Gebruiksaanwijzing
9. Raak Selecteren aan.
Het tabblad Home wordt weergegeven. In het profiel Doorlopende bewaking worden
andere factoren opgeslagen met de volgende reeks metingen die naar het netwerk
wordt verzonden.
etCO2- en FiCO2-alarmen configureren
Volg deze stappen om alarmgrenzen voor CO2-metingen in te stellen.
Opmerking FiCO2 verschijnt alleen wanneer dit in Geavanceerde instellingen is
1. Controleer of u het profiel Doorlopende bewaking gebruikt.
Opmerking Als "Wijzigen profiel toestaan" in Geavanceerde instellingen
2. Raak het tabblad Alarmen aan.
3. Raak het verticale tabblad etCO2 aan.
4. Zorg dat het bedieningselement Alarmgrens etCO2 en het bedieningselement
Alarmgrens FiCO2 zijn ingesteld op AAN.
Opmerking Als het bedieningselement Alarmgrens van een bepaalde
5. Pas de volgende instellingen naar wens aan:
•
•
•
6. Raak het tabblad Home aan.
De nieuwe alarminstellingen worden onmiddellijk van kracht.
CO2 meten
Lees de gebruiksaanwijzing van de Microstream CO2-monsterleiding voordat u begint.
ingeschakeld.
is ingeschakeld, probeert het apparaat automatisch over te
schakelen naar het profiel Doorlopende bewaking wanneer u
de sensorkabel aansluit.
parameter op UIT is ingesteld, kunt u geen alarmgrenzen op
het tabblad Alarm aanpassen en treden er geen visuele of
audiosignalen op voor die specifieke parameter.
etCO2-grenzen. Voer de onder- en bovengrens voor het etCO2-alarm in met
behulp van de pijlen omhoog en omlaag of het toetsenblok naast het
bedieningselement Grenzen.
FiCO2-grens. Voer de gewenste bovengrens voor het FiCO2-alarm in, indien dit
is geactiveerd, met behulp van de pijlen omhoog en omlaag of het toetsenblok
naast het bedieningselement FiCO2.
Hoge alarmvertraging. Alleen voor etCO2 selecteert u de duur met behulp van
de vervolgkeuzelijst. Deze alarmvertraging geeft de minimumduur op van een
hoge alarmtoestand om een alarmsignaal te activeren. U kunt de
standaardwaarde in Geavanceerde instellingen instellen.
WAARSCHUWING Losgeraakte of beschadigde aansluitingen kunnen de
beademing nadelig beïnvloeden of kunnen een onnauwkeurige meting van
ademhalingsgassen veroorzaken. Sluit alle onderdelen stevig aan en
controleer aansluitingen op lekkage overeenkomstig de klinische
standaardprocedures.
Patiëntbewaking 111