58 Connex CS
opgeslagen en naar het centrale station worden verzonden, maar in het profiel
Doorlopende bewaking worden gegevens over de vitale functies van de patiënt
automatisch naar het centrale station gestreamd wanneer de monitor met het centrale
station is verbonden. U kunt de automatische verbinding met het centrale station in- of
uitschakelen in Geavanceerde instellingen. Verder kunt u in alle profielen, behalve Triage
(zie opmerking), patiënten toevoegen aan een patiëntenlijst op de monitor en deze
vervolgens naar het centrale station versturen, en kunt u ook patiëntenlijsten van een
centraal station ophalen. In de profielen Intervalbewaking en Steekproef moet de
gebruiker actie ondernemen om de patiëntenlijst op te halen. In het profiel Doorlopende
bewaking wordt de patiëntenlijst op de monitor automatisch bijgewerkt wanneer de
monitor met het centrale station is verbonden.
Opmerking Het profiel Triage bevat geen tabblad Patiënt en levert daarom geen
Zodra u een patiënt aan een monitor toewijst en deze informatie naar het centrale station
verstuurt, kunt u patiënteninformatie op de monitor bewerken zoals in de volgende tabel
is aangegeven:
Bewerkbare patiënteninformatie gebaseerd op
de communicatie tussen profiel en centraal
station
De profielen Steekproef en Intervalbewaking
Het profiel Doorlopende bewaking dat communiceert
met het centrale station
Het profiel Doorlopende bewaking dat niet
communiceert met het centrale station
Opmerking Wanneer u patiënteninformatie wijzigt, verschijnt er in veel gevallen een
Als de verbinding tussen de monitor en het centrale station wordt verbroken, blijft het
apparaat doorgaan met de patiënt bewaken, met het weergeven van patiëntgegevens en
met het genereren van alarmen en berichten. Wanneer de verbinding wordt hersteld,
wordt het verzenden van trends over vitale functies en episodische gegevens door de
monitor hervat.
Het tabblad Monitor
Het tabblad Monitor biedt de volgende bedieningselementen met betrekking tot de
doorlopende bewaking van de patiënt aan het apparaat en het streamen van gegevens
over de vitale functies van de patiënt naar een centraal station:
•
Bewaking stoppen - De continue bewaking van de huidige patiënt stoppen en de
patiëntgegevens op het apparaat wissen.
•
Pauze – De continue bewaking en alarmen voor een opgegeven periode pauzeren en
de patiëntgegevens op het apparaat bewaren.
•
Pauze-interval wijzigen – Het pauze-interval vergroten of verkleinen in stappen van 15
minuten tot maximaal twee uur.
patiëntenlijst.
dialoogvenster op het scherm waarin u wordt gevraagd de actie te
bevestigen. Deze dialoogvensters verschijnen wanneer de actie tot gevolg
heeft dat er meetgegevens van patiënten of patiëntcontext wordt
verwijderd.
®
Welch Allyn Connex
Vital Signs Monitor 6000 Series™
Patiënt-ID
Naam patiënt
X
X
X
Locatie
Type patiënt
patiënt
X
X
X
X
X
X