Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen
2.3.4 Omkeerversterker bij dubbel-
werkende aandrijvingen
Voor de toepassing op dubbelwerkende
aandrijvingen moet de klepstandsteller van
een omkeerversterker worden voorzien.
De omkeerversterker is als toebehoren in de
tabel 7 op blz. 19 opgenomen.
Op de uitgang A
van de omkeerversterker
1
is de steldruk van de klepstandsteller actief,
op uitgang A
een tegengestelde druk, die
2
met de druk A
op de actieve voedingsdruk
1
wordt uitgebreid. Er geldt: A
Montage
Belangrijk!
Voor de montage van de omkeerversterker
de afdichtplug (1.5) verwijderen. et af-
dichtrubber (1.4) moet gemonteerd blijven.
1. De speciale moeren (1.3) uit de toebe-
horen van de omkeerversterker in de
schroefdraadaansluiting van de klep-
standsteller schroeven.
2. De vlakke pakking (1.2) in de uitspa-
ring van de omkeerversterker plaatsen
en de beide holgeboorde speciale
schroeven (1.1) in de aansluitgaten A1
en Z schuiven.
3. Omkeerversterker op de klepstandstel-
ler plaatsen en met de beide speciale
schroeven (1.1) vastschroeven.
EB 8355-2 NL
26
+ A
= Z.
1
2
Steldrukaansluiting
: Uitgang A
op de steldrukaansluiting
1
1
A
op de aandrijving aansluiten, welke bij toe-
nemende druk het ventiel opent.
: Uitgang A
op de steldrukaansluiting
2
2
A
op de aandrijving aansluiten, welke bij toe-
nemende druk het ventiel sluit.