houtkachel aan een verbrandingsluchtleiding moeten de aanwijzingen van
TROL (vakregels), DIN 18896 etc. worden opgevolgd en toegepast.
Let met name op een voldoende ruime dimensionering van de buis-
leidingen! Bij gebruik van de draaisokkel moet de aansluiting perma-
nent flexibel zijn! De draaibeweging mag niet worden beperkt.
De verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden afgesloten
of geblokkeerd, wanneer niet door specifieke veiligheidsinrichtingen is gega-
randeerd dat de kachel ook gesloten mag worden gebruikt. De diameter mag
niet worden verkleind door een sluiting of een rooster. Deze maatregel is
niet nodig bij LAS-schoorstenen. Indien de leiding voor de verbrandingslucht
uit het gebouw moet worden geleid, dan moet deze worden voorzien van een
afsluitinrichting. Daarbij moet de stand van het blokkeersysteem van buitenaf
herkenbaar zijn. Bij deze uitvoering moet de buisleiding geïsoleerd zijn om
condensvorming te vermijden. Bovendien moet de buis zo geïnstalleerd zijn,
dat er geen water of andere stoffen kunnen binnendringen in de houtkachel
en dat eventueel optredend condensaat naar buiten kan wegvloeien.
Conform de voorschriften moeten verbrandingsluchttoevoerleidingen in
gebouwen met meer
dan twee volledige verdiepingen die brandwanden overbruggen, zo worden
gemaakt, dat vuur en rook niet naar andere verdiepingen of brandsecties
kunnen worden overgedragen. Leef de landspecifieke en plaatselijke brand-
beschermingsbepalingen na!
Bijzondere aanwijzingen voor ambiente a1 en a2
Bij de verbrandingsluchtaansluiting met de SQC-verbinding (Spartherm
Quick Coupling), de houtkachel als volgt aansluiten.
De installatieplaats van de houtkachel moet volgens de technische gegevens
Hoofdstuk 2
van het toevoerkanaal / -boring worden voorzien. Bij directe wandopstelling
moeten de verbrandingslucht- en rookgasaansluiting op hetzelfde niveau
worden gerealiseerd. De houtkachel wordt geleverd met gemonteerde
SQC-verbinding en uitgedraaide stelvoeten. In deze toestand staat de aan-
sluiting vrij in de lucht en is er geen contact met de installatievloer. Op die
manier kan de houtkachel worden getransporteerd zoals gebruikelijk, met de
gewone hulpmiddelen (bijv. een steekkar).
Voorbeeld op ambiente a1:
(Afb.: transportstand met SQC-verbinding)
17
Afb. 9a