nstellen van de klepstandsteller op het regelventiel
4 Bediening
4. Instellen van de klepstandstel-
ler op het regelventiel
Aanvangsbereik en gewenste waarde
ij de instelling op het regelventiel moet de
slag (stelhoek) op de gewenste waarde wor-
den aangepast.
ij een gewenste waarde van bijv. 4...20
mA moet ook de slag het totale bereik van
0 ... 100% doorlopen (figuur 13, links).
ij draaistandregelaars moet overeenkom-
stig de stelhoek van bijv. 0 ... 70° aan de
gewenste waarde worden toegekend.
Het aanvangsbereik is gerelateerd aan de
gesloten stand van het regelventiel.
Afhankelijk van de uitvoering van de aan-
drijving ("membraanstang uitgaand" of
"membraanstang ingaand") en de werkings-
richting van de klepstandsteller (>> of <>)
kan dit de onderste of de bovenste bereik-
100%
Open
Slag
Dicht
0%
4
⋅
ig. 13
Normaal en split-range bedrijf
EB 8355-2 NL
32
< >
< <
20 mA
Gewenste waarde
ingangssignaal
seindwaarde (4 resp. 20 mA) van de ge-
wenste waarde zijn. Het bereik van de ge-
wenste waarde en daarmee de eindwaarde
bepaalt de slag van het regelventiel.
In split-range bedrijf (fig. 13, rechts) werken
de regelventielen met kleinere gewenste
waarden. Daarvoor wordt het regelaarsig-
naal voor aansturen van twee ventielen zo-
danig verdeeld dat beide bij het halve in-
gangssignaal de volledige slag doorlopen
(bijv. eerste regelventiel ingesteld op 4...12
mA en het tweede regelventiel op 12...20
mA). Om overlappingen te voorkomen even-
tueel een dode band van
den, zie figuur 13.
Het
aanvangsbereik
schroef
ingesteld, het bereik en daar-
(6.2)
mee de
eindwaarde
Voor het instellen moet op de stelsignaalin-
gang een geschikte mA-bron worden aan-
gesloten en de voedingsluchtingang moet
worden aangesloten.
100%
< >
Open
Slag
Dicht
Ventiel 2
0%
4
Dode band
0,5 mA aanhou-
±
(nulpunt) wordt met de
met de schroef
(6.1)
< <
Ventiel
12
20 mA
.