Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling Van De Standmelder; Instelling Van De Klepstandstellers - Samson 3767 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Elektropneumatische klepstandsteller
Inhoudsopgave

Advertenties

nstelling van de standmelder

4.4 Instelling van de standmelder

Belangrijk!
Voor het instellen van de standmelder moe-
ten het aanvangsbereik (nulpunt) en de eind-
waarde (bereik) van de klepstandsteller zijn
ingesteld.
Afhankelijk van de stand van de 4-polige
connector, weergegeven symbool >> of <>,
kan het meldsignaal worden ingesteld op
een bereik van 4...20 mA of 20 ... 4 mA
voor 0...100% slag.
ZERO
SPAN
SPAN
ZERO
Bild 15
Standmelder
Tabel 10
Ventielbeweging
Waarneembaar meldsignaal
Open
Dicht
EB 8355-2 NL
38
Stroom neemt toe
Stroom neemt af
Nulpunt (ZERO)
Het nulpunt wordt met de schakelaars 1 en
2 vooringesteld en met de potentiometer
ZERO fijn-nageregeld. Deze heeft altijd be-
trekking op de 4 mA-waarde.
Bereik (SPAN)
Het bereik en daarmee de eindwaarde
wordt met de schakelaars 3 en 4 vooringe-
steld en met de potentiometer SPAN fijn-na-
geregeld. Deze instelling heeft altijd betrek-
king op de 20 mA-waarde.
Voorbeeld:
Ventiel openen, signaal klepstandsteller in
de gaten houden.
Indien het signaal zich niet in de gewenste
richting beweegt, moet de meerpolige con-
nector worden omgezet.
Aansluitende nulpunt (4 mA) en bereik (20
mA) bij de ventielstanden conform tabel 10
instellen.
Standmelder
Signaalrichting
o.k.
Niet OK.
Connector omzetten
o.k.
Niet OK.
Connector omzetten
Nulpunt/bereik instellen op
20 mA
ventiel open
4 mA
ventiel dicht
4 mA
ventiel open
20 mA
ventiel dicht
4 mA
ventiel open
20 mA
ventiel dicht
20 mA
ventiel open
4 mA
ventiel dicht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave