Onderhoud
9.3 Reparatie
Kunststof ventilatorkap ashoogte 80 ... 200
• De markeringslijn op de rand van de kap op één lijn uitrichten met de middelste behuizingsrib
in het verlengde van de sokkel van de aansluitkast.
• Centreer de kap door deze axiaal op de uitsparingen van de behuizing resp. de nokken van
het lagerschild te schuiven.
• Hang eerst 2 samenvallende klikopeningen in, druk vervolgens de kap met de beide
tegenoverliggende openingen voorzichtig over de uitsparingen en laat deze vastklikken.
• Klik de kap op alle 4 de uitsparingen vast door axiale druk op de versterkte kraag van de kap
in de omgeving van het kaprooster uit te oefenen.
• Gebruik eventueel een rubberen hamer en tik één of meerdere keren in axiale richting op de
kapkraag. Zorg er hierbij voor, dat het kaprooster niet beschadigd raakt.
• Bij montage van de kap deze niet verbuigen (gevaar voor breuk).
9.3.4
Beschermdak, draai-impulsgever onder beschermdak monteren
Beschermdak, meetsonde onder beschermdak
Steekbij aangeschroefd beschermdak de bevestigingsschroeven door de boorgaten aan de
buitenkant van het beschermdak .
Trek de bevestigingsschroeven vast met een draaimoment 3 Nm ± 10 %.
9.3.5
Aanhaalmomenten
Neem de aanwijzingen in hoofdstuk Aanhaalmomenten (Pagina 133) in acht.
9.3.6
Boutborgingen
Bouten of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn
gemonteerd (bijv. veiligheidsplaten, veerringen, etc.), moeten bij de assemblage weer van
dezelfde functionele elementen zijn voorzien.
Veiligheids- en afdichtelementen moeten principieel worden vervangen.
9.3.7
Schakelverbindingen
• Eventueel gecorrodeerde schroeven vervangen.
• De isolatie van spanningvoerende delen niet beschadigen.
• Documenteer de positie van eventueel te verwijderen vermogensplaatjes en overige
plaatjes.
• Voorkom schade aan de centreerranden.
114
Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A
1FZ ashoogte 280