Het is verboden om deze en andere niet geschikte materialen te verbranden
in uw houtkachel. Bij het verbranden van andere materialen dan de toege-
stane brandstoffen, haardhout of houtbriketten volgens DIN 51713 kunnen er
schadelijke gassen ontstaan, kan het verbrandingsproces gestoord worden
en kunnen er ontploffingen ontstaan.
Als de houtkachel met niet-toegestande brandstoffen wordt gebruikt, komt
de garantie te vervallen!
Gebruik voor het aansteken kleine stukken hout. Gebruik als brandhout
alleen gekloofd hout, dat op de dikste plaats niet dikker is dan ca. 8 cm. De
optimale lengte bedraagt ca. 25 cm. Voeg nooit teveel hout toe, maar leg
liever vaker kleine hoeveelheden op het vuur. Tijdens het bijvullen mag de
gloed nooit volledig worden afgedekt.
5.1 CO
-NEUTRALITEIT
2
Hout geeft slechts zoveel kooldioxide af als het eerder als boom uit de lucht
heeft gehaald en gebonden. Daarbij maakt het niet uit, of het hout verbrand
wordt of in het bos rot – de kooldioxideafgifte blijft gelijk. Er ontstaat een
gesloten natuurlijke koolstofcyclus.
Conclusie: Met het verbranden van hout blijft de natuur in evenwicht. Duits-
land heeft een wettelijk geregeld, duurzaam bosbouwbeleid. Deze verplich-
ting leidt tot een aangroei van de hoeveelheid hout, omdat de toename van
hout gemiddeld 40 % groter is dan de hoeveelheid brand- en timmerhout,
die wordt verbruikt.
Hoofdstuk 5
5.1.1 HOUTOPSLAG
Meestal wordt geadviseerd om brandhout ca. 2 - 3 jaar vochtvrij en goed
geventileerd te laten liggen (bijv. onder een afdak aan een zijde die niet aan
het weer is blootgesteld). Bij een optimale opslag wordt aanzienlijk sneller een
vochtgehalte van < 20% bereikt.
Daarom moet u uw brandhout in gekliefde staat opslaan, omdat de bast
voorkomt dat het vocht weg kan. Voor een goede ventilatie moet u tussen de
houtblokken een handbreed afstand laten, zodat de lucht goed kan circuleren
en het zo ontsnappende vocht door de lucht wordt meegenomen. Onder de
houtstapel moet een afstand tot de grond van ca. 20 - 30 cm worden aan-
gehouden. De opname van nieuw vocht door neerslag (De opname van nieuw
vocht door neerslag (bijv. regen of sneeuw) moet voorkomen worden.bijv. regen
of sneeuw) moet worden voorkomen. Het opslaan van hout in garages, onder
plasticfolie of in slecht geventileerde kelders wordt niet aangeraden, omdat het
aanwezige vocht in het hout op die manier slecht kan ontsnappen.
5.2. UW BIJDRAGE A AN MILIEUBESCHERMING
Of uw houtkachel milieuvriendelijk brandt, hangt vooral af van de bediening
en de brandstoffen. De volgende informatie zou u moeten helpen om uw
kachel op milieuvriendelijke wijze te gebruiken.
• Gebruik indien mogelijk geen hout dat hars bevat (spar, pijnboom, den).
Bij deze houtsoorten zal zich meer roetaanslag op de ruit van uw kachel
vormen en komen er meer vonken voor. Gebruik daarom om veiligheids-
redenen alleen loofbomenhout (berk, beuk, eik, fruitbomen).
• Pas de houthoeveelheid aan de behoefte naar warmte aan.
39