Verkorte handleiding Minolta Internationael Garantiecertificaat Dit product werd ontwikkeld voor gebruik in combinatie met accessoires die door Minolta worden ver- vaardigd en gedistribueerd. Gebruik van accessoires of apparatuur die niet van Minolta afkomstig is kan mogelijk leiden tot onbevredigende prestaties van het product en de erbij horende accessoires.
Correct en veilig gebruik Neem onderstaande opmerkingen en waarschuwingen ter harte voordat u dit product gebruikt. WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan. Volg onderstaande waarschuwingen op: •...
Pagina 4
Voortgaand gebruik van een beschadigd product of onderdeel kan letsel of brand veroorzaken. • Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische Dienst van Minolta of laat uw handelaar voor afhandeling zorgdragen.
Pagina 5
WEES VOORZICHTIG • Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brand- wonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken. •...
Over deze gebruiksaanwijzing De basishandelingen voor deze camera worden behandeld op de pagina’s 12 tot en met 33. In dit deel van de gebruiksaanwijzing worden de onderdelen van de camera behandeld, de voorbereiding van de camera voor gebruik, plus de basishandelingen voor opname, weergave en het wissen van beelden. Veel van de mogelijkheden van deze camera worden met menu’s geregeld.
Pagina 7
Diafragmavoorkeuze (A) belichtingsstand ................36 Sluitertijdvoorkeueze (S) belichtingsstand................37 Handmatige belichtingsregeling (M) ..................38 Tijdopnamen ..........................39 Filmopnamen ...........................40 Belichtingscorrectie........................41 Scherpstelveldselectie ......................42 Minolta flitser bevestigen ......................43 Navigeren door de opnamemenu’s ..................44 Transportstanden........................46 Zelfontspanner.........................47 De continu transportstanden gebruiken ..................48 Opmerkingen over continu transport ..................49 Progressieve opneemstand gebruiken ..................50 Opmerkingen over de progressieve opneemstand..............51...
Pagina 8
Geavanceerde weergavetechniek ......................68 Films afspelen .........................68 Een filmbeeld vastleggen ......................69 Navigeren door het weergavemenu..................70 Beeldselectiescherm .......................72 Wissen ............................73 Formatteren ..........................74 Vergrendelen ...........................75 Diashow ...........................76 Over DPOF ..........................78 DPOF setup ..........................78 Index print ..........................79 Kopie en E-mail-kopie......................80 Beelden op TV bekijken......................82 Setup-menu ............................83 Setup-menu openen ........................83...
Pagina 9
Overspeelstand ............................93 Systeemeisen ..........................93 Camera op de computer aansluiten ..................94 Verbinding met Windows 98 en 98 SE ..................95 Automatische installatie ....................95 Handmatige installatie ....................96 Werken met mappen op de geheugenkaart................98 Automatische spaarschakeling (overspeelstand) ..............99 Camera van de computer loskoppelen..................100 Windows 98 en 98 SE ....................100 Windows ME, 2000 Professional en XP ..............100 Macintosh........................101 Geheugenkaart verwisselen (overspeelstand) ..............102...
Benaming van de onderdelen * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Houd de aangewezen plaatsen zorgvuldig schoon. Lees ook de informatie over onderhoud en opslag achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 109). Ontspanknop Flitser (blz. 26) Dioptrie-instelling (blz. 17) Luidspreker Oogjes voor draag- riem (blz.
AAN DE SLAG Polsriem en lensdop bevestigen Houd altijd de polsriem om uw pols om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt. Als extra is leverbaar de lederen halsriem NS-DG1000; informeer hierover bij uw handelaar. Haal een van de kleine lussen van het lensdopkoord door het oogje van de lensdop (1).
Batterijen plaatsen Deze digitale camera gebruikt vier AA-formaat Ni-MH-batterijen. Gebruik geen andere typen AA-bat- terijen. Wanneer u de batterijen verwisselt dient de camera uitgeschakeld te zijn. Open het deurtje van de batterijruimte door de vergrendeling in de open- stand te zetten (1). Schuif het deurtje naar de zijkant van de camera (2) om de vergrendeling op te heffen.
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de batterij-indicatie op de lcd-monitor.Is de lcd-monitor blanco, dan zijn de batterijen leeg of verkeerd geïnstalleerd. Batterijen vol - De batterijen zijn vers/geheel geladen. Na inschakeling van de camera is deze aanduiding drie seconden lang op de lcd-monitor te zien.
De set bevat een krachtige lithi- um-ion batterij, een houder en een lader. Batterij, houder en lader zijn ook los verkrijgbaar. Informeer bij uw Minolta dealer naar de Netstroomadapter en de External High-power Battery Pack EBP-100.
(blz. 70). Is de kaart geformatteerd, dan wordt alle informatie op de kaart definitief gewist. Verschijnt de melding dat er problemen met de kaart zijn (card error), druk dan op de centrale toets van de stuureenheid om het venster te sluiten; kijk op de Minolta web site meest recente infor- matie aangaande compatibliteit: Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com...
Camera en displays inschakelen Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Met opnieuw indruk- ken zet u de camera uit. De schakelaar voor de gebruiksstand is om de hoofdschakelaar heen geplaatst. Met deze schakelaar wisselt u van opname- naar weergavestand, en ook tussen zoeker- en monitorweergave.
Datum en tijd instellen Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de batterijen in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de kalender van de camera instellen. Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd. Afhankelijk van het land van aankoop kan het ook nodig zijn de menutaal in te stellen.
Pagina 19
Gebruik de rechts-toets om de derde tab bovenaan Reset default – het menu te markeren. Noise reductn Date/Time set – Date imprint Gebruik de op/neer-toets om de menu/optie voor datum en tijd te markeren. Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt op de Reset default rechterzijde van het menu.
BASISTECHNIEK OPNAME In dit deel van de gebruiksaanwijzing komen de basishandelingen aan de orde. Maak uzelf goed vertrouwd met de handelingen die hier worden behandeld voordat u verder gaat met meer specialistische handelingen en technieken. Zet de camera aan. Zet de schakelaar gebruiksstand in de opname- stand.
Automatische opnamestand Ze de belichtingskeuzeknop in de automatische opnamestand (1); alle camerafuncties werken nu automatisch. De autofocus-, belichtings- en beeldverwerkingssystemen werken nu samen om u zonder rompslomp mooie opnamen te bezorgen. Veel van de systemen in de camera mogen dan wel automatisch zijn, de flitsstand (blz.
Basishandelingen opname In dit voorbeeld wordt uitgegaan van de automatisch opnamestand. De instructies voor andere standen zijn gelijk, behalve voor de filmstand. Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s is alleen actief in de automatisch opnamestand. Plaats het onderwerp ergens in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief bevindt (blz.
Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s De Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest tussen Programma-automatiek en de vijf onderwerpsprogramma’s. De digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de prestaties van de camera voor speciale situaties en onderwerpen. Belichting, witbalans en beeldverwerkings- systemen werken samen voor fraaie resultaten. Over de programma’s zelf leest u meer op blz. 30. Een rij met grijze aanduidingen bovenaan de monitor geeft aan dat de Automatisch Onderwerpsselectie actief is.
Scherpstelvergrendeling Scherpstelvergrendeling zet de scherpstelling vast. Dat kan van pas komen bij onderwerpen buiten het beeldmidden of de scherpstelvelden of bij moeilijke scherpstelsituaties (blz. 25). Plaats het onderwerp ergens in het scherpstelkader. Druk de ontspanknop half in en houd hem in deze stand. •...
Scherpstelsignalen De scherpstelsignalen rechtsonder op de-monitor geven de status aan. De sluiter kan worden ont- spannen, ook als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen. Scherpstelling vergrendeld. Scherpstelling bevestigd (alleen Sport/actie Digitaal Onderwerpsprogram- ma); autofocus blijft scherpstelling bij bewegend onderwerp bijstellen. Kan niet scherpstellen.
Flitsstanden Wilt u de ingebouwde flitser gebruiken, klap hem dan omhoog (1). Wilt u dat er niet wordt geflitst, klap de flit- ser dan in. Wilt u de flitsstand veranderen, druk dan simpelweg op de flitstoets (1) totdat de gewenste stand verschijnt. Automatisch flitsen –...
Flitsbereik - automatische opnamestand De camera regelt de flits-output automatisch. Voor goed belichte opnamen moet het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevinden. De gegeven afstanden gelden vanaf het CCD-vlak. Door de constructie van het objectief is het flitsbereik in de telestand kleiner dan in de groothoekstand. Groothoekstand 0,23 - 6,1 m Telestand...
-toets Met de informatietoets (i ) regelt u wat er op de monitor te zien is. U kunt kiezen tussen volledige weergave en weergave van alleen het live-beeld. Volledige weergave Alleen live-beeld Informatietoets LCD-helderheid instellen Het monitorbeeld kan lichter of donkerder worden gemaakt.
Digitale onderwerpsprogramma’s De digitale onderwerpsprogramma’s optima- liseren de prestaties van de camera voor speciale situaties en onderwerpen. Zet de belichtings-keuzeknop op het gewenste onderwerpsprogramma; het actieve onder- werpsprogramma wordt weergegeven in de linker benedenhoek van de monitor. Aanduiding belichtingsstand PORTRET – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweergave en een lichte onscherpte in de achtergrond.
BASISTECHNIEK WEERGAVE U kunt foto’s bekijken in de gewone weergavestand of met de stand snelweergave (Quick View). Dit hoofdstuk behan- delt de basishandelingen voor beide standen. De weergave- stand heeft extra functies, zie blz. 68 Zet voor het bekijken van beelden in de gewone weergave- stand de schakelaar gebruiksstand op weergave (1).
Het histogram geeft de helderheidsverdeling van de opname weer, van zwart (links) naar wit (rechts). Elk van de 256 verticale lijnen geeft aan hoe sterk een bepaalde helderheidswaarde aanwezig is. Met het histogram kunt u de belichting evalueren; het geeft geen kleurinformatie. Beelden bekijken en roteren In de snelweergave- (Quick View) of weergavestand kunt u de links/rechtstoetsen van de stuureenheid...
-toets Met de weergavetoets (i ) bepaalt u de wijze van weergeven. Elke keer dat u de knop indrukt wordt de volgende weergavemethode geactiveerd: volledige weergave, alleen beeld en indexweergave. Volledige weergave Alleen beeld Indexweergave Informatietoets Bij indexweergave verplaats u het gele kader met de vierwegtoetsen van de stuureenheid. Wordt een beeld met het kader gemarkeerd, dan verschijnen opnamedatum, de vergrendelings- en printstatus en het opnamenummer onderin beeld.
Vergrote weergave In enkelbeeldweergave in snel- of gewone weergave kan een foto worden vergroot tot 6x, in stappen van 0,2, zodat u details van het beeld nader kunt bekijken. Schuif terwijl het te vergroten beeld wordt vertoond de zoom- schakelaar naar rechts (T) om de vergrote weergave te activeren.
OPNAMETECHNIEK - GEAVANCEERD In dit hoofdstuk worden de geavanceerde opnamemogelijkheden van de camera behandeld. Lees eerst de teksten over de basistechniek voordat u hier verder gaat. Display opnamestand 1. Aanduiding groothoekconverter (blz. 87) 2. Filmaanduiding 3. Flitsstand (blz. 26) 4. Flitscorrectie (blz. 60) 5.
Globale positie van de CCD Minolta-historie Innovatie en creativiteit zijn altijd de drijvende krachten geweest achter de Minolta producten. De Electro-zoom X was zuiver een oefening in camera-design. Hij werd gepresenteerd tijdens de Photokina van 1966, in Keulen. De Electro-zoom X was een elektro- nisch gestuurde reflexcamera met diafragmavoorkeuze,voorzien van een 30 - 120 mm f/3,5 zoom.
Programma-automatiek (P) In de programmastand regelt de camera zowel de sluitertijd als het diafragma om een goede belichting te krijgen. Het belichtingssysteem stelt de fotograaf in staat in alle vrijheid te werken, zonder zich te bekommeren om de belichtingsinstellingen. De gekozen sluitertijd- en diafragmawaarden verschijnen op de monitor, wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Sluitertijdvoorkeuze (S) De fotograaf stelt de sluitertijd in, de camera kiest de diafragma-instelling die een juiste belichting oplevert. Is sluitertijdvoorkeuze geselecteerd, dan is de sluitertijd op de monitor blauw, en er verschijnt een dubbele pijaanduiding naast. De sluitertijd is instelbaar tussen 1/1000 en 15 seconden. Wordt bij een bepaalde sluitertijd het dia- fragmabereik overschreden, dan wordt de diafragma-aanduiding rood.
Handmatige belichtingsregeling (M) Handinstelling maakt een vrije keuze van sluitertijd en diafragma mogelijk. In deze stand worden sluitertijd en diafragma niet door de camera geregeld; de fotograaf heeft zelf alle zeggenschap over de belichting. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de sluitertijd te veranderen.
Tijdopnamen Tijdopnamen maakt u met de handmatige belichtingsregeling. U kunt belichtingstijden van maximaal dertig seconden instellen. Gebruik van een statief is belangrijk. Het belichtingssysteem van de camera kan niet worden gebruikt om de gewenste duur van tijdopnamen te bepalen. Het is aan te bevelen voor de belichtingsmeting een losse belichtingsmeter te gebruiken.
Filmopnamen Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnametijd varieert met de beeldgrootte en de beeldfrequentie, zie blz. 66. De belichtingscorrectie en de macrostanden kunnen worden gebruikt. Andere instellingen kunt u uitvoeren in het filmmenu voor opname (blz. 44). Beeldgrootte Beeldfrequentie Voordat u begint met opnemen geeft de teller de maximale tijd...
Belichtingscorrectie De belichting kan worden gecorrigeerd om het uiteindelijke beeld donkerder of lichter te maken, in een bereik van plus/min 2 LW in stappen van 1/3 LW. De belichtingscorrectie kan alleen worden gebruikt met Digitale Onderwerpsprogramma’s, in de P-, A-, en S-stand. Bij de Digitale Onderwerps- programma’s wordt de belichtingscorrectie geneutraliseerd wanneer de belichtings-keuzeknop in een andere stand wordt gezet of de camera wordt uitgeschakeld.
Scherpstelveldselectie Bij foto-opnamenkunt u individuele scherpstelvelden selecteren. In de automatische opnamestand en bij de Digitale Onderwerpsprogramma’s wordt de scherpstelveldselectie teruggezet wanneer de belichtings-keuzeknop in een andere stand wordt gezet of de camera wordt uitgeschakeld. In de de P-, A-, S- en M-stand blijft het gekozen scherpstelveld actief totdat een andere keuze wordt gemaakt. De de centrale toets van de stuureenheid in en houd hem ingedrukt totdat de drie spot-AF-velden verschijnen.
Verwijder het beschermkapje van de flitsschoen als afge- beeld. Schuif de flitser op het flitsschoentje van de came- ra totdat hij niet verder gaat. Systeemaccessoires De volgende Minolta flitsers zijn compatible met deze camera: Program Flash 2500(D) Program Flash 3600HS(D) Program Flash 5600HS(D)
Navigeren door de opnamemenu’s Welk opnamemenu verschijnt varieert met de stand van de belichtings-keuzeknop. Welke van de vier menu’s er verschijnt is afhankelijk van de instelling op de automatische opna- mestand, filmopname, Digitale Onderwerpsprogramma’s of P-, A-, S- en M-stand. Door te drukken op de menutoets (1) schakelt u het menu in en uit.
Pagina 45
Drive mode Single Drive mode Single Image size 320x240 Image size 2048x1536 Image size 2048x1536 Frame rate 30fps Quality Standard Quality Standard Audio Auto DSP Focus mode Auto focus White balance Auto Digital zoom Digital zoom Movie mode Night movie Menu automatische opname Menu Digitale Filmmenu...
Transportstanden (Drive mode) Hier regelt u hoe snel en op welke manieren de foto’s worden opge- nomen. De transportstand kan worden ingesteld in alle menu’s behal- ve het filmmen.In de automatische opnamestand en bij de Digitale Onderwerpsprogramma’s wordt de transportstand teruggezet op enkelbeeld wanneer de belichtings-keuzeknop in een andere stand wordt gezet of de camera wordt uitgeschakeld.
Zelfontspanner Met de zelfontspanner stelt u het moment van de opname met ongeveer 10 seconden uit, zodat u zelf op de foto kunt komen. De zelfontspanner wordt ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 44). Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede zoda- nig dat het onderwerp binnen de scherpstelkaders valt.
De continu transportstanden gebruiken In de continu transportstanden kunt u series opnamen maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Deze Drive mode Single transportstanden stelt u in sectie 1 van de opnamemenu’s in. Image size Self-timer Quality Continuous Direct nadat u de optie Continuous in het menu hebt geko- White balance Progressive zen verschijnt er een selectiescherm waarin u kunt kiezen...
Opmerkingen over continu transport CONTINU TRANSPORT Het aantal opnamen dat u achtereen kunt opnemen is afhankelijk van de instellingen voor beeldkwa- liteit en beeldgrootte. De opnamesnelheid is maximaal 1,5 bps (beelden per seconde). De in- gebouwde flitser kan worden gebruikt, maar de camera wacht steeds met de volgende opname tot- dat de flitser opgeladen is.
Progressieve opneemstand gebruiken In de progresieve opneemstanden neemt de camera continu beelden op zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehou- Drive mode Single den. Wordt de ontspanknop losgelaten, dan worden de beel- Image size Self-timer den die in het buffergeheugen van de camera zitten opgesla- Quality Continuous gen.
Opmerkingen over de progressieve opneemstand Het voordeel van de progressieve opneemstand boven de gewone continu-stand is dat u acties kunt vastleggen zonder dat het nodig is dat u weet wanneer ze precies beginnen. Houd simpelweg de ont- spanknop ingedrukt om het opnemen van beelden te starten, en wanneer de actie plaatsvindt laat u de ontspanknop los om de laatste beelden op te slaan.
Bracketing In deze stand maakt de camera een belichtingstrapje van drie opnamen. Elke opname wordt met een iets andere Drive mode Single belichting gemaakt, zodat later de beste kan worden uitgeko- Image size Self-timer zen. Belichtingstrapjes zijn alleen geschikt voor statische Quality Continuous onderwerpen.
Het resterende aantal opnamen van de bracketing-serie ver- schijnt naast de bracketing-aanduiding op de monitor. Is de geheugenkaart vol of wordt de ontspanknop losgelaten voordat de serie is voltooid, dan wordt de camera teruggesteld en moet de gehele serie opnieuw worden gemaakt. Verschijnt de rode Aantal opnamen in batterijwaarschuwing, dan wordt de bracketing-functie uitge- bracketingserie...
Beeldgrootte en beeldkwaliteit De beeldgrootte is bepalend voor het aantal pixels dat het (Aantal pixels LCD-monitor beeld bevat. Hoe groter de maat, des te groter is het beeld- (hor. X vert.) bestand. Kies de beeldgrootte op basis van de toepassing 2048 2048 X 1536 van het beeld.
Pagina 55
Globale bestandsgrootte Grootte 2048 X 1764 1600 X 1200 1280 X 960 640 X 480 Kwaliteit Fine 1,1 MB 770 KB 550 KB 160 KB Standard 720 KB 450 KB 310 KB 130 KB Economy 430 KB 280 KB 200 KB 90 KB Globaal aantal foto’s dat kan worden opgeslagen op een 16 MB geheugenkaart Fine...
Auto DSP Drive mode Single Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s (Auto Image size 2048x1536 DSP) kan tijdelijk worden uitgeschakeld in het menu van de automa- tische opnamestand. In dat geval is de programma-automatiek actief. Quality Standard Wordt de stand van de belichtings-keuzeknop veranderd of wordt de Auto DSP camera uitgezet, dan wordt Automatische Selectie van Digitale On- Digital zoom...
Scherpstelstanden Deze camera is voorzien van automatische en handmatige scherpstelling. De scherpstelstand moet apart worden geactiveerd in de menu’s voor Digitale Onderwerpsprogramma’s en P-, A-, S-, en M- standen. Activeer de scherpstelstand in sectie 2 van het P-, -A, S- en M-menu (blz. 44). Bij gebruik van de Digitale Onderwerpsprogramma’s wordt de scherpstelstand teruggezet wanneer de stand van de belichtings-keuzeknop wordt veranderd of de camera uit wordt gezet.
Witbalans (White balance) De witbalans zorgt ervoor dat er onder uiteenlopende lichtomstandigheden een neutrale kleurweer- gave wordt verkregen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze voor daglicht- of kunstlichtfilm of kleurcorrectiefilters bij traditionele fotografie. Er verschijnt een aanduiding op de monitor wanneer er een andere Instelling dan automatische witbalans is gekozen.
Eigen witbalansinstelling (Cust.set) Het is mogelijk de witbalans van de camera op een speciale lichtsituatie af te stemmen. U kunt deze instelling blijven gebruiken totdat u hem terugzet. Een eigen witbalansinstelling kan vooral goed van pas komen wanneer er verschillende soorten licht in het geding zijn en wanneer er om een zeer zorgvuldige instelling wordt gevraagd.
Full-time AF Wanneer full-time AF actief is stelt de autofocus permanent scherp, zodat het beeld op de monitor scherp blijft. Het vermindert ook de scherpsteltijd wanneer u foto's wilt maken. Wordt de camera ingesteld op handinstelling, dan wordt full-time AF uitgeschakeld. Uitschakelen van de full-time AF zal batterijen sparen.
Flitscorrectie regelt de verhouding tussen omgevingslicht en flitslicht. Wordt bijvoorbeeld een invulflits gebruikt om de diepe schaduwen op te heffen op een onderwerp in fel zonlicht, dan kan met de flits- correctie de sterkte van de schaduwopheldering door het flitslicht worden geregeld. De flits heeft invloed op de diepte van de schaduwen zonder de lichte partijen aan te tasten.
Cameragevoeligheid - ISO (Sensitivity) Sensitivity Auto Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, Digital zoom 50, 100, 200, en 400; de waarden zijn gebaseerd op ISO-equiva- lenten. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het Color mode NaturalColor getal, des te gevoeliger is de film.
Kleurinstelling (Color Mode) Met de kleurinstelling regelt u of een foto in kleur of in zwartwit Levendige kleuren wordt opgetekend. Tevens kan het type kleurweergave worden gekozen. Deze instelling moet worden uitgevoerd voordat het Zwart-wit beeld wordt opgenomen, in sectie 3 van het P-, A-, S- en M- menu (blz.
Scherpte (Sharpness) Met de verscherping regelt u of de contouren van details worden verhard of verzacht. Er zijn drie instellingen: hard (+), normal en Sensitivity Auto soft (–). De instelling wordt uitgevoerd in sectie 3 van het P-, A-, S- Digital zoom en M-menu (blz.
Custom Key functie (Key.func.) Drive mode Flash mode Aan de flitstoets kunnen verschillende functies worden toegewezen: Image size Drive mode flitsstand, transportstand, witbalans, scherpstelmethode en kleurin- stelling. De keuze is instelbaar in sectie 1 van het P-, A-, S- en M- Quality White balance menu (blz.
BEELDGROOTTE (IMAGE SIZE; filmstand) Image size 320x240 Films kunnen worden opgenomen in drie grootten: 640x480, Frame rate 30fps 320x240 en 160x120 pixels. Hoe groter het beeld, des te hoger is de beeldkwaliteit, en des te groter wordt het beeldbestand. De Audio beeldgrootte wordt ingesteld in het filmmenu (blz.
Afhankelijk van de beeldgrootte en de beeldfrequentie kan de schrijfsnelheid van de gebruikte geheugenkaart mogelijk verhinderen dat de gehele filmclip kan worden weggeschreven. Kijk op de Minolta web site voor de meest recente informatie aangaande compatibliteit: Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com...
WEERGAVETECHNIEK - GEAVANCEERD De basisfuncties van deze stand worden beschreven in het hoofdstuk over de basismogelijkheden voor weergave op blz. 30 tot 33. Het nu voor u liggende hoofdstuk behandelt de weergave van film- clips en de geavanceerde mogelijkheden van het weergavemenu. Filmclips zijn afspeelbaar in QuickView.
Een filmbeeld vastleggen Het is mogelijk een beeldje uit een filmclip te kopiëren en als foto op te slaan. Het gekopieerde beeld heeft dezelfde beeldgrootte als de oorspronkelijke film. Druk tijden het afspelen op de centrale toets van de stuureenheid om de filmweergave te pauseren. Staat het beeld stil, dan kunt u met de links/rechts-toetsen de film doorlopen om exact het juiste beeldje op te zoeken.
Navigeren door het weergavemenu Met drukken op de menu-toets (1) zet u het menu aan en uit. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid (2) om de cursor in het menu te verplaatsen. Met de centrale toets opent u een instel- ling.
Pagina 71
Beelden van de geheugenkaart wissen (blz. 73). Delete – Format – Geheugenkaart formatteren (blz. 74). Lock – Beelden tegen wissen beschermen (blz. 75). Diashow: beelden automatisch afspelen (blz. 76) Slide show – Beelden voor Diashow selecteren (blz. 76). Playback – Duration –...
Beeldselectiescherm Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden. Met de links/rechtstoetsen van de stuureenheid ver- plaatst u het gele selectiekader om het beeld te selec- teren.
Wissen (Delete) Wissen verwijdert bestanden permanent. Een Delete – gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Format – Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk. Lock – In sectie 1 van het weergavemenu (blz. 70) kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden van de geheugenkaart.
("unable to use") formateer dan de kaart in met de camera. Verschijnt een foutmelding (“card error”), druk dan op de centrale toets van de stuureenheid om het venster te sluiten; kijk op de Minolta web site voor de meest recente informatie over compatibliteit: Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com Europa: http://www.minoltasupport.com...
Vergrendelen (Lock) U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map vergrendelen. Een vergren- deld beeld kan niet worden gewist, noch via het weergavemenu noch met de QV/Wissen-toets. De formatteerfunctie (blz. 74) wist echter alle bestanden, of ze nu vergrendeld zijn of niet. Het is verstan- dig belangrijke opnamen te vergrendelen.
Diashow (Slide Show) Met sectie 2 van het weergavemenu regelt u de dia-show-functie. Hiermee worden alle foto’s en film- clips op de geheugenkaart automatisch weergegeven in aflopende numerieke volgorde. U kunt kie- zen uit de volgende mogelijkheden: Hiermee start u de dia-vertoning. Markeer “Enter” en druk op de Slide show Enter centrale toets van de stuureenheid om de diashow te starten.
Pagina 77
Tijdens de presentatie kunt u de stuureenheid voor comman- do’s gebruiken Slide show – Playback – Duration – Met de centrale toets van de stuureenheid Repeat Auto pauzeert u en hervat u de presentatie. Met de links/rechts-toetsen gaat u een beeld voor- of achteruit.
Over DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto's te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer.
Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om het gewenste aantal in te stellen. Werd de all frames instelling gebruikt om een printopdracht aan te maken, dan worden opnamen die daarna wor- den opgenomen niet geprint.
Kopie en E-mail-kopie (Copy, E-mail Copy) DPOF set – De kopieerfunctie maakt exacte kopieën van beeld- of filmbestanden Index print en kan de gekopieerde bestanden op een andere geheugenkaart wegschrijven. E-mail-kopie maakt een standaard 640 X 480 (VGA) of Copy –...
Kopie (Copy) Zijn de beelden geselecteerd, dan verschijnt er een scherm met vier meldingen. Tijdens de kopieer- procedure lichten de meldingen beurtelings op. Wanneer de boodschap ”Change card” Copy oplicht moet u de geheugenkaart uit Copying to camera memory. de camera verwijderen en de kaart in Change card.
Beelden op TV bekijken Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uit- gang, waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten. De camera is compatible met zowel de PAL- als de NTSC-standaard. U kunt controleren voor welk van deze twee systemen de camera is ingesteld sectie 4 van het setup-menu (blz.
SETUP-MENU In de setup-stand kunt u de camerafuncties en instellingen regelen. In "Navigeren door het setup- menu" vindt u eerst een overzicht van het setup-menu. Daarna worden de instellingen apart behan- deld. Openen van het setup menu Het setup-menu wordt geopend vanuit de andere menu’s. U kunt er vanuit elk van de opname- of weergavemenu's toegang toe krijgen.
Navigeren door het setup menu Kijk op blz. 83 voor het openen van het menu. Gebruik de vierweg- toetsen van de stuureenheid (1) om de cursor in het menu te ver- plaatsen. Druk op centrale toets van de stuureenheid om een instelling te bevestigen.
Pagina 85
Instellen LCD-helderheid (blz. 86). LCDbrightness – Instellen wachttijd voor automatische spaarschakeling (blz. 86). Power save 1 min. Weergave foto direct na de opname (blz. 86). Inst.Playback Lens acc. None Voor het gebruik van objectiefaccessoires (blz. 87). Language English Instellen van de menutaal (blz. 87). Activeren geheugen bestandsnummers (blz.
LCD-helderheid (LCDbrightness) De monitorhelderheid is regelbaar over 11 standen. De helderheid kan separaat worden ingesteld voor zoeker- gebruik en monitorgebruik achterop de camera. Zet de monitor in de gewenste stand voordat u de helderheids- Set LCD brightness optie in sectie 1 van het setup-menu opent (blz. 84). Kijk High ook op blz.
Objectiefaccessoire (Lens accessory) Deze camera is geschikt voor gebruik van de als extra leverbare Groothoek-converterkit ZCW-100. Die bevat een 0,75 X groothoekconverter, de de brandpuntsafstand van de groothoekstand van het zoomobjectief verkort, waardoor de beeldhoek ontstaat van een 28 mm objectief op een kleinbeeldcamera.
100MLT20. De eerste drie tekens zijn het serienummer van de map, wat met 1 wordt verhoogd als er een nieuwe mapnaam wordt toegekend. De nu volgende drie letters hebben betrekking op Minolta, en de laatste twee nummers staan voor de gebruikte camera; 29 is de DiMAGE Z1.
2 van het setup-menu (blz. 84). Er zijn twee sluitergeluiden beschikbaar: signaal 1 is het slui- tergeluid van de Minolta Dynax 9 reflexcamera, signaal 2 is afkomstig van de legendarische Minolta CLE, een compacte meetzoekercamera die het meesterstuk betekende in de ont- wikkeling van het Leitz-Minolta CL project.
Ruisonderdrukking (Noise reduction) Deze functie vermindert de aanwezigheid van ruis in opnamen die Reset default – met lange belichtingstijden zijn gemaakt. De ruisonderdrukking wordt Noise reductn alleen toegepast op belichtingstijden van 1 seconde en langer. Dark- Date/Time set – frame subtraction wordt na de opname op de foto toegepast. De Date imprint bewerkingstijd varieert van beeld tot beeld;...
Datum in beeld (Date imprinting) Het is mogelijk de datum van de opname in het beeld op te nemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Daarna blijft de datumopname actief totdat de functie weer wordt uitgezet. Een gele balk achter de opnameteller geeft aan dat de imprint-functie actief is.
De updated versie van de driver-software die op de meegeleverde DIMAGE Viewer CD-ROM staat is noodzakelijk om om de DiMAGE Z1 goed met de computer te laten werken. De nieuwe software heeft geen gevolgen voor het werken met oudere DiMAGE camera’s Een remote camera driver is aanwezig op de Windows editie van de DiMAGE Viewer CD-ROM.
Camera op de computer aansluiten Controleer of de batterij voldoende energie levert voordat u de camera op de computer aansluit. Het symbool voor volle batterijen moet te zien zijn. Het gebruik van een netstroomadapter (apart verkrijg- baar) is bij overspelen overigens te prefereren boven batterijvoeding. Gebruikers van Windows 98 of 98 Second Edition dienen eerst de tekst op blz.
Wanneer de USB-aansluiting is voltooid verschijnt er een drive-symbool of “volume” in Deze Computer op het bureaublad; de naam varieert per geheu- genkaart. Werkt u met Windows XP of Mac OS X, dan verschijnt er een scherm waarin wordt gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeu- ren;...
handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer op blz 94. Wanneer de camera op de computer is aangesloten merkt het besturingssysteem dat er nieuwe hardware is aangeslo- ten en de wizard voor nieuwe hardware wordt geopend.
Pagina 97
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de dri- ver bevestigen. Klik om te vervolgen met de installatie van de driver in het systeem. Een van deze drie drivers zal worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf of USBSTRG.inf Het laatste venster bevestigt de installatie van de driver. Klik om de wizard voor nieuwe hardware af te sluiten.
Werken met mappen op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Mappen met beeldbestanden vindt u in de map DCIM. De map Misc bevat DPOF-printbestanden (blz. 76). Drive Icoon Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
Het nummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het nummer van het beeldbestand zelf. Worden beelden in de camera gewist, dat zal de opnameteller zich aanpassen om het aantal opnamen in de map aan te geven en zal de nummering voor nieuwe opnamen daar- aan aanpassen.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart kan er door beschadigen Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of het toegangsglampje niet rood brandt. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik met de linker muisknop op het symbool voor het ontkoppelen van hardware in de taakbalk.
De te stoppen apparaten worden in een lijst weer- gegeven. Markeer het apparaat door er op te klikken en klik op "Stop”. Er verschijnt een bevestigingsscherm, met daarin de af te sluiten apparaten. "OK" zal het apparaat stoppen. Het derde en laatste scherm verschijnt om aan te geven dat de camera nu veilig van de computer kan worden losgekop- peld.
Geheugenkaart verwisselen Kijk altijd goed of het toegangslampje niet rood brandt voordat u de geheugenkaart verwijdert. Windows 98 en 98 Second Edition 1. Zet de camera uit 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1.
Pagina 103
Sluit de camera op de printer aan met de USB-kabel. De grootste van de twee stekkers gaat in de printer. Open het deurtje van de kaartruimte en steek de kleine stekker in de camera.Zet de camera aan; het USB Direct Print scherm verschijnt automatisch.
Over fouten tijdens het printen Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpen- der printerfout voor, druk dan op de centrale toets van de stuureenheid om de printroutine af te bre- ken.
DPOF-bestanden printen De DPOF-print-optie van het USB DIRECT PRINT menu stelt u in staat foto’s en een index print (geselecteerd met de DPOF print-opties in het weergavemenu) te printen met een Epson USB DIRECT-PRINT compatible printer. Zie blz. 78 voor het aanmaken van een DPOF-bestand. Controleer voor elke print-run de printer-instellingen;...
APPENDIX Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande proble- men of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opne- men met de Technische Dienst van Minolta. Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Batterij is leeg.
Pagina 107
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing Let er op dat het onderwerp zich binnen het AF-bereik Onderwerp te dichtbij. bevindt (blz. 24) of gebruik de macro-stand (blz. 35). Camera staat in de Verlaat de macro-instelling Scherpstel- macrostand (blz. 35). signaal is rood. Gebruik de scherpstelvergren- Foto’s zijn In de onderhavige situatie...
Driver-software verwijderen – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind hem met een USB-kabel met de computer. Tijdens deze procedure moeten andere apparaten niet zijn aangesloten. 2. Rechts-klik op Deze Computer en kies “Eigenschappen” uit het menu. Windows XP: ga van het Start-menu naar het Configuratiescherm.
QuickTime systeemeisen Volg voor het installeren van QuickTime de Pentium computer instructies bij de installer. Macintosh gebruikers Windows 95, 98, 98SE, NT, Me, kunnen de nieuwste versie van QuickTime gratis 2000 Professional of XP. downloaden van de Apple Computer web site: 32 MB of meer RAM http://www.apple.com Sound Blaster of compatible geluidskaart...
Opslag • Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats, uit de buurt van stof en chemi- caliën. Gaat u de camera lange tijd niet gebruiken, bewaar hem dan in een luchtdichte doos met sili- cagel droogmiddel. • Verwijder de batterijen en de geheugenkaart uit de camera wanneer u de camera langere tijd niet gaat gebruiken.
Minolta is niet aansprakelijk voor verlies van of schade aan beeldinformatie. Voor belangrijke evenementen en reizen • Controleer de werking van de camera, maak testopnamen en koop reservebatterijen. • Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies als gevolg van een defect aan de apparatuur.
• Een speciale ingebouwde batterij met een lange levensduur voedt de klok en het geheugen wanneer de camera uit staat. Keert de camera elke keer na uitschakeling terug naar de fabrieksinstellingen, dan is batterij leeg. Hij dient te worden verwisseld door de Technische Dienst van Minolta. Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden •...
Pagina 113
• Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. • Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Tested by the Minolta Corporation 101 Williams Drive, Ramsey, New Jersey 07446, U.S.A. Do not remove the ferrite cores from the cables.
Technische gegevens CCD: 1/2,7-type interline primary-color CCD Aantal effectieve pixels: 3,2 miljoen Totaal aantal pixels: 3,3 miljoen Cameragevoeligheid (ISO): Auto en 50, 100, 200 en 400 ISO equivalent Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: 8 elementen in 7 groepen Grootste diafragma: f/2,8 (groothoekstand), f/3,5 (telestand) Brandpuntsafstand: 5,8 –...
Pagina 115
Batterijen: Vier AA alkaline- of Ni-MH batterijen. Batterijprestaties (opname): Circa 250 opnamen met alkalinebatterijen, lcd-moni- tor aan, volle beeldgrootte (2048 X 1536), standaard beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen full-time AF, flits gebruikt bij 50% van de beelden. Batterijprestaties (weergave): Continu weergavetijd circa 300 min. met alkalinebat- terijen.