Neem bij de plaatsing de aanwijzingen voor brandpreventie in acht en raad-
pleeg uw bevoegde schoorsteenveger.
• Plaatsingswanden die onbrandbaar zijn of geen bescherming nodig hebben, moe-
ten door hun constructie en materiaal geschikt zijn om continu aan temperaturen
>85 °C te worden blootgesteld.
• Plaatsingswanden die brandbaar zijn of bescherming nodig hebben (bijv. houten
constructies) moeten worden beschermd tegen temperaturen van >85 °C.
Voordat de houtkachel wordt geplaatst, moeten de plaatsingswanden worden beoor-
deeld. Als het type plaatsingswand niet duidelijk kan worden vastgesteld, moet een
deskundige (schoorsteenveger) worden geraadpleegd.
• Behang als muurbedekking geldt volgens DIN 4102-1 niet als brandbaar onder-
deel en vereist geen bijzondere maatregelen voor brandpreventie. Neem daarbij in
acht dat de lagen achter het behang (bijvoorbeeld een houtconstructie) wèl brand-
baar kunnen zijn of beschermd moet worden en dus overeenkomstige preventieve
maatregelen kunnen vereisen.
• Let erop dat de minimumafstanden tot achterwanden en zijwanden bij draaibare
apparaten moeten worden aangepast.
• Neem de minimumafstand van de schoorsteenverbinding tot brandbare onderde-
len in acht („2.7. Verbindingsdelen" op pagina 22).
• Binnen een afstand van 50 cm boven de stookplaats mogen zich geen brandbare
voorwerpen bevinden.
Vloermaterialen in de buurt van de kachel
Vóór de opening van de verbrandingskamer moet een vloer van brandbaar materiaal
worden beschermd met een bedekking van niet-brandbaar materiaal. Deze bedekking
moet naar voren minstens 50 cm en opzij naar beide kanten minstens 30 cm (afb.
12-14 punt D) (gemeten vanaf de opening van de verbrandingskamer resp. de ruit)
uitsteken.
In het stralingsbereik van de deur van de verbrandingskamer resp. de ruit mogen zich geen
brandbare materialen, meubels, gordijnen of decoratie bevinden. Deze afstand kan worden
teruggebracht tot 40 cm wanneer tussen de stookplaats en de brandbare materialen een
stralingsbeschermplaat wordt geplaatst die aan beide zijden wordt geventileerd.
Meten van het stralingsbereik
Om het stralingsbereik van de houtkachel vast te stellen, plaatst u een meetin-
strument (duimstok of rolmaat) op het oppervlak van de voorruit en bepaalt u het
midden van de houtkachel langs de deurstijl aan de zijkant. Binnen de resulterende
hoek en de zijdelingse afstand mogen zich aan de zijkant geen brandbare of te
beschermen onderdelen bevinden.
A
Rechte beglazing – (a5, a6, a6 H
0, a7, a8) alle modellen niet draaibaar
2
Minimumafstanden tot aangrenzende voorwerpen
Afhankelijk van de opstelling van de ruiten (zie volgende grafieken) van uw hout-
kachel en het type installatiewand moeten de afstanden uit de tabel hiernaast
worden gerespecteerd. Als bij de opstelling van de kachel conform afb. 12-14 de
afmeting B gerespecteerd is en als de afmeting E ter plaatse kleiner is dan wat is
aangegeven, dan hoeft geen rekening te worden gehouden met het stralingsbereik
20
B
Middelpunt
Mittelpunkt
Verbran-
Brennraum
dingskamer
D
C
Brandbaar
Brennbar
Brennbar
Brennbar
Brennbar
(bv. zetel)
(zB. Sessel)
(zB. Sessel)
(zB. Sessel)
(zB. Sessel)
Afb. 11
Hoofdstuk 2