Gebruiksaanwijzing
1. Controleer of de sensorkabel op de monitor is aangesloten.
WAARSCHUWING Risico op onnauwkeurige meting. De puls-CO-
oximeter kan worden gebruikt tijdens defibrillatie, maar de meting kan
maximaal 20 seconden onnauwkeurig zijn.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. Probeer sensoren of
patiëntkabels niet opnieuw te verwerken, te herstellen of aan te passen.
Hierdoor kunnen elektrische componenten beschadigd raken.
WAARSCHUWING Bij pulswaardemetingen worden bepaalde aritmieën
niet gedetecteerd, omdat de metingen zijn gebaseerd op de optische
detectie van een perifere stroompuls. Gebruik de pulsoximeter niet ter
vervanging of in plaats van aritmie-analyse op basis van het ECG.
WAARSCHUWING Gebruik de puls-CO-oximeter als een apparaat voor
vroegtijdige signalering. Zodra bij een patiënt hypoxemia wordt
gesignaleerd, dienen met behulp van laboratoriuminstrumenten
bloedmonsters te worden geanalyseerd om de toestand van de patiënt
beter te begrijpen.
WAARSCHUWING De nauwkeurigheid van de SpO2-metingen kan
worden beïnvloed door een van de volgende zaken:
•
verhoogd bilirubineniveau
•
verhoogd methemoglobineniveau (MetHb)
•
verhoogd carboxyhemoglobineniveau (COHb)
•
hemoglobinesynthesestoornissen
•
lage perfusie op de bewaakte locatie
•
de aanwezigheid van concentraties bepaalde intravasculaire kleurstoffen, die
voldoende zijn om de gebruikelijke arteriële kleur van de patiënt te
veranderen
•
beweging van de patiënt
•
de toestand van de patiënt, zoals beven en inademing van rook
•
bewegingsartefact
•
gelakte nagels
•
slechte zuurstofvoorziening
•
hypotensie of hypertensie
•
ernstige vasoconstrictie
•
shock of hartstilstand
•
veneuze pulsaties of plotselinge en significante veranderingen in pulswaarde
•
nabijheid van MRI-apparatuur
•
aanwezigheid van vocht in de sensor
•
overmatige omgevingsverlichting, in het bijzonder tl-verlichting
•
het gebruik van de verkeerde sensor
•
een verkeerd geplaatste of verschoven sensor
•
ernstige anemie
•
aderverstopping
Patiëntbewaking 155