Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Debiet In Cv-Systeem; Aansluitvermogen Voor Binnenunit 8,0 E En 16 E - Bosch Nefit EnviLine ODU 7,5 Installatie-Instructie

Lucht-water split warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

13
Inbedrijfstelling
De stooklijn regelt de aanvoertemperatuur voor de cv-circuits. De stook-
lijn geeft aan, hoe hoog de aanvoertemperatuur in verhouding tot de bui-
tentemperatuur mag zijn. De regeling verhoogt de aanvoertemperatuur,
zodra de buitentemperatuur afneemt. De aanvoertemperatuur wordt
door de sensor T1 voor circuit 1 (volledige naam E11.T1) en door de
sensor T1 voor circuit 2 (volledige naam E12.T1) gemeten.
Stel een geschikt linker- en rechtereindpunt voor de stooklijn in.
▶ Kies Uitgebreid menu in het installatie- en servicemenu.
▶ Verwarming/koeling kiezen.
▶ Kies Temperatuur van het cv-systeem (of Temperatuur cv-sy-
steem 2 voor instelling van cv-systeem 2)
▶ Stooklijn kiezen.
▶ Gewenste waarde instellen.
T1(˚C)
80
70
60
1
50
40
30
20
10
20 15 10 5
0
Afb. 79 Stooklijn
[T1] Aanvoertemperatuur
[T2] Buitentemperatuur
[1]
Laagste buitentemperatuur van de stooklijn. Bij een lagere tem-
peratuur blijft de aanvoertemperatuur onveranderd.
Op het display wordt slechts het deel van de stooklijn ge-
toond, die een aanvoertemperatuur tot de max. toegela-
ten aanvoertemperatuur heeft. Daarom is de stooklijn
een rechte lijn op het display en het punt [1] bevindt zich
in de rechterhoek van het display.
De stooklijn wordt voor ieder cv-circuit ingesteld. Wanneer de kamer-
temperatuur in het cv-circuit als te hoog of te laag wordt bevonden, kan
de stooklijn worden aangepast.
De lijn kan op verschillende manieren worden veranderd. De stijging kan
door verschuiven van de aanvoertemperatuur naar boven of beneden
worden veranderd. Dit is voor het linker en het rechter eindpunt moge-
lijk. Bovendien kan de curve bij iedere 5e buitentemperatuurgraad wor-
den beïnvloed.
• Het rechter eindpunt mag bij de vloerverwarming op maximaal 35 °C
worden ingesteld. Hogere temperaturen kunnen schade aan de leidin-
gen en de vloer tot gevolg hebben.
• Het normale rechter eindpunt voor radiatoren is 55 °C.
• De fabrieksinstelling voor de minimale buitentemperatuur [1] is –
10 °C.
Voor verandering van de waarde [1]:
– In I/S Uitgebreid menu kiezen.
– Verwarming/koeling kiezen.
– Laagste buitentemperatuur kiezen.
58
-5 -10 -15 -20 -25 -30 -35
T2(˚C)
6 720 648 125-72.1I
– Gewenste waarde instellen.
Wanneer de buitentemperatuur afneemt tot onder –
15 °C (instelbaar), dan wordt de warmtepomp gestopt.
In dit geval wordt alle warmte opgewekt door de elektri-
sche bijverwarming of de tweede warmtebron.

13.3.2 Debiet in cv-systeem

Er bestaan 2 mogelijkheden om de pomp te sturen:
Zelfregulerend bij een systeem met buffervat:
Wanneer de cv-pomp met buffervat aanwezig is, moet de cv-pomp
(E11.G2) van de warmtepomp ingesteld worden, om het optimale tem-
peratuurverschil voor de warmtepomp te behouden. De circulatiepomp
van het cv-circuit (E11.G1) wordt gebruikt om het juiste debiet voor het
cv-systeem te behouden.
Het toerental van de primaire circulatiepomp van de warmtepomp wordt
automatisch aangepast, zodat altijd het optimale temperatuurverschil
voor een optimaal vermogen van de warmtepomp, wordt gerealiseerd.
De instellingen daarvoor vindt u onder Uitgebreid menu.
Afb. 80
▶ Onder Uitgebreid menu
▶ Verwarming/koeling kiezen
▶ Warmtedragervloeistof G2 kiezen
De juiste Warmtedragervloeistof G2 voor verschillende systemen
wordt door de leverancier ter beschikking gesteld. In de regel is deze
voor de vloerverwarmingsinstallatie
4-5 K en voor radiatoren 7-10 K.

13.3.3 Aansluitvermogen voor binnenunit 8,0 E en 16 E

Afb. 81
Bij verandering in startmenu:
Totaal vermogen aangeven: hier stelt u het aangesloten totaalvermo-
gen van de elektrische bijverwarming in. Voor een binnenunit met 9 kW
voert u 9 kW in.
Compressorbedrijf, vermogensbegrenzing: hier stelt u de vermo-
gensbegrenzing voor de bijverwarming tijdens compressorbedrijf in. In
de basisinstelling is deze waarde 2/3 van de in Totaal vermogen aange-
ven ingestelde waarde.
Alleen bijverwarming, vermogensbegrenzing: hier stelt u de vermo-
gensbegrenzing voor de elektrische bijverwarming bij uitgeschakelde
compressor in. De basisinstelling komt overeen met de waarde in Totaal
vermogen aangeven.
6720804378-29.1I
6720804378-14.1I
Nefit EnviLine • 6 720 810 453 (2014/02)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave