10
Bedieningspaneel
• Vakantie: de regeling heeft een programma voor vakantiebedrijf, dat
de kamertemperatuur gedurende een ingestelde periode op een lager
of hoger niveau instelt.
• Externe ingang 1 en Externe ingang 2 in de regeling kunnen extern
worden geregeld. Dat betekent, dat een vooringestelde functie wordt
uitgevoerd, zodra de regeling een ingangssignaal ontvangt.
9.5
Bedrijfsmodi
Bij buitentemperaturen onder ca.
– 15 °C stopt de warmtepomp automatisch. De cv- en
tapwaterproductie wordt dan door de elektrische bijver-
warming of de 2e warmtebron in de binnenunit overge-
nomen.
De warmtepomp is over het algemeen zodanig gedimensioneerd, dat het
vermogen iets onder de behoefte van het huis ligt en een elektrische bij-
verwarming of 2e warmtebron samen met de warmtepomp de vraag
dekt, zodra de warmtepomp alleen niet meer voldoende is.
Alarmbedrijf, extra tapwater en thermische desinfectie activeren tevens
de bijverwarming, ook wanneer de warmtepomp bij lage buitentempera-
turen is uitgeschakeld. De bijverwarming kan afhankelijk van de gekozen
binnenunit zijn:
• 3-traps elektrische bijverwarming;
• 2e warmtebron (bijv. cv-ketel).
9.6
Bedrijfsregeling
De warmtepomp is voor een aanvoertemperatuur van maximaal 55 °C
geconstrueerd.
De regeling blokkeert de bijverwarming bij buitentemperaturen hoger
dan 10 °C (instelbaar).
Wanneer het cv-systeem bij een buitentemperatuur van hoger dan –
15 °C (instelbaar) een hogere aanvoertemperatuur dan 55 °C nodig
heeft, dan schakelt de cv-installatie met 30 minuten vertraging over naar
uitsluitend bijverwarmingsbedrijf. De warmtepomp wordt dan uitge-
schakeld.
Voorbeeld: de stooklijn is op 55 °C bij –5 °C ingesteld (geen fa-
brieksinstelling):
Afb. 61
• Buitentemperatuur hoger dan 10 °C: alleen warmtepompbedrijf.
• Buitentemperatuur onder 10 °C, maar boven – 5 °C: indien nodig be-
drijf samen met de warmtepomp.
• Buitentemperatuur onder – 5 °C: alleen bijbedrijf.
9.7
Mengventiel regeling (mengventiel voor 2e warmte-
bron en gemengd cv-circuit)
De regeling werkt met een PID-regeling voor de besturing van het geën-
tegreerde mengventiel en bereikt de aanvoer via het hoofdcircuit of via
cv-circuit 2. Een signaal van de regeling bepaalt, hoe ver de opening van
het mengventiel moet worden veranderd. Het signaal wordt met korte
tussenpozen berekend. Voor de kalibratie van het mengventiel wordt
deze eenmaal per 24 uur geheel gesloten. Afhankelijk van het gekozen
ventiel wordt deze gedurende een periode van 3 tot 5 minuten gesloten,
om te waarborgen dat een volledige sluiting heeft plaatsgevonden. Bin-
nen deze tijd wordt geen warmte of koeling in het systeem getranspor-
teerd.
48
10
Via het bedieningspaneel worden alle instellingen uitgevoerd en eventu-
ele alarmen weergegeven. Met het bedieningspaneel wordt de regeling
conform de wensen van de gebruiker gestuurd.
Het bedieningspaneel en de regeling bevinden zich in de binnenunit.
10.1 Overzicht van het bedieningspaneel
Afb. 62 Overzicht van het bedieningspaneel
[1]
[2]
[3]
[4]
Bedrijfs- en storingslampen
• De lamp brandt groen: de hoofdschakelaar is ingeschakeld (ON).
• De lamp knippert groen: de hoofdschakelaar is uitgeschakeld (OFF).
• De lamp is uitgeschakeld: geen voedingsspanning op de regeling.
• De lamp knippert rood: een alarm werd geactiveerd en is nog niet be-
vestigd ( hoofdstuk 15).
• De lamp brand rood: een alarm werd bevestigd maar nog niet gere-
set.
Grafisch display
Afb. 63
Draaiknop
6 720 648 125-69.1I
De draaiknop is bedoeld voor de navigatie tussen de menu's en voor het
veranderen van waarden. Door de draaiknop in te drukken wordt de be-
treffende keuze bevestigd.
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar wordt de warmtepomp in- en uitgeschakeld.
10.2 Functie van het bedieningspaneel
Met de draaiknop navigeert u tussen de menu's.
▶ Draai de draaiknop linksom, om binnen de menu's naar onderen of
naar links te gaan.
▶ Draai de menuknop rechtsom, om binnen de menu's naar boven of
naar rechts te gaan.
▶ Druk op de draaiknop, zodra de gewenste keuze is gemarkeerd, om
uw keuze te bevestigen.
In ieder submenu bevinden zich bovenaan pijlen, waarmee u naar het
voorgaande menu teruggaat.
▶ Druk op de draaiknop, wanneer de pijl is gemarkeerd.
Bedieningspaneel
Bedrijfs- en storingslampen
Display
Draaiknop
Hoofdschakelaar
Nefit EnviLine • 6 720 810 453 (2014/02)
1
2
3
4
6 720 644 817-02.1I
6 720 804 373-15.1I