Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbrandingsluchttoevoer; Kamerluchtafhankelijke Werking (Rl A); Kamerluchtonafhankelijke Werking (Rlu); Aparte Verbrandingsluchttoevoer - Spartherm A7 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.4. VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER

De toevoer van verbrandingslucht kan conform „2.4.1 kamerluchtafhanke-
lijke werking (RLA)", „2.4.2 Kamerluchtonafhankelijke werking (RLU)" en
„2.4.3 Aparte verbrandingsluchttoevoer" op verschillende manieren worden
gerealiseerd.
2.4.1. K AMERLUCHTAFHANKELIJKE WERKING (RLA)
Uw houtkachel ambiente a1/a2/a3/a4/a4H2O/a5/a6/a6 H2O/a7/a8 onttrekt
de verbrandingslucht aan het vertrek (kamerluchtafhankelijke werking). Er
moet voor worden gezorgd, dat het vertrek van voldoende frisse lucht wordt
voorzien (meer informatie in de nationale stookvoorschriften, DIN 18896,
de vakregels, enz.). De installateur en de gebruiker moeten de toevoer
van verse lucht controleren. Bij het plaatsen van meerdere haarden in één
ruimte of wat betreft de luchtvoorziening samenhangende ruimten moet
worden gezorgd voor voldoende verbrandingslucht. Bij afgedichte vensters
en deuren (bijv. in combinatie met energiebesparende maatregelen) kan
het zijn dat de toevoer van verse lucht onvoldoende wordt gewaarborgd.
Hierdoor kan de trek van de houtkachel verslechteren. Dit kan uw gezond-
heid en eventueel ook uw veiligheid in gevaar brengen. Eventueel moet voor
extra luchttoevoer een luchttoevoerklep nabij de houtkachel worden ingebouwd
of een verbrandingsluchtleiding naar buiten (zie „2.4.3. Aparte verbrandings-
luchttoevoer" op pagina 16), of naar een goed geventileerd vertrek (maar niet
de verwarmingskamer) worden aangelegd. In het bijzonder moet worden gega-
randeerd dat alle noodzakelijke verbrandingsluchtleidingen tijdens het gebruik
van de stookinrichting open zijn. Bij gelijktijdig gebruik van een ventilatiesysteem
(bijv. afzuigkappen, badkamerventilatie, enz.) in dezelfde ruimte of ruimten kan
de houtkachel minder goed functioneren (en ken er zelfs rook of rookgas in de
woonkamer komen, ondanks dat de deur van de verbrandingskamer gesloten is).
Daarom is gelijktijdig gebruik van dergelijke apparatuur met de houtkachel niet
toegestaan zonder de passende maatregelen!
2.4.2. K AMERLUCHTONAFHANKELIJKE WERKING (RLU)
De RLU-houtkachels zijn ontwikkeld voor de combinatie met ventilatiesyste-
men voor een onderdrukbereik tot 8 Pa in de opstellingsruimte en kunnen zon-
der bijkomende veiligheidsinrichtingen worden gebruikt. De verbrandingslucht
moet voor de kamerluchtonafhankelijke werking absoluut via dichte leidingen
van buitenaf of via een LAS-systeem naar het apparaat worden gevoerd. Hier-
voor dient het verbrandingsluchtkanaal permanent gesloten met de aansluiting
voor de verbrandingslucht van de kachel (aansluitingstype achter / zijdelings
of onder) worden verbonden.
Bij de aansluiting van een RLU-houtkachel aan de verbrandingsluchtaan-
sluiting moeten de aanwijzingen van TROL (vakregels), DIN 18896 etc.
worden opgevolgd en toegepast. Let met name op een voldoende ruime
dimensionering!
Leef de landspecifieke en plaatselijke brandbeschermingsbepalingen na!
Zorg ervoor dat de buisleidingen altijd dicht zijn.

2.4.3. APARTE VERBRANDINGSLUCHTTOEVOER

De mogelijkheid bestaat om de houtkachel afzonderlijk van verbrandings-
lucht te voorzien. De aparte aansluiting voor verbrandingslucht kan worden
aangesloten op de achterzijde of de onderzijde van het apparaat. De aan-
sluitingssteun is voorgemonteerd en de bekleding dient overeenkomstig te
worden geopend. Bij de aansluiting van een buisverbinding aan de verbran-
dingsluchtaansluiting wordt de verbrandingslucht van buiten resp. uit andere
ruimten bijv. de kelder, naar de houtkachel geleid. Bij de aansluiting van de
16
Hoofdstuk 2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A4A3A2A8

Inhoudsopgave