3. GEBRUIKSHANDLEIDING
Lees de montage- en gebruikshandleiding voorafgaand aan de montage res-
pectievelijk de ingebruikname van de houtkachel aandachtig door. Verwijder
de aslade en alle voorwerpen uit de verbrandingskamer (behalve de bekleding
van de verbrandingskamer). Laat u door uw vakhandelaar instrueren wat betreft
de bediening en werking van uw houtkachel! Let bij het gebruik van de haard
steeds op de nationale en Europese normen en leef de lokale voorschriften na.
3.1 ALGEMENE AANWIJZINGEN BIJ DE BEDIENING
• Kleine kinderen, ouderen of invaliden: net als bij alle verwarmingstoestellen
is het zinvol een beschermingssysteem aan te brengen voor deze groepen
van personen, omdat de ruit en de bekledingsdelen van de houtkachel erg
heet kunnen worden. Gevaar voor verbranden! Laat deze groep personen
nooit zonder toezicht achter bij de brandende of net uitdovende houtkachel.
Vestig de aandacht van deze groep personen op de bron van gevaar.
• Er mogen geen brandbare voorwerpen op het vrije oppervlak en de bekle-
dingselementen van de houtkachel worden gezet of gelegd. Leg geen
wasgoed op de houtkachel om het te laten drogen. Wasrekken voor het
drogen van kledingstukken mogen alleen buiten het stralingsbereik worden
geplaatst!
• Door het branden komt warmte-energie vrij die leidt tot een sterke verhitting
van de onderdelen van de kachel, zoals de oppervlakken, de deur, de deur-
en bedieningsgrepen, het glas, de afvoerpijpen, enz. Aanraken of bedienen
zonder aangepaste bescherming (bijv. hittehandschoen) is niet toegestaan.
• De meegeleverde hittewerende handschoen dient uitsluitend als
hittebescherming bij het bedienen van de houdgreep en de koude
hand. De handschoen is niet vuurbestendig!
Hoofdstuk 3
• De houtkachel mag uitsluitend met een gesloten verbrandingskamer worden
gebruikt. De deur moet ook in koude toestand altijd gesloten zijn. De deur
alleen openen voor aanmaken van de kachel, aanvullen van brandstof en
reiniging.
• De stookplaats mag niet worden aangepast! In het bijzonder mogen geen
inbouwelementen in de verbrandingskamer of de afvoer- of verbrandings-
luchtkanalen worden geplaatst wanneer deze elementen niet expliciet door
de firma Spartherm zijn goedgekeurd. Zonder een dergelijke uitdrukkelijke
toestemming leidt iedere aanpassing van de stookinrichting tot verval van de
garantie en het recht op gebruik.
• Afzuigkappen, ventilatiesystemen enz. die samen met stookplaatsen in
dezelfde kamer of ruimte geïnstalleerd zijn, kunnen de werking van de hout-
kachel negatief beïnvloeden (tot het vrijkomen van rook in de woonkamer)
en mogen dus in geen geval zonder passende maatregelen samen met de
kachel gebruikt worden (zie „2.4.2 kamerluchtonafhankelijke werking").
• In het bijzonder bij het gebruik van meerdere stookinrichtingen in één ver-
trek of in ruimten met een gekoppelde luchtvoorziening moet voor voldoende
verbrandingslucht voor alle apparatuur worden gezorgd.
• Het gaat om een tijdelijk brandende haard. Langdurig gebruik wordt bereikt
door regelmatig bij te stoken. Een langdurige werking, zonder regelmatig bij-
stoken, kan ook niet worden bereikt door het onttrekken van verbrandingslucht
en is niet toegestaan. Een langere verwarmingsduur kan worden bereikt door
herhaald bijvullen van brandstof.
• In het onderste vak van de bekleding mogen uitsluitend niet-brandbare mate-
rialen worden gelegd.
• Alleen voor a4 H
O /a4 H
O RLU: Door de lage rookgastemperaturen moet de
2
2
schoorsteeninstallatie vochtongevoelig worden uitgevoerd.
29