Elektrische aansluiting
6.2 Machine aansluiten
Zie ook
Aanhaalmomenten (Pagina 133)
Opmerking
Servicecenter
Neem contact op met het Servicecenter (Pagina 131) als u ondersteuning bij de inbedrijfstelling
nodig heeft.
6.2
Machine aansluiten
Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria:
• Nominale stroomsterkte
• Nominale spanning
• Een eventuele servicefactor
• Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype,
kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort.
• Projecteringsaanwijzingen
• Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
• Afmetingen voor gebundelde installatie, bijv. volgens DIN VDE 0298 Deel 4 of
IEC 60364-5-52
• Neem de aanwijzingen in EN / IEC 60034-1 (VDE 0530-1) in acht voor het gebruik aan de
limieten van de bereiken A en B, vooral wat betreft de opwarming en afwijking van de
bedrijfsgegevens van de nominale gegevens op het vermogensplaatje. Overschrijd deze
grenzen niet. Gebruik de machines die voor een bereik A zijn gekenmerkt, niet in een bereik
B.
• Voer de aansluiting zodanig uit dat een duurzame, veilige elektrische verbinding wordt
gewaarborgd (geen uitstekende draaduiteinden); sluit kabeluiteinden af (bijv.
kabelschoenen, adereindhulzen).
Volg voor het aansluiten van de netspanning en het aanbrengen van de schakelbeugels de
informatie op het schakelschema dat zich aan de binnenzijde van de aansluitkast bevindt.
• Houd bij de keuze van de aansluitkabels volgens DIN VDE 0100 rekening met de nominale
stroomsterkte en de voor de installatie specifieke voorwaarden, bijv.
omgevingstemperatuur, kabellegging enz. volgens DIN VDE 0298 resp. EN / IEC 60204‑1.
In de technische gegevens moeten de volgende noodzakelijke gegevens voor de aansluiting
worden vastgelegd:
• Draairichting
• Aantal en volgorde van de aansluitkasten
• Schakeling en aansluiting van de machinewikkeling
64
Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A
1FZ ashoogte 280