ZELFONTSPANNER
Met de zelfontspanner stelt u het moment van de opname met ongeveer 10 seconden uit, zodat u
zelf op de foto kunt komen. De zelfontspanner wordt ingesteld met het functiewiel (blz. 48).
Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de
basistechnieken (blz. 27). Scherpstelvergrendeling (blz. 28) of het Flex-scherpstel-
punt (blz. 45) zijn te gebruiken bij onderwerpen buiten het beeldmidden. Druk de ont-
spanknop half in om belichting en scherpstelling te vergrendelen. Druk de ontspan-
knop geheel in om het aftellen te starten. Omdat scherpstelling en belichting worden
bepaald bij half indrukken van de ontspanknop moet u niet voor de camera staan.
Controleer altijd de scherpstelling met de scherpstelsignalen
voordat u het aftellen start (blz. 29).
Tijdens het aftellen knippert het zelfontspannerlampje voorop de
camera; het knipperen gaat vergezeld van een audio-signaal.
Een paar seconden voor de opname gaat het lampje sneller
knipperen. Vlak voordat de opname wordt gemaakt brandt het
lampje constant. Wilt u het aftellen stoppen, druk dan op de pro-
auto-toets of verander de stand van de flitser (uit- of neerklap-
pen). Het audiosignaal kan worden uitgeschakeld in de basis-
sectie van het setup-menu (blz. 118).
Opnametips
U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om bij lange tijdopnamen cameratrilling te vermijden.
Wanneer u vanaf statief fotografeert kunt u opnamen van statische onderwerpen (landschap-
pen, stillevens, macro-opnamen) met de zelfontspanner maken. Omdat er op het moment dat
de opname begint geen contact met de camera is kan de fotograaf geen trilling veroorzaken.
66
O
-
PNAMESTAND
GEAVANCEERDE TECHNIEKEN
1
2