8.5.1
Stilstandschade aan de wentellager vermijden
Bij langere bedrijfspauzes kan dezelfde of nagenoeg dezelfde rustpositie van de rotor in de
wentellagers tot stilstandschade resp. standmarkeringen of corrosievorming leiden.
• Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf.
Draai minstens meerdere keren de rotor door.
Als u de machine van de werkmachine wordt afgekoppeld en met een rotorstopvoorziening
heeft beveiligd, verwijder deze dan voor u de rotor draait, resp. voor het bedrijf.
Zorg ervoor dat de rustpositie van de rotor na het draaien anders is dan daarvoor. Gebruik
daardoor de inleg of de koppelingshelft als referentiepunt.
• Let bij de herinbedrijfstelling op de informatie in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling (Pagina 77)".
8.5.2
Machine buiten bedrijf stellen
• Protocolleert u de buitenbedrijfstelling Dit protocol is zeer nuttig bij het opnieuw in bedrijf
stellen.
• Als de machine langer dan zes maanden buiten bedrijf wordt gesteld, dienen adequate
maatregelen voor conservering en opslag te worden genomen. Anders kan dit
stilstandschade aan de machine tot gevolg hebben.
8.5.3
Machine terug in bedrijf nemen
Als u de machine weer in bedrijf neemt, ga dan als volgt te werk:
• Kijk het protocol voor de buitenbedrijfstelling in en maak de maatregelen voor de
conservering en de opslag terug ongedaan.
• Voer de maatregelen uit die vermeld staan in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling (Pagina 77)".
8.6
Storingen
8.6.1
Inspectie bij storingen
Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn
storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen.
Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit.
Verhelp de oorzaak van de storing volgens de maatregelen bij storingen. Verhelp op de
beschadigingen die aan de machine ontstaan zijn.
1FZ ashoogte 280
Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A
Bedrijf
8.6 Storingen
93