Pagina 1
Pneumatisch regelventiel Type 3241-1 en type 3241-7 Type 3241-1 Type 3241-7 Fig. 1 · Ventiel type 3241 met aandrijving type 3271 en aandrijving type 3277 Inbouw- en bedieningshandleiding EB 8015 Uitgave April 2004...
Inhoudsopgave Inhoud Blz. Constructie en werking ......4 Samenbouwen ventiel-aandrijving ....4 Montage en instelling .
Pagina 3
Veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies het regelventiel mag alleen door vakkundig en geschoold personeel, reke- ning houdend met de erkende regels der techniek, worden ingebouwd, in bedrijf worden genomen en worden onderhouden. Daarbij moet worden gewaarborgd, dat personeel of derden niet in gevaar komen. De in dit voorschrift opgenomen waarschuwingen, vooral v.w.b.
Opbouw en werking Bij vermindering van de steldruk of bij uitval De pneumatische regelventielen type van de hulpenergie bewegen de veren de 3241-1 en type 3241-7 bestaan uit het en- membraanstang naar boven en openen het kelzittings doorgangsventiel type 3241 en ventiel.
Pagina 5
Samenbouwen van ventiel en aandrijving Aandrijving type 3271 Ventielbehuizing 1.1 Moeren 1.2 Vlakke pakking Zittin Klep 4.1 Veer 4.2 Pakking Bovendeel ventiel 5.2 Draadbus 5.3 Slagindicatieplaat Klepstang 6.1 Koppelingsmoer 6.2 Contramoer 6.3 Juk (DN 200 en 250) Koppeling Aandrijving 8.1 Membraanstang 8.2 Moer Regelventiel type 3241 Mikrostelelement...
Pagina 6
Samenbouwen van ventiel en aandrijving Aandrijving type 3277 Ventielhuis 1.1 Moer 1.2 Vlakke pakking Zitting Klep 4.1 Veer 4.2 Pakking Bovendeel ventiel 5.2 Draadbus 5.3 Slagindicatieplaat Klepstang 6.1 Koppelingsmoer 6.2 Contramoer 6.3 Juk (DN 200 en 250) Koppeling Aandrijving 8.1 Membraanstang 8.2 Moer Fig.
Samenbouwen van ventiel en aandrijving 2. Op de aandrijving (8) de koppelingsde- 7. Koppelingsdelen van de koppeling (7) len van de koppeling (7) en de slagmoer plaatsen en vastschroeven. (8.2) verwijderen. Slagmoer over de Slagindicatieplaat (5.3) uitrichten op de top klepstang schuiven.
Samenbouwen van ventiel en aandrijving Wanneer een ventiel met een overgedimen- Ventiel en aandrijving met sioneerde aandrijving wordt gecombineerd verschillende nom. slagen (nom. slag aandrijving groter dan nom. slag ventiel) kan altijd alleen de eerste helft van Aandrijving “membraanstang uitgaand” het nom.
Inbouw Vuilfilter, bypass Het verdient aanbeveling, voor het regelven- Inbouwpositie tiel een SAMSON-vuilfilter type 2 in te bou- wen. Om tijdens onderhoudswerkzaamhe- De inbouwpositie is willekeurig, maar bij den de installatie niet uit bedrijf te hoeven ventielen vanaf DN100 heeft verticale in-...
EB 029 (oud WA vreemde delen tussen de zitting en de klep 029) opgenomen, deze kan via internet on- of door beschadigde afdichtranden. der http://www.samson.de/pdf_de/ e00290de.pdf worden opgeroepen. het verdient aanbeveling de onderdelen te demonteren, grondig te reinigen en indien nodig te vervangen.
Onderhoud - vervangen van onderdelen Ventiel in standaard uitvoe- 4. Alle stopbusonderdelen met geschikt ge- reedschap uit de pakkingruimte trekken, ring beschadigde onderdelen vervangen. Maak de pakkingruimte zorgvuldig 5.1.1 Stopbuspakking schoon. 1. Huismoeren (1.1) losmaken en boven- 5. Vlakke pakking (1.2) en afdichtende op- deel ventiel (5) met klepstang en klep pervlakken in het huis en op het boven- van behuizing afnemen.
Onderhoud - vervangen van onderdelen tot de maat x mogelijk en alleen bij ven- 8. Nieuwe vlakke afdichtring (1.2) in het tielen met een zittinggat groter dan 12 huis plaatsen, bovendeel ventiel voor- mm. Vanaf een zittinggat 63 mm kan de zichtig op het ventielhuis plaatsen en gehele afdichtring indien nodig worden met moeren (1.1) bevestigen.
Onderhoud - vervangen van onderdelen Ventiel met isoleerdeel of bereik instellen zoals in hoofdstuk 2.1 beschreven. metaalbalgafdichting 5.2.2 Klep 5.2.1 Stopbuspakking Bij vervanging van de klep met de Bei stop- 1. Koppelings- en contramoer (6.1 en 6.2) buspakking (4.2) worden gecontroleerd, of van de klepstangverlenging (6.3) af- nog beter, volgens par.
50 Nm bij Ø 10 en 88 Nm bij Ø 16 vangen van de zitting in par. 5.2.2 be- mm). schreven, uitschroeven. 2. Moer (6.5) met SAMSON-steeksleutel Zie voor verdere montage par. 5.2.5. (zie EB 029) uitschroeven. 3. Klepstangverlenging met daaraan gelas- DN 200 und 250: te metalen balg (6.6) uit het tussenstuk...
Onderhoud - vervangen van onderdelen DN 200 und 250: Vervangen van de manchet resp. afdichtring 1. Klep (3) conform par. 5.2.2 van de klepstang afschroeven en metalen balg bij drukontlaste klep (6.6) samen met de klepstang (6) naar 1. Koppelings- en contramoer (6.1, 6.2) bovenuit het tussenstuk (12) trekken.
Pagina 17
Onderhoud - vervangen van onderdelen Overige montage: 12. Draadbus (5.2) inschroeven en vast- draaien. 10. Vlakke pakking (1.2) in het huis plaat- 13. Contramoer (6.2) en koppelingsmoer sen, bovendeel ventiel (1.1) voorzichtig (6.1) los op de klepstang schroeven. op het ventielhuis plaatsen en met moe- 14.
Materiaalmarkering Bij DN 50 t/m 150: Materiaalmarkering 5. Schroef (3.4) met borging en ring (3.3) Geleidebus, zitting en klep zijn als volgt ge- verwijderen. Manchet (3.1) vervangen. markeerd: 6. Ring (3.3) plaatsen. Schroef (3.4) met Geleidebus (groef op eindvlak) borging plaatsen en vast inschroeven. 7.