Inbedrijfname
Let bij alle werken aan de machine op het volgende:
• Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 11).
• Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht.
• Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor
het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Opmerking
Servicecenter
Neem contact op met het Servicecenter als u ondersteuning bij de inbedrijfstelling nodig heeft.
Levensgevaar door spanning door de omvormer
Zolang de voedende omvormer niet is uitgeschakeld of het tussenkruis van de omvormer niet
ontladen is, kunnen de motorklemmen ook bij stilstaande rotor onder elektrische spanning
staan. Afhankelijk van het type omvormer bedraagt de spanning tot 1000 V. Bij aanraking kan
dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
• Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de vijf veiligheidsregels (Pagina 11).
Schade door kortsluitstroom
Door het aandrijven van de rotor met permanente magneten wordt een spanning
("geïnduceerde spanning") in de statorwikkeling opgewekt, die aan de motorklemmen kan
worden gemeten. Als gelijktijdig een leidings- of omvormerkortsluiting optreedt, dan wordt een
kortsluitstroom door de geïnduceerde spanning gedreven. Dit kan materiële schade
veroorzaken.
• Gebruik een kortsluitbestendige kabel.
• Alternatief kunt u vermogensschakelaars dicht bij de motor inzetten om de kabeltrajecten bij
kortsluiting te beveiligen.
7.1
Maatregelen voor de inbedrijfstelling
7.1.1
Controles voor de inbedrijfstelling
De volgende opsomming van controles voor de inbedrijfstelling kan niet volledig zijn. Het is
mogelijk dat er verdere controles volgens de bijzondere, voor de installatie specifieke
verhoudingen noodzakelijk zijn.
1FZ ashoogte 280
Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A
7
77