FLITSREGELING
AD, pre-flash DDL en handmatige flitsregeling zijn beschikbaar. De flitsmethode kan worden gekozen
in de basis-sectie van het opnamemenu (blz. 80).
ADI flitsmeting - Advanced Distance Integration. Deze stand combineert de afstandsinformatie uit
het AF-systeem met de informatie van een voorflits. ADI laat zich niet misleiden door de helderheid
van het onderwerp of de achtergrond, iets wat bij meer conventionele DDL-flitssystemen wel voor-
komt. Daardoor wordt bij uiteenlopende onderwerpen een optimale flitsbelichting bereikt.
Pre-flash DDL - Hier wordt alleen de voorflits gebruikt, niet de afstandsinformatie. Gebruik deze
methode bij het gebruik van voorzetlenzen en filters die de hoeveelheid licht die de camera binnen-
komt verminderen, denk aan grijsfilters. Pre-flash DDL moet ook worden gebruikt wanneer de inge-
bouwde of een externe flitser voorzien is van een diffusor.
De camera schakelt automatisch over van ADI naar Pre-flash DDL wanneer het contrast in het
onderwerp zo laag is dat het autofocus systeem niet goed werkt. Kan het AF-systeem niet goed
scherpstellen, druk dan op de scherpsteltoets (AF/MF) en stel met de hand scherp. Dan blijft ADI in
werking.
Handmatige flitsregeling - flitser flitst op vol vermogen, op 1/4 of op 1/16. Omdat er geen voorflits
wordt gebruikt kan deze instelling ook worden gebruikt om flitsers of flitsinstallaties te ontsteken die
met een slave-unit (draadloze ontsteker) werken.
Stel via het menu de handmatige flitsregeling in en ga
1
terug naar de opnamestand. Zet de schakelaar digitale
effecten in de stand voor belichtingscorrectie (1).
3
Druk de knop digitale effecten in (2) en houd hem inge-
drukt, en stel het flitsvermogen in met de op/neertoetsen
van de stuurknop (3).
2
Laat de knop digitale effecten (2) los om de instelling door
Flitsvermogen
te voeren.
94
M
ENU OPNAMESTAND