour uit de verwarmingsinstallatie Deeltjesfilter EnviLine A/W IDU Monoblock B • 6721817801 (2023/03)
5 | Installatie 5.4.3 Buitenunit, binnenunit en cv-installatie vullen OPMERKING Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi- Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water. ator). Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie veroorzaken. ▶...
Installatie | 5 Voor informatie over de besturing van deze pomp kunt u contact opne- De maximaal toegestane kabellengte is 30 m. men met de fabrikant van de externe bijverwarming. De verbinding gebeurt via vier aders, waarmee ook de 12-V-toevoer aan- gesloten wordt.
5 | Installatie 5.5.4 Buitentemperatuursensor T1 5.5.5 Externe aansluitingen OPMERKING Materiële schade door verkeerde aansluiting! Een afgeschermde kabel moet worden gebruikt wanneer de buitentem- peratuursensorkabel langer is dan 15 m. De afgeschermde kabel moet in Door de aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is scha- de binnenunit worden geaard.
Installatie | 5 5.5.7 Aansluitingen installatiemodule Afb. 12 Aansluitingen installatiemodule [I1] Externe ingang 1 (energieleverancier) 5.5.8 Elektrische aansluiting van de externe bijverwarming [I2] Externe ingang 2 Bij gebruik van een externe bijverwarming met menger zijn extra aanslui- [I3] Externe ingang 3 tingen en instellingen nodig.
5 | Installatie 5.5.10 Startsignaal voor externe bijverwarming Voor de uitgang EM0 geldt het volgende: ▶ Maximale last op 230 V-signaaluitgang: 2 A, cosφ > 0,4. ▶ Bij een hogere last moet een tussen-relais worden geïnstalleerd (niet in de leveringsomvang begrepen). ▶...
5 | Installatie 5.5.15 Aansluiten en bevestigen van de houder voor Draadloze module 0010049125-001 Afb. 17 Bevestigen van de houder op de wand Met wandmontage van de houder: 1. Bepaal een locatie dichtbij de binnenunit waar de ontvangst goed is. 2.
Inbedrijfname | 6 Inbedrijfname Controleer voordat u het toestel inschakelt, of alle extern aangesloten apparaten correct zijn aangesloten op de aarding. 1. CV-installatie in bedrijf stellen. Voer daarvoor de benodigde instellin- gen via de bedieningsunit uit (handleiding bedieningsunit). 2. Ontlucht na de inbedrijfname de gehele cv-installatie. 3.
6 | Inbedrijfname Buitenunit, binnenunit en cv-installatie ontluchten Stel altijd een iets hogere druk in dan de gewenste druk; op die manier ontstaat een zekere speelruimte wanneer bij toenemende temperatuur Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi- de in het cv-water opgeloste lucht via VL1 wordt ontlucht. ator).
Inbedrijfname | 6 Bij te hoog temperatuurverschil: ▶ Ontlucht de cv-installatie. Als de binnenunit en de cv-installatie voor het aansluiten van de warmte- ▶ Filters reinigen. pomp gevuld zijn, de in- en uitgang van de warmtegeleider naar of van de ▶...
7 | Onderhoud Onderhoud GEVAAR Gevaar voor elektrische schokken! ▶ Schakel, voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie wor- den uitgevoerd, de hoofdvoeding uit. OPMERKING Vervormingen door warmte! Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal (EPP) in de bin- nenunit. ▶ Bescherm bij soldeerwerkzaamheden in de warmtepomp het isola- tiemateriaal met warmtebestendig materiaal of vochtige doeken.
Installatie van de accessoires | 8 Veiligheidstemperatuurbegrenzer Installatie van de accessoires In bepaalde landen is in de vloerverwarming een veiligheidstempera- tuurbegrenzer voorgeschreven. De veiligheidstemperatuurbegrenzer EMS-BUS voor accessoire wordt op de installatiemodule aan de externe ingang 1–3 aangesloten Voor accessoires die op de EMS-BUS worden aangesloten geldt het vol- (...
8 | Installatie van de accessoires Omschakelventiel VW1 Bij systeemoplossingen met boiler is een omschakelventiel (VW1) ver- eist. Omschakelventiel VW1 op de installatiemodule in de binnenunit op aansluitklem VW1 aansluiten. Afb. 26 Molex-stekker Het 3-wegklep beschikt over een Molex-stekker, waarin alleen de aansl- uitklemmen 2, 3 en 6 bezet zijn.
Installatie van de accessoires | 8 8.11 Installatie met niet-condenserende koelmodus 8.13 Installatie met zwembad OPMERKING OPMERKING Materiële schade door vocht Gevaar voor functiestoringen! De binnenunit met mengmodule is is voor het koelbedrijf onder het Als de zwembassin-mengmodule in de installatie op een verkeerde dauwpunt niet voldoende tegen condensatie geïsoleerd.
9 | Milieubescherming en afvalverwerking Milieubescherming en afvalverwerking Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep. Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetten en voorschriften op het gebied van de milieubescherming worden strikt aangehouden. Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met be- drijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en mate- rialen.
10 | Technische gegevens 10.2.2 Bypass in de cv-installatie Afb. 28 Binnenunit met cv-circuit en bypass Bypass Aanvoer Retour Als geen bufferboiler is geïnstalleerd, is een bypass vereist. De lengte van de bypass moet ten minste het 10-voud van de buisbinnendiameter bedragen.
Technische gegevens | 10 10.2.4 Warmtepomp met binnenunit, externe bijverwarming met mengmodule en warmwaterboiler ModuLine ModuLine MM100 HMC300/310 Aan/uit of 0-10V signaal HC100 1000H 1000H 400 /230 V AC Boiler bijverwarmer EnviLine A/W Monoblock 5-17 B 0010024035-003 Afb. 30 Bijverwarming met mengmodule met boiler Aan de externe bijverwarming gemonteerd In de binnenunit gemonteerd Montage in de binnenunit of aan de wand...
Technische gegevens | 10 10.3 Schakelschema 10.3.1 Binnenunit met menger voor externe bijverwarming - overzicht CAN-/EMS-BUS 0010020054-003 Afb. 31 Binnenunit met menger voor externe bijverwarming - overzicht CAN-/EMS-BUS Inneneinheit Ruimtethermostaat (accessoire) Warmtepomp I/O - modul Regelaar Fabrieksaansluiting IDU B 5-9 B: A = 0, P = 3 Aansluiting bij installatie/accessoire IDU B 13-17 B: A = 0, P = C Installatiemodule...
Technische gegevens | 10 10.3.5 Elektrische schema voor installatiemodule, start/stop met externe bijverwarming 6 720 809 064-21.4T Afb. 35 Elektrische schema voor installatiemodule, start/stop met externe bijverwarming 230-V-uitgang (AC) Elektrische bijverwarming Stookolietoestel Hoogrendementsgastoestel EM0 Start/stop [5a] Maximale last aan de relaisuitgang : 2 A, cos> 0,4. [5b] Bij een hogere belasting op de relaisuitgang is montage van een tussenrelais nodig.
Technische gegevens | 10 10.3.7 Alternatieve installatie 3-wegklep Afb. 37 Alternatieve installatie 3-wegklep Motor voor 3-wegklep, kan worden ingesteld voor S1/S2 Voor dit type van een 3-wegklep is een 2-polig relais noodzakelijk (niet in de leveringsomvang inbegrepen) 10.3.8 Meetwaarden van temperatuursensoren VOORZICHTIG Persoonlijk letsel of materiële schade door verkeerde temperatuur! Wanneer sensoren met verkeerde eigenschappen worden gebruikt, zijn...
Technische gegevens | 10 Ja | Nee Klopt de fasevolgorde van L1, L2, L3, N en PE in de warmtepomp? Ja | Nee Klopt de fasevolgorde van L1, L2, L3 N en PE in de binnenunit? ...
Pagina 40
Bosch Thermotechniek B.V. Postbus 3, 7400 AA Deventer Professioneel: Consument: T. 0570 602 206 T. 0570 602 500 E. verkoopnederland@nefit.nl E. consument@nefit.nl professioneel.nefit-bosch.nl nefit-bosch.nl...