Minolta (adres op de achterzijde). Controleer onderstaande paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar of wend u tot Minolta (adres op de achterzijde van deze gebruiksaan- wijzing).
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK Neem onderstaande opmerkingen en waarschuwingen ter harte voordat u dit product gebruikt. WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan. Volg onderstaande waarschuwing goed op: •...
Pagina 4
Verwijder meteen de batterijen en houd er daarbij rekening mee dat batterijen heet kunnen worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product of onderdeel kan letsel of brand veroorzaken. • Is reparatie nodig, neem het product dan mee naar de Technische Dienst van Minolta.
Pagina 5
WAARSCHUWING • Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken.
INHOUD OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING De basisuitlet over deze camera vindt u op blz 10 tot en met 27. Dit deel van de gebruiksaanwijzing behandelt de onderdelen van de camera, de voorbereidingen voor het gebruik en de basishandelingen voor opnemen, bekijken en wissen van beelden. Het deel over de automatische opname-stand behandelt alle basisfuncties van de camera in deze stand en de multifunctionele opnamestand.
Pagina 8
INHOUD Scherpstelmethoden......................56 Cameragevoeligheid – ISO ....................57 Flitsbereik en cameragevoeligheid ..................57 Full-time AF ........................58 Lichtmeetmethoden ......................58 Belichtingsbracketing......................59 Digitale zoom en beeldgrootte....................59 Beeldcorrectie – kleur, verscherping, contrast en kleurverzadiging........60 Tijdopnamen ..........................61 Fotografische basisprincipes ........................62 Video-clips opnemen..........................64 Clips opnemen met de RC-3 afstandsbediening (apart verkrijgbaar) ........65 Weergavestand –...
Pagina 9
Setup-stand – werking van de camera instellen ..................83 Navigeren door het setup-menu ....................84 Setup-menu – basic.........................86 Helderheid LCD-monitor ....................86 CompactFlash kaarten formatteren..................86 Automatische spaarschakeling ...................87 Audiosignaal ........................87 Taal .............................87 Setup-menu – custom 1 ......................88 Bestandsnummergeheugen ....................88 Map selecteren ........................88 Setup-menu – custom 2 ......................89 Alles terugzetten op standaard...................89 Datum en tijd instellen ......................90 Datumvolgorde instellen .....................91...
BENAMING VAN DE ONDERDELEN CAMERA BODY Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Houd de aangewezen plaatsen zorgvuldig schoon. Lees de informatie over onderhoud en opslag achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 109). Keuzeknop (hoofdschakelaar) Ontspanknop Knop digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 28) Data panel (blz. 13) Zoekervenster* Microfoon Luidspreker...
Pagina 11
Toets flitsmethode/vergroting (blz. 30, 71) CCD-vlak Transport-toets (blz. 32) Toets belichtingscorrectie (blz. 46) Zoeker* (blz. 12) LCD-monitor* (blz. 14) Stuurknop Menu-toets QV/Wissen-toets (blz. 26) Weergavetoets (blz. 37, 70) Toegangslampje Voedingsaansluiting (blz. 18) Ontgrendeling deurtje kaartruimte Deurtje kaartruimte (blz. 18) De USB- en AV-aansluitingen zitten achter het deurtje van de Statiefaansluiting kaartruimte.
BENAMING VAN DE ONDERDELEN ZOEKER Scherpstelsignaal( groen) Flitssignaal (oranje) Scherpstelkader KEUZEKNOP De keuzeknop geeft snel Volautomatische opnamestand (blz. 20) en direct toegang tot de belangrijkste gebruiks- Multifunctionele opnamestand (blz. 48) standen van de camera; Weergavestand (blz. 66) hij fungeert ook als hoofdschakelaar.
BENAMING VAN DE ONDERDELEN INFORMATIE OP LCD a. Gebruiksstand (blz. 12) k. Diafragma b. Flitsmethode (blz. 30) l. Waarschuwing cameratrilling (blz. 31) c. Verscherping (blz. 60) m. Cameragevoeligheid (ISO) (blz. 57) d. Contrastcorrectie (blz. 60) n. Handmatige scherpstelling (blz. 56) o.
VOORBEREIDEN EN AAN DE SLAG DRAAGRIEM EN LENSDOP BEVESTIGEN Bevestig het koordje aan de lensdop door een van de kleine lussen door het oogje van de dop te voeren (1)en vervolgens de andere lus door de eerste lus te voeren (2) en aan te trekken. Bevestig de camerariem aan de oogjes als aan- gegeven.
VOORBEREIDEN EN AAN DE SLAG BATTERIJEN VERWISSELEN Deze digitale camera gebruikt vier AA alkalinebatterijen. Oplaadbare AA-formaat Ni-MH batterijen kunnen ook worden gebruikt; ze zijn aan te bevelen wegens hun langere gebruiksduur per lading. Laad ze altijd met een lader die geschikt is voor geavanceerde elektronische apparatuur. Raadpleeg uw handelaar voor een goede lader.
SIGNALEN BATTERIJCONDITIE Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op het datascherm en de LCD-monitor. Het monitor- symbool verandert van wit in rood wanneer de batterij bijna leeg is. Zijn het datascherm, de elektronische zoeker en de LCD-monitor blanco, dan zijn de batterijen leeg of verkeerd geïnstalleerd.
VOORBEREIDEN EN AAN DE SLAG EXTERNE VOEDING (APART VERKRIJGBAAR) De netstroomadapter stelt u in staat de camera via het lichtnet van stroom te voorzien. Gebruik ervan is aan te bevelen wanneer u de camera op de computer aansluit of wanneer u de camera intensief gaat gebruiken.
Pagina 19
Zet de camera altijd uit en controleer of het toegangslampje niet brandt voordat u een CompactFlash kaart plaatst of verwijdert, anders kan de kaart beschadigd raken of kan informatie verloren gaan. Schuif de ontgrendeling omlaag om het deurtje van de kaartsleuf te openen (1). Druk op een CompactFlash kaart te verwijderen op de uitwerp-hendel (2).
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BASISHANDELINGEN Dit hoofdstuk behandelt de basis van het werken met de camera. Maak u goed vertrouwd met de handelingen van dit hoofdstuk voordat u naar andere delen van de gebruiksaanwijzing verder gaat. Dankzij de geavanceerde technologie van de automatische opnamestand hoeft u zich niet te bekom- meren om de camera-instellingen en kunt u zich volledig concentreren op onderwerp en compositie.
DE CAMERA IN DE AUTOMATISCHE OPNAMESTAND ZETTEN. Zet de keuzeknop in de automatische opnamestand (1); alle camerafuncties werken nu automatisch.De autofocus-, belichtings en beeldverwerkingssystemen werken samen om zonder inspanning van de kant van de fotograaf mooie opnamen te bereiken. Veel van de systemen van de camera werken volautomatisch, maar toch is het mogelijk de werking van de camera snel en eenvoudig de optimale instellingen voor een bepaald onderwerp te geven, met de knop voor digitale onderwerpsprogramma’s...
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND ZOOMOBJECTIEF EN DIGITALE ZOOM Deze camera is uitgerust met een 7,15 tot 28,6mm optische zoom. Het bereik is vergelijkbaar met een 35 tot 140 mm zoomobjectief op een kleinbeeldcamera. Bij kleinbeeld geldt dat een objectief met een brandpuntsafstand korter dan 50 mm als groothoekobjectief wordt aangemerkt, omdat de beeldhoek groter is dan die van het menselijk oog.
BASISHANDELINGEN OPNAME Zet de camera in de automatische opnamestand; hij wordt aangezet en de LCD-monitor wordt geactiveerd. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader. • Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum is gebruik van de scherpstelvergrendeling (blz. 24) aan te raden. • Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief bevindt: 0,5 m - ∞...
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND SCHERPSTELVERGRENDELING De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich buiten het beeldmidden en buiten het scherpstelveld bevindt. U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken voor speciale scherpstelsituaties, waarin de autofocus niet goed functioneert. U gebruikt deze vergrendeling via de ontspanknop.
SCHERPSTELSIGNALEN Deze digitale camera is uitgerust met een snel en precies autofocus-systeem. Het scherpstelsymbool in de rechter benedenhoek van de LCD-monitor en het groene lam- pje naast de zoeker geven de scherpstelstatus aan. Scherpstelsymbool: wit Scherpstelling in orde. Scherpstellampje: brandt Scherpstelsymbool: rood Scherpstelling niet mogelijk.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND QUICK VIEW In de automatische en de multifunctionele opnamestand kunt u gemaakte opnamen meteen bekijken. Druk simpelweg op de QV/Wissen-toets om de opnamen op te roepen, en gebruik de stuurknop om de beelden die op de CompactFlash kaart staan te laten passeren. Opnamen kunnen met verschillende soorten informatie worden weergegeven: datum, opnamenummer, printstatus en vergrendelingsstatus.
QUICK-VIEW WEERGAVE Druk op de h. Mapnummer – op-toets om nummer beeldbestand de opname- i. Mapnaam (blz. 100) info te zien. j. Factor belichtingscorrectie (blz. 46) k. Cameragevoeligheids- instelling (ISO (blz. 57) l. Witbalansinstelling (blz. 54) m. Diafragma a. Gebruiksstand e.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND TOETS DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA'S Met de toets voor de digitale onderwerpsprogramma's (1) optimaliseert u de camera-instellingen voor bepaalde onderwerpen en omstandigheden. Belichting, witbalans en beeldverwerking werken daarbij samen voor de mooiste resultaten. Met indrukken van de toets voor de onderwerps- programma's doorloopt u de verschillende standen: macro, portret, landschap, nachtportret, tekst en de originele belichtingsstand.
Pagina 29
PORTRET – geeft warme, zachte huidtinten en een lichte extra onscherpte in de achtergrond. • Portretten worden doorgaans het mooist bij gebruik van de telestand: de proporties binnen het gezicht worden goed weergegeven en de geringe scherptediepte geeft de gewenste onscherpte in de achtergrond.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND FLITSSTANDEN U kiest de flitsstand door zo Automatisch flitsen – de flitser gaat bij weinig vaak op de flitstoets (1) achter- licht en tegenlicht automatisch af. op de camera te drukken dat de gewenste flitsstand ver- Invulflits – de flitser gaat bij elke opname af, schijnt.
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE OPNAMESTAND De camera regelt de flitsdosering automatisch. Voor een goede belichting is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Door de constructie van het optische systeem zijn de bereiken in de groothoek- en telestand verschillend. Groothoek 0,5 m ~ 3,5 m Tele...
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND TRANSPORTSTANDEN Met de transportstanden regelt u de manier waarop beelden worden opgenomen, plus de opnamefrequentie. Op het datascherm en de LCD-monitor verschijnen symbolen voor de transportstand. Druk zo vaak op de transporttoets (1) op de achterzijde van de camera als nodig is om de gewenste transportstand te doen verschijnen.
ZELFONTSPANNER Met de zelfontspanner stelt u het moment van de opname met ongeveer 10 seconden uit, zodat u zelf op de foto kunt komen. De zelfontspanner wordt ingesteld met het transporttoets (blz. 32). Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de basistechnieken (blz.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND AFSTANDSBEDIENING (APART VERKRIJGBAAR) De afstandsbediening IR Remote Control RC-3 maakt het mogelijk de camera vanaf maximaal 5 m te ontspannen. De afstandsbediening kan ook voor filmopnamen worden gebruikt (blz. 65). Plaats de camera op een statief en zet de transportstand op zelfontspanner/ afstandsbediening (blz.
CONTINU-OPNAMEN In de stand voor continu-opnamen worden er achtereen opnamen gemaakt zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. De continu-stand werkt als de motordrive van een gewone fotocamera. Het aantal opnamen dat u achtereen kunt opnemen en het haalbare tempo zijn afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BRACKETING In deze stand maakt de camera een belichtingstrapje van drie opnamen. Elke opname wordt met een iets andere belichting gemaakt, zodat later de beste kan worden uitgekozen. Belichtingstrapjes zijn alleen geschikt voor statische onderwerpen. De bracketing-stand wordt met de transport-toets ingesteld. In de Normaal stand superfijn (blz.
WEERGAVETOETS – OPNAMESTAND De weergavetoets regelt de weergave op de LCD-monitor. Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt wordt een andere weergavefunctie geactiveerd: volledige weergave, alleen live-beeld en monitor uit. U kunt stroom sparen door de monitor uit te zetten en bij het fotograferen de zoeker te gebruiken. Drukt u op de knop voor de belichtingscorrectie of wordt de macro-stand geactiveerd, dan wordt de monitor automatisch ingeschakeld.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND NAVIGEREN DOOR HET AUTOMATISCHE OPNAME-MENU Druk in de automatische opnamestand op de menutoets om het menu te activeren. Met de menu- toets schakelt u het menu na het verrichten van de instellingen ook uit. Met de vierwegtoetsen van de stuurknop verplaatst u de cursor door het menu.
Pagina 39
Instellingen die in het automatische opname-menu zijn Auto gemaakt blijven gelden totdat ze worden veranderd of Image size 2048 X 1536 door een andere instelling vervangen. (blz. 89). 1600 X 1200 Image size – beeldgrootte: instelling van de pixel-reso- 1280 X 960 lutie van de beelden.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BEELDGROOTTE De beeldgrootte is bepalend voor het aantal pixels dat het beeld bevat. Hoe groter de maat, des te groter is ook het beeldbestand. Kies de beeldgrootte op basis van de toepassing van het uiteindelijke beeld. Voor een hoge printkwaliteit en grote formaten hebt u grote bestanden nodig, voor webtoepassingen volstaan kleine.
BEELDKWALITEIT Deze camera heeft vier instellingen voor beeldkwaliteit: superfijn, fijn, standaard en economy. Kies de gewenste instelling altijd voordat u de opname maakt. Kijk bij “Navigeren door het automatische opnamemenu” op blz. 38. In multifunctionele opname-stand wordt de beeldkwaliteit geregeld in de basis-sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BESTANDSGROOTTE EN CAPACITEIT COMPACTFLASH KAART Het aantal beelden dat op een CompactFlash kaart kan worden opgeslagen hangt af van de capa- citeit van de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen. De bestandsgrootte wordt door de opna- me zelf bepaald; sommige taferelen kunnen minder sterk gecomprimeerd worden dan andere. Bestandsgrootten bij benadering Beeldgrootte 2048 X 1536 1600 X 1200 1280 X 960...
SPRAAKOPNAME (VOICE MEMO) Met de spraakopname-functie kunt u vijf of vijftien seconden audio bij een opgeslagen foto opnemen. De functie wordt geactiveerd en de opnameduur wordt ingesteld in het automatische opname-menu (blz. 38). In de multifunctionele opnamestand wordt de spraakopname geregeld in de custom 2 sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND DATUM IN BEELD Het is mogelijk de datum van de opname in het beeld op te nemen. Datum-opname-aanduiding Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Daarna blijft de datumopname actief totdat de functie weer wordt uitgezet. Een gele balk achter de opnameteller op de monitor geeft aan dat de imprint-functie actief is.
DIRECTE WEERGAVE Na de opname kan een beeld meteen op de monitor worden weergegeven, voordat het wordt opgeslagen. Bij continutransport of de bracketing-functie verschijnt een index (blz. 70). Directe weergave wordt geactiveerd met een menu: kijk bij “Navigeren door het automatische opnamemenu”...
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND BELICHTINGSCORRECTIE De belichting kan worden gecorrigeerd om het uiteindelijke beeld donkerder of lichter te maken, in een bereik van ±2 LW in stappen van 1/3 LW. De gekozen correctie blijft in werking totdat de belichtingscorrectie is veranderd of op 0 gezet. In de automatische opnamestand wordt de belichtingscorrectie ook ongedaan gemaakt wanneer de keuzeknop in een andere stand wordt gezet.
Opnametips Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door bepaalde omstandighe- den misleid. Dan biedt de belichtingscorrectie uitkomst. Zo kan bijvoorbeeld een zeer licht tafereel, zoals een sneeuwlandschap of een zon- beschenen wit strand te donker op de opname komen. Pas dan voordat u de opname maakt de belichting aan met een correctie van +1 of +2 om een juiste belichting te krijgen.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND GEAVANCEERDE HANDELINGEN Op de digitale onderwerpsprogramma’s na zijn de basishandelingen in de multifunctionele opname- stand gelijk aan die in de automatisch opnamestand. Het is daarom belangrijk dat u goed vertrouwd bent met wat wat er in het vorige hoofdstuk werd behandeld. In de multifunctionele opnamestand hebt u meer zeggenschap over de manier waarop het beeld tot stand komt.
Pagina 49
Omschakelen tussen het brede AF-veld en het spot-scherpstelpunt is eenvoudig. Druk op de stuurknop (1) en houd hem ingedrukt tot het brede AF-veld overgaat in het spot- scherpstelpunt. Herhaal deze handeling om terug te keren naar het brede AF-veld. Met de scherpstelveld-selectie regelt u welk spot-scherpstelpunt actief is. Deze functie is goed te gebruiken voor onderwerp buiten het beeldcentrum, of wanneer u zeer selectief wilt kunnen scherpstellen.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND NAVIGEREN DOOR HET MULTIFUNCTIONELE OPNAMEMENU Druk in de opnamestand op de menutoets om het menu te activeren. Met de menu-toets laat u het menu na het verrichten van de instellingen ook weer verdwijnen. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuurknop om de cursor in het menu te verplaatsen.
Pagina 51
Basic Custom 1 Exposure mode Program Full-time AF Aperture priority Manual Metering mode Multi-segment Image size 2048 X 1536 Spot 1600 X 1200 Exposure bracket 1.0 Ev 1280 X 960 0.5 Ev 640 X 480 0.3 Ev Quality Super fine Digital zoom Fine Standard...
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND BELICHTINGSSTANDEN De drie belichtingsstanden geven u uitgebreide mogelijkheden het eindresultaat naar uw hand te zetten: programma-automatiek, diafragmavoorkeuze-automatiek en handinstelling van de belichting. Instelling gebeurt in de basic sectie van het mutifunctionele opnamemenu. PROGRAMMA-AUTOMATIEK In de programmastand regelt de camera zowel de sluitertijd als het diafragma. Het geavanceerde belichtingssysteem stelt de fotograaf in staat in alle vrijheid te werken, zonder zich te bekommeren om de technische details van de belichtingsinstellingen.
HANDINSTELLING – M Handinstelling maakt een vrije keuze van sluitertijd en diafragma mogelijk. In deze stand worden sluitertijd en diafragma niet door de camera geregeld, waardoor de fotograaf alle zeggenschap over de belichting heeft. U kunt sluitertijd en diafragma in halve waarden instellen, van 1/1000 en 4 seconden.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND WITBALANS De witbalans zorgt ervoor dat er onder uiteenlopende lichtomstandigheden een neutrale kleurweergave wordt verkregen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze voor daglicht- of kunstlichtfilm of kleurcorrectiefilters bij traditionele fotografie. Er verschijnt een symbool op de monitor wanneer er een andere Instelling dan automatische witbalans is gekozen.
EIGEN WITBALANSINSTELLING Het is mogelijk de witbalans van de camera op een speciale lichtsituatie af te stemmen. U kunt deze instelling blijven gebruiken totdat u hem terugzet. Een eigen witbalansinstelling kan vooral goed van pas komen wanneer er verschillende soorten licht in het geding zijn en er om een zeer zorgvuldige instelling wordt gevraagd.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND SCHERPSTELMETHODEN De camera beschikt over automatische en handmatige scherpstelling. De scherpstelmethode wordt ingesteld in de basic sectie van het multifunctionele opname-menu (blz. 50). Autofocus geeft in bijna elke situatie perfecte resultaten. Er zijn echter omstandigheden waaronder het autofocus-systeem niet optimaal werkt; kijk daarvoor bij de speciale scherpstelsituaties op blz. 25.
CAMERAGEVOELIGHEID – ISO Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, 100, 200, 400 en 800. De waarden zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De cameragevoeligheid wordt ingesteld in de basic sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND FULL-TIME AF Wanneer full-time AF actief is stelt de autofocus permanent scherp, zodat het beeld op de monitor scherp blijft. Het vermindert ook de scherpsteltijd wanneer u foto’s wilt maken. Full-time AF is actief in de automatische opname-stand en kan dan niet worden uitgeschakeld. Full-time AF kan worden geactiveerd in de custom 1 sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
BELICHTINGSBRACKETING In de multifunctionele opnamestandkan de stapwarde van de belichtingsbracketing worden ingesteld op 0,3 LW, 0,5 LW en 1,0 LW. Hoe hoger het getal, des te groter is het belichtingsverschil tussen de beelden in de bracketing-serie. Kijk op blz. 36 over bracketing-instellingen. De stapwaarde voor bracketing kan worden ingesteld in de custom 1 sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND BEELDCORRECTIE – KLEUR, VERSCHERPING, CONTRAST, & KLEUR- VERZADIGING Veranderingen in kleur, verscherping, contrast en kleurverzadiging kunnen worden uitgevoerd in de custom 2 sectie van het multifunctionele opname-menu (blz. 50). Deze beeldcorrectie-instellingen stellen u in staat de beeldinformatie in een situatie te optimaliseren. Is een tafereel bijvoorbeeld te contrastrijk, dan zal er gebrek aan detaillering in de lichtste partijen en de schaduwpartijen ontstaan;...
TIJDOPNAMEN Tijdopnamen maakt u met handinstelling (M) (blz. 53). U kunt belichtingstijden van maximaal 15 seconden instellen door de ontspanknop een bepaalde tijd ingedrukt te houden. Bij tijdopnamen is een statief onontbeerlijk. Zet de belichtingsmethode op handinstelling (manual) in de basic sectie van het multifunctionele opname-menu (blz.
FOTOGRAFISCHE BASISPRINCIPES Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van nu de volgende basisprincipes zal u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten. Het diafragma, de regelbare opening in het objectief, regelt niet alleen de hoeveelheid doorgelaten licht, maar ook de scherptediepte;...
Pagina 63
De sluiter regelt niet alleen de duur van de belichting maar bepaalt ook in hoeverre bewe- ging scherp (bevroren) worden weergegeven. Korte sluitertijden worden gebruikt in actiefoto- grafie om beweging te bevriezen. Lange slui- tertijden geven bewegingen in een waas weer, denk bijvoorbeeld aan het stromen van een waterval.
DE VIDEO-STAND FILMCLIPS OPNEMEN Deze camera kan tot 60 seconden digitale video opnemen. Het motion JPEG beeld is 320 X 240 pixels (QVGA). Het effectieve beeld meet 304 x 240 pixels. Bij weergave verschijnen twee dunne lijnen links en rechts van het beeld. Onder bepaalde omstandigheden is minder dan 60 seconden opnametijd beschikbaar.
Digitale videoclips maken gaat heel eenvoudig. Zet de keuzeknop op filmopnamen (1). Neem het onderwerp in beeld als beschreven bij de basishandelingen (blz. 23). Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting te vergrendelen. Druk de ontspanknop geheel in om de opname te starten (2).
WEERGAVESTAND WEERGAVESTAND BEELDEN BEKIJKEN EN BEWERKEN Dit hoofdstuk omvat gedetailleerde informatie omtrent de weergavefuncties van de camera. Lees de delen die voor u van belang zijn. De delen over beelden weergeven, films weergeven, beelden wis- sen (blz. 68-69), het navigeren door het weergavemenu (blz. 72) en het beeldselectiescherm (blz. 81) omvatten samen de belangrijkste informatie voor het bekijken en bewerken van beelden.
WEERGAVESCHERM ENKELBEELD Druk op de h. Mapnummer – op-toets om nummer beeldbestand) de opname- i. Mapnaam (blz. 100) info te zien j. Waarde belichtingscorrectie (blz. 46) k. Cameragevoeligheid (ISO) (blz. 57) l. Witbalansinstelling (blz. 54) m. Diafragma a. Gebruiksstand e. Vergrendeling (blz. 75) n.
WEERGAVESTAND BEELDEN BEKIJKEN In de weergavestand kunt u op gemakkelijke wijze foto’s en filmclips bekijken. Zet de camera in de weergavestand (1) om beelden te kunnen bekijken. Gebruik de stuurtoets om langs de beelden op de CompactFlash kaart te scrollen. De beelden worden weergegeven met datum, opnamenummer, spraakopname, print-status en informatie over een eventuele vergrendeling.
FILMCLIPS BEKIJKEN Gebruik de link/rechts-toetsen om de gewenste clip te vinden. Druk op het midden van de stuurknop om de clip af te spelen. • Wanneer u tijdens het afspelen op de stuurknop drukt wordt het beeld stil gezet; met opnieuw indrukken wordt het afspelen vervolgd. •...
WEERGAVESTAND WEERGAVETOETS – WEERGAVESTAND Met deze toets regelt u de aard van de weergave. Elke keer dat u op de knop drukt wordt de volgende optie gekozen in de cyclus volledige weergave, alleen beeld, index-weergave. Volledige weergave Alleen beeld Weergavetoets Indexweergave Bij index-weergave verplaatst u het gele selectiekader met de links/rechts-toetsen naar het vorige of volgende beeld.
VERGROTE WEERGAVE Bij enkelbeeldweergave kan een foto worden vergroot om 2048 X 1536 2,5X 3,2X hem in detail te bekijken. Het aantal vergrotingsstappen is afhankelijk van de grootte van het opgenomen beeld. 1600 X 1200 2,5X 3,2X Hoe kleiner het beeld, des te kleiner is ook het aantal beschikbare vergrotingsstappen.
WEERGAVESTAND NAVIGEREN DOOR HET WEERGAVEMENU Druk in de weergavestand op de menutoets om het menu te activeren. Met de menu-toets kunt u ook het weergavemenu uitschakelen wanneer de instellingen zijn voltooid. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuurknop om de cursor in het menu te verplaatsen. Indrukken van de stuurknop bevestigt een gekozen instelling.
Pagina 73
Basic Delete This frame All frames “Yes” kiezen voert de keuze Marked frames uit, “No” heft de handeling op. Lock This frame All frames Marked frames Kijk op de volgende Unlock frames bladzijden voor uitleg van de menu-opties Index format 9 frames en instellingen.
WEERGAVESTAND WEERGAVE-MENU – BASIC BEELDEN WISSEN (DELETE) Wissen verwijdert beelden permanent. Een gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden. In het weergavemenu kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden uit een map.
BEELDEN VERGRENDELEN (LOCK) U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map vergrendelen. Een vergrendeld beeld kan niet worden gewist. Het is verstandig belangrijke opnamen te vergrendelen. Wilt u beelden in een andere map vergrendelen, kies die map dan in custom sectie 1 van het setup- menu (blz.
WEERGAVESTAND WEERGAVEMENU - CUSTOM 1 (DIA-SHOW) De custom 1 sectie van het weergavemenu betreft de dia-show-functie. Hiermee worden alle beelden in een map automatisch weergegeven in aflopende numerieke volgorde. Aftellend opna- menummer / totaal aantal opnamen in de presentatie Druk op de stuurknop om de presentatie te pauzeren en te herstarten.
Pagina 77
Menu opties Instellingen Hiermee start u de dia-show. Druk op het midden van de stuurknop om de presentatie te onderbreken. Wilt u de dia- show stoppen en terugkeren naar het weergavemenu, druk Slide show Enter dan tijdens de dia-show op de neer-toets van de stuurknop.
WEERGAVESTAND WEERGAVEMENU - CUSTOM 2 OVER DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto’s te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de CompactFlash kaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer.
Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden uit een map, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuurknop om het aantal in te stellen. Hebt u een DPOF-bestand gemaakt waarmee alle opnamen in een map worden geprint, dan worden opnamen die daarna aan de map worden toegevoegd niet geprint.
WEERGAVESTAND BEELDEN OVERZETTEN U kunt beeldbestanden van de ene naar de andere CompactFlash kaart kopiëren. Daarbij kan tot maximaal 8 MB aan beeldinformatie worden overgeschreven. Elke keer dat de kopieerfunctie wordt gebruikt wordt automatisch een nieuwe map voor de beelden aangemaakt (blz. 100). Beelden met spraakopname worden samen met hun audiobestanden gekopieerd.
BEELDSELECTIESCHERM Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd verschijnt het beeldselectiescherm. Het indexformaat (vier of negen thumbnails) kunt u veranderen in de basic sectie van het weergavemenu (blz. 72). Play Met de links/rechts- toetsen van de Met de op-toets van de stuurknop verplaatst u...
WEERGAVESTAND OPNAMEN OP TV WEERGEVEN Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video- uitgang, waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten. De camera is compatible met zowel de PAL- als de NTSC-standaard. U kunt controleren voor welk van deze twee systemen de camera is ingesteld in de custom 2 sectie van het setup-menu (blz.
SETUP-STAND WERKING VAN DE CAMERA INSTELLEN In de setup-stand kunt de canmerafuncties en instellingen regelen en beeldmappen selecteren. In “Navigeren door het setup-menu” (blz. 114) vindt u eerst een overzicht van het setup-menu. Daarna worden de instellingen apart behandeld.
SETUP-STAND NAVIGEREN DOOR HET SETUP-MENU Zet de keuzeknop in de setup-stand om het setup-menu te openen. Met de vierwegtoetsen van de stuurknop navigeert u door het menu. Met indrukken van de stuurknop wordt een instelling geactiveerd. Wanneer het menu wordt geactiveerd licht de tab “Basic” op. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuurknop om de gewenste tab te laten oplichten;...
Pagina 85
Basic LCDbrightness 1 (low) ~ 5 (high) Format Enter Power Save 1, 3, 5, or 10 min Kies “Yes” in het bevestigingsscherm om Beep de handeling uit te voeren, “No” heft de handeling op. w/ sound FX Language Japanese English Op de volgende bladzijden worden de Deutsch opties en hun mogelijkheden uitgelegd.
SETUP-STAND SETUP-MENU – BASIC De basic sectie van het setup-menu maakt veranderingen mogelijk in de werking van de camera en geeft ook de mogelijkheid CompactFlash kaarten te formatteren. HELDERHEID LCD-MONITOR (LCD BRIGHTNESS) De helderheid van de LCD-monitor.is instelbaar in 5 niveaus, van 1 (laag) t/m 5 (hoog). Wanneer een instelling oplicht past de helderheid zich meteen aan;...
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING (AUTO POWER SAVE) De camera schakelt om stroom te sparen de zoeker (EVF) en het datascherm uit wanneer er binnen een bepaalde tijd geen handeling is uitgevoerd. De wachttijd kan worden ingesteld op 1, 3, 5, en 10 minuten.
SETUP-STAND SETUP-MENU - CUSTOM 1 De custom 1 sectie van het setup-menu betreft de volgnummering van de bestanden en de selectie van mappen. Zie blz. 100 voor informatie over de organisatie van de mappen op de CompactFlash kaart. GEHEUGEN BESTANDSNUMMERS (FILE # MEMORY) Wanneer het geheugen voor bestandsnummering is geselecteerd krijgt het eerste bestand dat in de map wordt opgeslagen een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgeslagen bestand.
SETUP-MENU - CUSTOM 2 ALLES TERUGZETTEN OP STANDAARD (RESET DEFAULT) Deze functie treft alle standen. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm: na “Yes” worden onderstaande instellingen uitgevoerd, “No” heft de handelingen op. Standaardinstelling Blz. Belichting Programma-automatiek Scherpstelling Autofocus Scherpstelveld Breed scherpstelveld Digitale zoom Transport Enkelbeeldtransport...
SETUP-STAND Standaardinstelling Blz. Verscherping Normaal Contrast Normaal Kleurverzadiging Normaal Indexweergave 9 beelden Duur (dia-show) 5 seconden Herhaling (dia-show) Index-print Nee (uitgeschakeld) Helderheid LCD-monitor Automatische uitschakeling 1 minuut Geluidsignaal Geheugen bestandsnummering Nee (uitgeschakeld) DATUM EN TIJD INSTELLEN Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een foto of filmclip opneemt worden datum en tijd bij de beeldinformatie opgeslagen;...
Minolta-geschiedenis Op 20 februari 1962 maakte John Glenn als eerste Amerikaan een ruimtereis rondom de aarde. Hij had een Minolta Hi-matic camera aan boord van zijn Friendship 7 ruimtecapsule meegenomen om deze historische gebeurtenis vast te leggen. Tijdens de 4 uur, 55 minuten en 23 seconden durende vlucht maakte hij drie omwentelingen om de aarde met een gemiddelde snelheid van 28,000 km/u.
DATA-OVERDRACHT DATA-OVERDRACHT VERBINDING MET DE COMPUTER Lees dit hoofdstuk goed door voordat u de camera met een computer verbindt. Details over het gebruik en de installatie van de DiMAGE Image Viewer Utility software vindt u in software-gebruiks- aanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over de basishandelingen voor het gebruik van computer en hun besturingssystemen;...
ARCSOFT PHOTOIMPRESSION 3.0 SYSTEEMEISEN IBM PC / AT Compatible Macintosh Pentium-computersysteem Power PC Windows 95, 98, 98 SE, NT 4.0, Me of Mac OS 8.5 - of 9.1 Professional 2000. 32 MB of meer RAM 32 MB of meer RAM (64 MB of meer aanbevolen) 125 MB of meer ruimte op hard disk 120 MB of meer ruimte op hard disk...
DATA-OVERDRACHT CAMERA OP COMPUTER AANSLUITEN Gebruik wanneer u de camera op de computer aansluit volle batterijen. Het gebruik van een netstroomadapter (apart verkrijgbaar) is overigens te prefereren boven batterij- voeding. Gebruikers van Windows 98, 98 SE of Mac OS 8.6 dienen eerst de tekst te lezen over de computer- aansluiting bij hun besturingssystemen (Windows 98 - blz.
Pagina 95
Druk midden op de stuurknop om de USB-verbinding te Trans starten. • Er verschijnt een scherm dat het begin van de verbindingsprocedure aangeeft. s het signaal door de Initializing USB computer ontvangen, dan worden de zoeker en connection de monitor van de camera uitgeschakeld. Wanneer de verbinding tot stand is gekomen verschijnt er een drive-symbool op het bureaublad van de computer.
DATA-OVERDRACHT De driver hoeft maar eenmaal te worden geïnstalleerd. Hij kan automatisch worden geïnstalleerd, met de DiMAGE installer, of handmatig met de wizard voor nieuwe hardware van het besturings- systeem. Tijdens de installatie vraagt het besturingssysteem om de Windows 98 CD-ROM; plaats die in de CD-ROM drive en volg de verdere instructies op het scherm.
HANDMATIGE INSTALLATIE Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer op blz 94. Wanneer de camera op de computer is aangeslo- ten merkt het besturingssysteem dat er nieuwe hardware is aangesloten en de wizard voor nieu- we hardware wordt geopend.
Pagina 98
DATA-OVERDRACHT De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Klik om te vervolgen met de installatie van de driver in het systeem. • Een van deze drie drivers zal worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf of USBSTRG.inf Het laatste venster zal de installatie van de driver bevestigen.
VERBINDING MET MAC OS 8.6 Om deze camera te verbinden met een computer waarop Mac OS 8.6 is geïnstalleerd moet het USB ondersteuningsprogramma USB storage support 1.3.5.smi (of USB Storage 1.3.5.smi) eerst worden geïnstalleerd. Deze software wordt gratis verstrekt door Apple Computer, Inc. U kunt de software downloaden van de Apple Software Updates website http://www.apple.com/support.
100MLT05 die werd gebruikt om de PICT0001.TIF PICT0001.THM beelden op te nemen; “05” doelt op DiMAGE S304. Fijn, standaard of economy beeld PICT0002.JPG 101MLTCP Beelden die van de ene naar de andere PICT0002’s spraak- ConpactFlash kaart werden gekopieerd (blz.
Pagina 101
Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er sim- pelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. Bestanden en mappen op de CompactFlash kaart kunt u via de computer wissen.
DATA-OVERDRACHT CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje brandt - de beeldinformatie of de CompactFlash kaart zelf kan er schade door oplopen. WINDOWS 98 Kijk of het toegangslampje niet brandt. Zet de keuzeknop in een andere stand en maak de USB- kabel los.
De af te sluiten apparaten worden in een lijst weergegeven. Markeer het apparaat door er op te klikken en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm, met daarin de af te sluiten apparaten. “OK” zal het apparaat stoppen. Het derde en laatste scherm verschijnt om aan te geven dat de camera nu veilig van de computer kan worden los- gekoppeld.
DATA-OVERDRACHT COMPACTFLASH KAART VERWISSELEN (BIJ DATA-OVERDRACHT) Pas goed op wanneer u CompactFlash kaarten verwisselt terwijl de camera met de computer ver- bonden is. Bij verkeerde handelingen kan er beeldinformatie verloren gaan. Controleer altijd of het toegangslampje uit is voordat u de CompactFlash kaart verwijdert. WINDOWS 98 EN 98SE 1.
PROBLEMEN OPLOSSEN Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande proble- men of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opne- men met de Technische Dienst van Minolta. Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing De batterijen zijn leeg.
Pagina 107
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing “Err” ver- Zet de camera uit en verwijder en herplaats de batterijen, of ontkoppel de schijnt op het neststroomadapter en sluit hem weer aan. Is de camera heet, laat hem dan datascherm afkoelen voordat u de batterijen en de CompactFlash kaart verwijdert. Let er op dat het onderwerp zich binnen het AF-bereik Onderwerp te dichtbij.
Pagina 108
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Opname-in- formatie ver- Sluitertijd/diafragma-com- Verander de sluitertijd- en/of Camera staat schijnt, maar binatie geeft extreme diafragma-instelling totdat er op handmatige het live-beeld onder- of overbelichting een beeld op de monitor ver- belichting (M). is geheel wit van het live-beeld.
ONDERHOUD EN OPSLAG ONDERHOUD • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet waterdicht of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de CompactFlash kaart, of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden. •...
4 Voor lange tijd niet gebruiken. 5 De kaart na het verstrijken van zijn levensduur gebruiken. Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor verlies of beschadiging van informatie. Het is aan te bevelen de op de kaart opgeslagen informatie te dupliceren op een andere medium, zoals een ZIP-disk, een hard disk, een CD-ROM, enz.
BATTERIJEN • Batterijprestaties nemen af naarmate het kouder is. In een koude omgeving is het aan te bevelen reservebatterijen op een warme plaats te bewaren, onder een jas bijvoorbeeld. Wanneer ze weer op temperatuur komen kunnen batterijen zich weer herstellen. De prestaties van Ni-MH batterijen zijn minder temperatuurgevoelig, dus bij koude is het zeker aan te bevelen die te gebruiken.
VRAGEN EN SERVICE • Hebt u vragen omtrent uw camera, neem dan contact met uw handelaar of neem contact op met Minolta. • Neem voordat u apparatuur ter reparatie opstuurt eerst even contact op met de Technische Dienst van...
Pagina 113
With FCC Standards interference that may cause undesired operation. Tested by the Minolta Corporation FOR HOME OR OFFICE USE 101 Williams Drive, Ramsey, New Jersey 07446, U.S.A. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
TECHNISCHE GEGEVENS CCD: 1/1.8-type interline primary-color CCD met in totaal 3,34 miljoen pixels. Aantal effectieve pixels: 3,17 miljoen (2056 X 1544) Cameragevoeligheid (ISO): Auto and 100, 200, 400, and 800 ISO equivalents. Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: 11 elementen in 9 groepen inclusief één elementen van AD-glas en twee dubbelzijdig asferische elemen- ten.
Pagina 115
(2048 x 1535 pixels), 50% van de opnamen met flitslicht, geen directe weergave. Ni-MH aantal op te nemen beelden: 280 Gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode: NI- MH batterijen, LCD-monitor uit, maximum beeldfor- maat (2048 x 1535 pixels), 50% van de opnamen met flitslicht, geen directe weergave.
/ accu’s c.q. de netaansluiting. Wacht tot de foutmelding verdwijnt en zet de batterijen dan opnieuw in c.q. sluit de Minolta netvoeding weer aan. Dit is een aanpassing voor de tekst op pagina107.
De opname-prestaties bij gebruik van 1.600mAh Ni-MH accu’s zijn ongeveer als volgt: • Ca. 150 opnamen: gebaseerd op Minolta’s standaard test methode: LCD monitor aan, hoogste res- olutie (2048 X 1535), standaard opslag kwaliteit, instant playback uitgeschakeld, geen voice memo functie, terwijl de flitser werd gebruikt bij 50% van de opnamen.