Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montagevolgorde; Voorinstelling Slag - Samson 3767 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Elektropneumatische klepstandsteller
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbouw aan regelventiel
klepstandsteller-regelventiel worden vastge-
legd of veranderd.

2.2. Montagevolgorde

enodigde toebehoren en meetveer con-
form tabel 4 resp. 5 uitzoeken en conform
fig. 7 als volgt monteren:
Regelventiel in gietjukuitvoering:
1. Plaat (20) met verzonken schroeven
aan de koppeling van membraan- en
klepstang schroeven. ij de aandrijvin-
gen 2100 en 2800 cm
dien het hoekstuk (32) worden gebruikt.
2. Rubberen plug uit de adapter verwijde-
ren en deze volgens het overzicht in fig.
6 links of rechts aan de NAMUR-rib
met de bout bevestigen.
Regelventiel in stangenuitvoering
1. Plaat (20) op de meenemer van de klep-
stang schroeven.
2. Stiftschroeven (29) in het adapterhuis
schroeven.
3. Huis met bevestigingsplaat (30) rechts
of links (fig. 6) op de ventielstangen
plaatsen en met moeren (31) vastschroe-
ven. Daarbij in de hoogte zodanig uit-
richten dat, bij een halve ventielslag, de
aansluitend te monteren hefboom (18)
horizontaal staat.
4. Stift (19) in de middelste gatrij van de
plaat (20) zodanig inschroeven en bor-
gen, dat deze ongeveer boven de con-
form tabel 6 juiste hefboommarkering
(1 t/m 2) staat.
5.
eugel (21) op de hefboom (18) klem-
men. Alleen bij aanbouw van de klep-
standsteller met luchtaansluiting naar
EB 8355-2 NL
16
moet boven-
2
voren (fig. 6), moet de beugel met de
open zijde naar beneden gericht op de
hefboom (18) worden geklemd.
6. Hefboom (18) met klemplaat (22) op as
(25) plaatsen. Daarbij moet de beugel
de stift (19) omspannen.
2.2.2 Voorinstelling van de slag
1. Regelventiel op 50% slag brengen.
2. As (25) in het adapterhuis zodanig ver-
stellen dat de zwarte aanwijzer (24)
met de gietmarkering in het adapter-
huis overeenkomt.
3. In deze positie de klemplaat (22) met
de schroef (23) vastzetten.
4. Overdrachtsstift (27) aan de zijde van
de ingeperste moeren op de hefboom
van de klepstandsteller schroeven en
met de moer aan de andere zijde bor-
gen, waarbij de inbouwpositie A resp.
conform tabel 6 en figuur 7 moet wor-
den aangehouden.
5. Klepstandsteller, rekening houdend met
de inbouwrichting van het adapterhuis,
zodanig plaatsen, dat de overdrachts-
stift (27) conform figuur 4 tegen het
hoekstuk (28) aanligt. Voorzichtig –
Overdrachtsstift mag niet meer uit het
hoekstuk glijden.
6. Conform tabel 5/6 controleren of de
juiste meetveer is ingebouwd!
Standaard is meetveer 1 ingebouwd,
deze indien nodig vervangen door
meetveer 2 uit de toebehoren, waarbij
de buitenste montagegaten moeten wor-
den gebruikt.
7. Klepstandsteller conform par. 4.1 instel-
len.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave