Gebruiksaanwijzing
•
Geavanceerde apparaatinstellingen opgeven
1. Open de Geavanceerde instellingen.
a. Raak het tabblad Instellingen aan.
b. Raak het tabblad Geavanceerd aan.
c. Voer de Code geavanceerde instellingen in.
d. Raak Selecteren aan.
Het tabblad Algemeen wordt weergegeven.
2. Raak het tabblad Apparaat aan.
3. Geef instellingen op.
Optie
Locatie-ID
Opsl. als standaard insch.
Time-out pauzemodus
Voedingskabelfrequentie
Beschikbare profielen
Wijzigen profiel toestaan
Standaardprofiel
4. Voer één van de volgende handelingen uit:
•
•
Raak Afsluiten aan om de Geavanceerde instellingen af te sluiten en terug te
keren naar het tabblad Home.
Raak een ander tabblad aan om verder te gaan in de Geavanceerde instellingen.
Als u de Geavanceerde instellingen wilt afsluiten en wilt teruggaan naar het
tabblad Home, raakt u Afsluiten aan.
Geavanceerde instellingen 177
Beschrijving
Raak
aan en voer maximaal 20 alfanumerieke
tekens in.
Selecteer deze optie om de weergave van het
bedieningselement voor opslaan als standaard in te
schakelen.
Geef de standaardtime-out op die wordt gebruikt
wanneer de pauzemodus wordt geopend in het profiel
Doorlopende bewaking.
Geef de voedingskabelfrequentie op voor wisselstroom
die aan het apparaat wordt geleverd.
Geef de profielen op die kunnen worden geselecteerd.
Selecteer deze optie voor het inschakelen van de
handmatige selectie van andere profielen en de
automatische overschakeling naar het profiel
Doorlopende bewaking wanneer er een doorlopende
sensor op een patiënt is aangesloten.
Wanneer deze optie is uitgeschakeld, wordt de huidige
profielselectie op het tabblad Instellingen vergrendeld.
Er zijn geen andere knoppen voor het selecteren van
profielen beschikbaar en het apparaat schakelt niet
automatisch over naar het profiel Doorlopende bewaking
wanneer er een doorlopende sensor op een patiënt is
aangesloten.
Geef het standaardprofiel op dat bij het opstarten moet
worden gebruikt in de volgende werkstromen van het
profiel Doorlopende bewaking: 1) patiënttrendgegevens
zijn niet opgeslagen, en 2) patiënttrendgegevens zijn
opgeslagen en de gebruiker selecteert een nieuwe
patiënt.